Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Eigenschappen vloerbedekking

Algemeen

De totale hoeveelheid vloerbedekking, die in Nederland jaarlijks nieuw gelegd wordt, bedraagt circa 70 miljoen m2, waarvan ongeveer de helft in kantoren en bedrijfspanden terechtkomt. Hieronder worden de belangrijkste typen vloerbedekking behandeld. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 70% van het oude, vuile vinyl (ca. 7900 ton per jaar) door de consument verwijderd wordt en dat 30% (ca. 3400 ton per jaar) wordt afgevoerd met de stroom bouw- en sloopafval. Daarnaast komt een hoeveelheid van ruim 1000 ton schoon vinylafval (snijafval, restanten etc.) vrij.

De onderstaande vormen van vloerbedekking worden onderscheiden:

  • Linoleum;
  • Parket;
  • Textiel vloerbedekking;
  • Vinyl vloerbedekking;
  • Speciale categorie: Asbesthoudende vloerbedekking.

Linoleum

Linoleum wordt gemaakt van linoleumstof op een ondergrond van textiel. Jaarlijks wordt circa 6 miljoen m2 linoleum toegepast, waarvan zeker 80% in kantoren, winkels en andere bedrijfspanden terechtkomt. Linoleum heeft een gebruiksduur van minstens 15 jaar. Jaarlijks komt naar schatting 6500 à 7000 ton linoleum in het afvalstadium vrij.

Parket

In de utiliteitsbouw worden slechts op zeer kleine schaal parketvloeren toegepast. Parket dat als afvalstof vrijkomt, kan op dezelfde wijze worden verwerkt als houtafval.

Textiele vloerbedekking (tapijt)

Textiele vloerbedekking is een verzamelnaam voor kamerbrede vloerbedekking met een gebruikslaag van textielmateriaal en tapijttegels van gelijksoortig materiaal. Het belangrijkste type is het getuft tapijt, waarbij de gebruikslaag uit rechtopstaande vezels of garens, het poolmateriaal, bestaat. Het dragermateriaal bestaat meestal uit polypropyleen. Het poolmateriaal kan bestaan uit nylon/polypropyleen/wol of combinaties van deze. De hoeveelheid textiele vloerbedekking, die jaarlijks vrijkomt bij kantoren en bedrijven, wordt geschat op 25.000 ton.

Vinylvloerbedekking

Vinylvloerbedekking bestaat uit een aantal lagen verschuimd vinyl op een dragermateriaal (meestal glasvlies). Een schuimlaag bestaat voor 50 à 55% uit PVC-suspensies.

Jaarlijks wordt 6 à 7,5 miljoen m2 vinylvloerbedekking in Nederland toegepast, waarvan 20 à 40% in kantoren en bedrijfspanden. Vinylvloerbedekking heeft een gebruiksduur van circa 8 jaar. De hoeveelheid vinylvloerbedekkingafval, die jaarlijks bij particulieren, bedrijven en kantoren vrijkomt, bedraagt naar schatting 12.300 ton.

Asbesthoudende vloerbedekking

Er zijn twee typen asbesthoudende vloerbedekking te onderscheiden, enerzijds de vloerbedekking met een onderlaag van asbesthoudend vilt, en anderzijds de harde, asbest bevattende vinyltegels. Tot omstreeks 1985 waren vinylvloertegels te koop, waarin asbest verwerkt was. Vinylvloertegels zijn veel toegepast in vochtige ruimten, zoals toiletten en keukens. Vinylvloertegels zijn hard en een beetje glanzend, vaak met een wit "gevlamde" decoratie. Een typisch kenmerk van deze harde vinylvloertegels is dat ze met zwarte kit op de vloer zijn aangebracht. Verder was er in de periode van 1963 tot 1980 vinylvloerbedekking met asbest te koop. Dit "zeil" is veel gebruikt in keukens en op trappen. De toplaag is van pvc en in de onderlaag zit asbest. De viltachtige onderlaag lijkt op karton en is lichtgrijs tot lichtbeige, soms lichtgroen. Daarnaast is er ook nog een zeer beperkt aantal soorten tapijttegels waarin zich asbest kan bevinden.

Op de externe linkwebsite van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt het volgende lijstje aangehouden met vloerbedekkingproducten die zeker asbestvrij zijn:

  • Ondertapijt van vilt;
  • Breekbaar, dun zeil met een doffe, zwarte of wijnrode onderkant;
  • Stijve, zeilachtige vloerbedekkingen met een harde, ruwe onderzijde met daarin een grofmazig juteweefsel (zoals linoleum);
  • Buigzaam zeil met een dikke, bruine, harige onderzijde;
  • Soepel zeil met een onderkant van kunststof (plastic) of foam (schuim).

In geval van twijfel kan men contact opnemen met de Inspectiedienst SZW of met een externe linkSC 540 gecertificeerd adviesbureau.

Het oppervlak aan asbesthoudende vloerbedekking en vinyl-asbesttegels bedroeg begin jaren tachtig van de vorige eeuw naar schatting 7 à 10 miljoen m2 vloerbedekking met vilt en circa 1 miljoen m2 vinyl-asbesttegels. Gezien de technische levensduur van de vloerbedekking kan ook in de komende jaren nog asbesthoudende vloerbedekking vrijkomen. Het RIVM schat de jaarlijks vrijkomende hoeveelheid asbesthoudende vloerbedekking op ruim 1000 ton. Asbesthoudende producten en stoffen moeten altijd apart opgeslagen en afgevoerd worden.

Mogelijke verontreinigingen

Bij vloerbedekking kunnen de volgende verontreinigingen voorkomen:

  • Asbest (mogelijk verwerkt in oude vinyl-vloertegels);
  • Bitumen (mogelijk bij oude vloerbedekking);
  • PVC.

Gezondheid en Arbeidsomstandigheden

Vloerbedekking bevat geen bijzondere risico’s tenzij de vloerbedekking verontreinigd is met asbestvezels. Dan dienen bij het verwijderen van de vloerbedekkingen de Arboregels omtrent asbest in acht te worden genomen.

Met asbest verontreinigde vloerbedekking moet opgeslagen conform het externe linkAsbestverwijderingsbesluit 2005 (dubbele verpakking).

Milieu

Vloerbedekking bevat geen bijzondere risico’s tenzij de vloerbedekking verontreinigd is met asbestvezels.