Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Beleid en regelgeving, asbest

Status

Productenbesluit Asbest: 17 februari 2004 (Staatsblad 2005, 6), laatst gewijzigd bij Staatsblad 2008, 160

Besluit Asbestwegen Wm: 8 september 2000 (staatsblad 2000, 374), laatst gewijzigd 2008,160

Circulaire bodemsanering 2009: 7 april 2009 (Staatscourant 2009, 67)

Relatie met overige regelgeving of beleidsstukken

Doel en reikwijdte

Om de gevaren van asbest het hoofd te bieden heeft de wetgever voorschriften en verplichtingen vastgesteld.

Door het Europese Parlement zijn in maart 2003 wijzigingen doorgevoerd op de EU-richtlijn 83/477/EEG voor de bescherming van werknemers tegen blootstelling aan asbest. De lidstaten dienden deze nieuwe regels voor 15 april 2006 te implementeren.

De blootstelling aan asbest mag 0.1 vezel/cm3 als TGG 8 uur niet overschrijden ongeacht het asbesttype. Bij alle werkzaamheden waarbij asbestblootstelling optreedt wordt deze tot een minimum beperkt en in ieder geval onder de grenswaarde gebracht, door het nemen van preventieve maatregelen. Als blootstelling het dragen van ademhalingsbescherming noodzakelijk maakt moet dit voor iedere werknemer tot het strikt noodzakelijke worden beperkt.

Bij sporadische blootstelling en geringe intensiteit en indien blijkt uit de RIE (risico inventarisatie en evaluatie) dat de grenswaarde niet zal worden overschreden, kunnen meldingsplicht, medische keuring en registers achterwege blijven, indien het werk bestaat uit:

  • Korte niet-continue onderhoudsactiviteiten uitsluiten met hechtgebonden asbest;
  • Verwijderen van niet-beschadigde materialen zonder deze materialen stuk te maken, waarin deze vezels hechtgeboden zijn;
  • Inkapselen en omhullen van asbesthoudende materialen die in goede staat zijn;
  • Bewaken en onderzoek lucht en bemonstering van materialen.

Omdat Lidstaten verplicht waren om praktische richtlijnen op te stellen voor de omschrijving van werkzaamheden met sporadische blootstelling met geringe intensiteit is in Nederland recent het Risicoclassificatie opgesteld voor werken met asbest. Voor bepaalde werkzaamheden (zoals sloop, verwijdering, reparatie en onderhoud) waarvan verwacht kan worden dat grenswaarde zal worden overschreden, dient de werkgever maatregelen vast te stellen, o.a. ademhalingsapparatuur; waarschuwingsborden en afscherming ruimte/werkplek.

Inhoud

Inleiding

Asbest is de verzamelnaam voor een aantal in de natuur gevormde mineralen, die zijn opgebouwd uit fijne vezels. Van de zes hoofdvormen van asbest worden er eigenlijk maar drie op enige schaal toegepast: chrysotiel, amosiet en crocidoliet (in de wandeling respectievelijk wit, bruin en blauw asbest genoemd). Tot in het recente verleden is asbest om zijn vele gunstige fysische eigenschappen, zoals trekvastheid, slijtvastheid, isolerend vermogen, chemische bestendigheid, bestendig tegen hoge temperatuur, onbrandbaarheid en stijfheid, op grote schaal toegepast.

Er zijn meer dan 3000 toepassingen van asbest. Een uitputtende opsomming is niet te geven. Veel voorkomende toepassingen zijn:

  • Golfplaten en gevelelementen.
  • Brandwerende beplating en bekleding.
  • Isolatiemateriaal voor zowel thermische als akoestische isolatie.
  • Riool- en waterleidingbuizen (gres).
  • Schoorsteenelementen en luchtbehandelingkanalen.
  • Remvoeringen en frictiemateriaal.

Asbest heeft ook een zeer nadrukkelijke schaduwzijde. Asbestvezels zijn zeer kleine deeltjes die reukloos en onzichtbaar zijn en die gemakkelijk kunnen worden ingeademd. De blootstelling kan dus relatief onopgemerkt plaatsvinden. Inademing van asbestvezels kan longkanker, longvlies- en buikvlieskanker en stoflongen (asbestose) veroorzaken. Een en ander is afhankelijk van de tijdsduur van blootstelling aan asbest en de concentraties asbest. In de loop der tijd is diverse asbestwet- en regelgeving tot stand gekomen om de schade door asbest voor mens en milieu te beperken.

Met name in bouwwerken wordt asbest nog steeds veelvuldig aangetroffen, bijvoorbeeld in dakbedekking, wandelementen, vulmiddelen, lijmen en isolatielagen. Maar ook in objecten, zoals auto's, liftinstallaties, schepen, elektrische apparaten en gordijnen, kan asbest aanwezig zijn. Ook dient er aandacht te zijn voor bouwafval (puin) dat als versteviging in weglichamen is toegepast en mogelijk asbest kan bevatten en mogelijke slijtlagen op wegen, waarin asbest is verwerkt (op beperkte schaal toegepast).

Kernpunten

Hieronder volgt een overzicht van de huidige belangrijkste wet- en regelgeving waarin normen en/of richtlijnen voor asbest zijn opgenomen.

Productenbesluit Asbest

Het productenbesluit (2005) verbiedt het vervaardigen, in Nederland invoeren, voorhanden hebben, aan een ander ter beschikking stellen, toepassen of bewerken van asbest of asbesthoudende producten. Op grond van dit besluit is het wel toegestaan om puin(granulaat), (water)bodem, grond en baggerspecie toe te passen en te hergebruiken indien geen asbest opzettelijk is toegevoegd en de asbestconcentratie niet hoger is dan 100 mg/kg (gewogen).

Nieuwe Wet bodembescherming (Wbb)

Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wbb (Zie ook [Beleidsblad Bodemsanering Wet bodembescherming]) in werking getreden. In de gewijzigde Wbb is een nieuwe formulering opgenomen van de saneringsdoelstelling (het zogenaamde functiegericht saneren) en het saneringscriterium (wanneer met spoed saneren). Het “Milieuhygiënisch Saneringscriterium Bodem, Protocol Asbest” is in de Circulaire bodemsanering 2009 (Zie ook [Beleidsblad Circulaire Bodemsanering 2009]) opgenomen in bijlage 3. De gewijzigde Wbb bevat een saneringsplicht voor bedrijven en een basis voor een subsidieregeling. Er zijn diverse procedurele aanpassingen doorgevoerd waarvan een aantal leiden tot vereenvoudiging van-,en andere bijdragen aan versterking van de handhaving. De wet bevat een basis voor algemene regels voor eenvoudige saneringen.

Het nieuwe bodembeleid richt zich op een bewuster en meer duurzaam gebruik van de bodem. Dit houdt in dat bij bestemmingsplannen, bodembeheersplannen en bodemkwaliteitskaarten asbest dient te worden meegenomen: het beoogde bodemgebruik en de gebruiksrisico’s, de omliggende bodemkwaliteit en maatschappelijke consequenties.

Advies: Het bevoegd gezag dient vast te stellen of en zo ja op welke wijze asbestonderzoek deel uitmaakt van de informatie die vereist is naast het regulier vereiste bodemonderzoek.

Besluit Bodemkwaliteit

Bij toepassing van grond was geen asbestnorm opgenomen in het Bouwstoffenbesluit, maar wel in het Besluit bodemkwaliteit. Asbest is een nieuwe stof in de normstelling. Er geldt een nuleis, behalve bij hergebruik van materialen waaraan asbest niet opzettelijk is toegevoegd.

Bemonstering op asbest vindt plaats volgens:

  • NEN 5707 Bodem – inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond
  • NEN 5897 Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en granulaat

Besluit asbestwegen Wms

In het Besluit asbestwegen Wms is een verbod opgenomen om een weg die asbest bevat ineigendom te hebben als de concentratie groter is dan de 100 mg/kg (gewogen norm). Dergelijke asbestwegen dienen gesaneerd te worden (afdekken met klinkers, beton of asfalt of volledig afgraven). Het bevoegd gezag is het ministerie van VROM.

Bevoegde gezagen en handhaving

Bij de handhaving van de asbestregelgeving zijn diverse overheden betrokken, ieder vanuit een eigen wettelijke verantwoordelijkheid. Hieronder zijn kort de overheden en instanties genoemd die een taak hebben bij de handhaving van sloopwerkzaamheden waarbij asbest vrijkomt.

De gemeente

De gemeente is belast met het toezicht en de handhaving van de bouwverordening. De verantwoordelijkheid is ondergebracht bij de afdeling die is belast met het bouw- en woningtoezicht. Primaire focus is gericht op de juiste verwijdering en afvoer van asbest uit een bouwwerk en de veiligheid van derden (niet zijnde werknemers). Ook is de gemeentelijke Inspectie eerstelijns toezichthouder voor het Productenbesluit asbest. Op basis van de woningwet is de Inspectie daarnaast belast met het tweedelijns toezicht op de (gemeente)voorschriften uit de bouwverordening voor het slopen van asbest uit bouwwerken. De gemeenten zijn bevoegd gezag in het kader van het Bouwstoffenbesluit en Besluit bodemkwaliteit.

Provincie

De provincie en grotere gemeenten zijn bevoegd gezag voor de Wbb. Door provincies worden de Wet Milieubeheer taken (WM-taken) zoals vergunningverlening en handhaving verricht. Eveneens hebben zij een klachtenmeldpunt waar burgers en bedrijven hun klachten kwijt kunnen m.b.t. bedrijven. De provincie voert ook vaak metingen uit indien er iets (is) gebeurd ook met betrekking tot asbest.

VROM-Inspectie (VI)

De Inspectie is belast met de eerstelijns handhaving van het Asbest-verwijderingsbesluit waar het gaat om objecten. Primaire focus is de juiste verwijdering van asbest uit het object en de veiligheid van derden (niet zijnde werknemers). Ook is de Inspectie eerstelijns toezichthouder voor het productenbesluit asbest.

Op basis van de woningwet is de Inspectie daarnaast belast met het tweedelijns toezicht op de (gemeente)voorschriften uit de bouwverordening voor het slopen van asbest uit bouwwerken en objecten.

Arbeids-Inspectie (AI)

De Arbeidsinspectie is belast met de handhaving van het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet. De arbeidsinspectie controleert op basis van meldingen, die verplicht worden ingediend als asbestwerkzaamheden worden uitgevoerd. Primaire focus van de Arbeidsinspectie is de arbeidsveiligheid voor werknemers. De Arbeidsinspectie heeft tevens de bevoegdheid om bestuurlijke boetes op te leggen in het kader van het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet.

Politie en Openbaar Ministerie

De politie beschikt over algemene opsporingsbevoegdheid heeft een zelfstandige bevoegdheid om op te treden tegen overtredingen van ondermeer de bouwverordening. Optreden van de politie is vaak complementair aan dat van de overheden. Het Openbaar Ministerie is belast met de strafrechtelijk vervolging van overtredingen.

Inspectie Werk en Inkomen

De Inspectie Werk en Inkomen houdt toezicht op de Certificerende Instellingen (CI). Deze instellingen houden op hun beurt weer toezicht op bedrijven die asbestinventarisaties uitvoeren (BRL 5052) of asbest verwijderen (BRL 5050). Deze bedrijven dienen Komo-gecertificeerd te zijn.

VROM-Inspectie Meldpunt

Op de externe linkwebsite van de VROM-Inspectie Meldpunt kunnen gevallen van asbest in bodem, grond, wegen, paden en erven worden gemeld maar ook in de vorm van bouwmaterialen of gebruiksvoorwerpen. De afhandeling van meldingen gebeurt door lokale bevoegde instanties zoals gemeentes en provincies.

Het Landelijke Meldpunt Asbest zorgt dat de melding bij de juiste instantie terecht komt. De instantie die de melding in behandeling neemt, beoordeelt de ernst van de situatie en neemt indien nodig contact op met de eigenaar. Vervolgens wordt vastgesteld of actie ondernomen moet worden om eventuele gevaren voor de gezondheid weg te nemen. Mogelijk moet de asbestverontreiniging gesaneerd worden. Wie de kosten van het saneren moet betalen hangt af van de situatie. Dit zal meestal de veroorzaker zijn, maar ook de eigenaar kan hierop worden aangesproken.

Informatiebronnen