Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Verpakkingsmaterialen

Verpakkingsmaterialen

Vrijkomen

Verpakkingsmaterialen kunnen vrijkomen bij de volgende werkzaamheden:

Hier wordt in hoofdzaak ingegaan op industriële verpakkingen, die vrij kunnen komen in de grond-, weg- en waterbouw (GWW-sector).

De industriële verpakkingsmaterialen bestaan voornamelijk uit:

  • kunststoffen: jerrycans, bulkcontainers, emmers, hoezen, folies, kratten en zakken;
  • karton/papier: trays, dozen, vaten, zakken;
  • hout: pallets, kisten;
  • metaal: stalen vaten, blikken.

Preventie

In het beleidskader B2 van het LAP3 externe linkBeleidskader B2preventie wordt verpakkingsmateriaal specifiek benoemd op het gebied van preventie. Voor verpakkingen geldt een producentenverantwoordelijkheid Producentenverantwoordelijkheid betekent dat producenten of importeurs (mede) verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die door hen op de markt zijn (of worden) gebracht. Er zijn meerdere producten waarvoor een producentenverantwoordelijkheid geldt. De producentenverantwoordelijkheid is opgenomen in het Besluit beheer verpakkingen 2014. Het Besluit beheer verpakkingen is de Nederlandse implementatie van de Europese richtlijn verpakkingen en verpakkingsafval. Volgens het Rijksbrede programma Circulaire Economie moet ook een ketenaanpak voor kunststofafval en drankenkartons gevolgd worden. Het verduurzamen van de verpakkingsketen is opgenomen in de Raamovereenkomst verpakkingen, om dit te bereiken worden brancheverduurzamingsplannen opgesteld.

Bij het aanschaffen van verpakte materialen kan erop gestuurd worden dat alleen hoogst noodzakelijke verpakking wordt meegeleverd. Door slim in te kopen is het vaak mogelijk om af te dwingen dat een leverancier zijn verpakkingen weer mee neemt. De leverancier wordt hiermee verantwoordelijk voor de afvalfase van de verpakkingen en zal efficiënter en effectiever verpakken, waardoor de hoeveelheid afval af zal nemen. Dit kan bijvoorbeeld door herbruikbare verpakkingen te gebruiken.

Het kennisinstituut duurzaam verpakken (KIDV) heeft verscheidene kennissheets opgesteld waarin staat waar duurzame verpakkingen moeten voldoen. Zie hiervoor: externe linkKIDV.

Hoewel de leverancier meestal de verpakking kiest kan een afnemer invloed uit oefenen op een leverancier om verpakkingen te gebruiken die voldoen aan de normen in de kennissheets van het KIDV.

Pallets

Er zijn pallethandels die zowel herbruikbare als eenmalige pallets innemen voor hergebruik.

Industriële verpakkingen

In tegenstelling tot consumentenverpakkingen hebben industriële verpakkingen vrijwel geen marketingfunctie, maar zijn in hoofdzaak bedoeld voor bescherming van het product en van de omgeving tegen het product.

  • Om economische redenen wordt er door de industrie gestreefd naar zo weinig mogelijk verpakking (gewicht en volume) en door levering van producten in zo groot mogelijke eenheden. De kwaliteitseisen, die aan een verpakking worden gesteld, dienen hierbij als minimum standaard. Overigens is 100 procent hergebruik van een aantal typen verpakkingsmaterialen vanwege technische (aantasting verpakking door vervoerde chemicaliën) en ook juridische redenen (bijv. productaansprakelijkheid) niet mogelijk.
  • Door bij het stapelen van dozen en papieren zakken ter vervanging van krimp-, rek- en wikkelfolie gebruik te maken van een nieuw ontwikkelde antisliplijm (oplosmiddelenvrij en biologisch afbreekbaar) kan de hoeveelheid kunststofafval worden beperkt.
  • Door verontreinigde verpakkingen gescheiden te houden van de niet-verontreinigde verpakkingen wordt de hoeveelheid gevaarlijk afval tot een minimum beperkt.
  • Aan producenten/leveranciers, die een retoursysteem hebben voor meermalig bruikbare verpakkingen (al dan niet in de vorm van statiegeld), kan in geval van gelijkwaardige producten voorkeur worden gegeven.

Onderzoek en nieuwe ontwikkelingen

Voor banden wordt het volgende onderzoek gedaan en vinden nieuwe ontwikkelingen plaats:

  • Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van afbreekbare verpakkingsmaterialen, zogenaamde biopolymeren. De eerste resultaten hebben aangetoond dat er zeker voor een aantal te verpakken producten mogelijkheden zijn. Ook is duidelijk geworden dat biopolymeren nooit volledig de "gewone" kunststofverpakkingsmaterialen kunnen vervangen.

Niet-chemicaliënverpakkingen:

  • Nagegaan moet worden welk type verpakking het beste is voor het milieu: eenmalige (wegwerp-) of retourverpakkingen (bijv. statiegeldsysteem), kunststof, glas, metaal of papier, enzovoort. Het milieueffect van verschillende verpakkingen kan het beste worden beoordeeld aan de hand van een milieuanalyse (levenscyclusanalyse). In het kader van het Convenant Verpakkingen is een aantal analyses uitgevoerd voor industriële verpakkingen. Uit de milieuanalyses is gebleken dat niet zonder meer kan worden aangenomen dat meermalige- per definitie beter zijn voor het milieu dan eenmalige verpakkingen.
  • Het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton voorziet ook in de mogelijkheid om statiegeld in te voeren voor drankenverpakkingen ter hoogte van 10 eurocent voor meermalige en 25 eurocent voor éénmalige drankenverpakkingen. Van statiegeld vrijgestelde verpakkingen en dranken worden in artikel 9 van het Besluit vermeld. De betreffende artikelen zijn met het in werking treden van het besluit zelf nog niet van toepassing geworden, maar kunnen bij apart besluit later alsnog in werking worden gesteld.
  • Door met meer geconcentreerde stoffen te werken is er een kleinere hoeveelheid verpakkingsmateriaal nodig. Bij hogere concentraties nemen echter ook de gevaarsaspecten van stoffen toe. Uit dit laatste kunnen weer strengere verpakkingseisen voortvloeien.


Zie ook: