Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Beleidsblad Kaderrichtlijn Afvalstoffen

Status

Deze richtlijn is op 22 november 2008 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (L 312/3 van 22-11-2008).

Relatie overige regelgeving of beleidsstukken

De Europese lidstaten hadden uiterlijk tot 12 december 2010 om de Kaderrichtlijn in de nationale wetgeving om te zetten. Hiertoe moeten in Nederland de Wet milieubeheer, de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet op de economische delicten worden gewijzigd. De aanpassingen zijn op 3 februari 2011 gepubliceerd. In verband hiermee zijn ook een aantal algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) en ministeriële regelingen gewijzigd.

Doel en reikwijdte

De herziening van de kaderrichtlijn afvalstoffen maakt deel uit van de uitvoering van de Thematische Strategie voor Afvalpreventie en –recycling (COM/2005/666). Deze afvalstrategie beoogt een vermindering van de negatieve milieueffecten die afvalstoffen gedurende hun volledige levenscyclus - van de productie, via de recycling, tot de verwijdering - veroorzaken. Tegen 2020 moet 50% van al het papier, metaal, glas en soortgelijke items uit huizen worden gerecycleerd en moet er tegen hetzelfde jaar 70% aan ongevaarlijk bouw- en sloopafval worden gerecycled. Desnoods zal de Europese Commissie eind 2014 een kader opstellen voor afvalpreventie.

Op haar beurt maakt de afvalstrategie weer deel uit van het 6e Milieu Actie Programma.

Inhoud

Algemeen

De nieuwe richtlijn betreft een versimpeling van de oude kaderrichtlijn uit 1975 en vervangt twee bestaande richtlijnen over gevaarlijk afval en afvalolie. Er is duidelijkheid gekomen rond definities zoals onder meer 'recycling'; 'hergebruik', 'terugwinning' en 'inzameling'. Afvalverbranding die energie oplevert wordt in de nieuwe kaderrichtlijn aangemerkt als een vorm van hergebruik (ipv verwijdering) en sommige vormen van afval worden niet meer als afval aangemerkt, maar als secundaire grondstof.

Ook is er een hiërarchie aangebracht van afval, te weten preventie; hergebruik; recyclage; andere nuttige toepassingen; de veilige en milieuvriendelijke verwijdering ter vermindering van de productie van afval.

De nieuwe Kaderrichtlijn eist ook dat lidstaten afval managementplannen en afvalpreventieprogramma's opstellen.

Wel/geen afvalstof

In de nieuwe richtlijn zijn regels vastgelegd wanneer stoffen of voorwerpen, die het resultaat zijn van een productieproces dat niet in de eerste plaats op het vervaardigen van die stoffen gericht is, bijproducten en geen afvalstoffen zijn. De volgende artikelen/bepalingen zijn van belang bij de vraag of sprake is van een afvalstof of niet:

  • Expliciet uitgesloten stromen (artikel 2)
    De volgende stromen zijn expliciet uitgesloten van de definitie afval:
    • Niet-afgegraven bodem en gebouwen
    • Afgegraven niet-verontreinigde bodem die ter plaatse blijft
    • Uitwerpselen, stro en ander natuurlijk niet gevaarlijk materiaal uit land- en bosbouw, dat wordt gebruik in de land- en bosbouw of voor energieproductie die onschadelijk is voor milieu en gezondheid
    • Dierlijke bijproducten behalve indien bestemd voor verbranding, storten of gebruik in biogas- of composteerinstallaties
    • Ongevaarlijke sedimenten die binnen oppervlaktewater worden verplaatst
  • Afvaldefinitie (artikel 3)
    “elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen”
  • Bijproducten (artikel 3a)
    “materialen die niet het hoofddoel zijn van een productieproces, kunnen worden aangemerkt als bijproduct als:
    • Ze onmiddellijk worden gebruikt zonder verder andere behandeling dan die bij normale productie gangbaar is
    • Er een markt voor is
    • Ze voldoen aan alle relevante voorschriften en ze geen negatieve gevolgen opleveren voor gezondheid en milieu”
      Bijproducten vallen onder productwetgeving en moeten dus bij de uitvoer voldoen aan de vereisten van de desbetreffende communautaire wetgeving.
  • Einde van afval (artikel 3c)
    Sommige vormen van afval worden niet meer als afval aangemerkt, maar als secundaire grondstof. De EU commissie zal waarschijnlijk binnen 5 jaar met voorstellen komen voor criteria voor compost, granulaten, papier, glas, metaal, banden, textiel.

Informatiebronnen