Beleidsblad Bouwstoffenbesluit en oppervlaktewaterenbescherming
Status
23 november 1995 (Staatsblad 1995, 567), ingetrokken per 1 juli 2008 (Staatsblad 2007, 469). Het Bouwstoffenbesluit is in de huidige praktijk enkel nog aan de orde bij het in standhouden van werken die destijds zijn aangelegd onder het regiem van het Bouwstoffenbesluit en in verband met de terugnameplicht op het moment dat een dergelijk werk zijn functie verliest.
Relatie met overige regelgeving of beleidsstukken
Het Bouwstoffenbesluit(Bsb) was een Algemene Maatregel van Bestuur die was gebaseerd op de Wet bodembescherming (Wbb) (zie ook [Beleidsblad Bodemsanering Wet bodembescherming]), de voormalige Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (Wvo). Nieuwe toepassingen van bouwstoffen, grond en bagger vallen onder de werking van het Besluit bodemkwaliteit (zie ook [Beleidsblad Besluit bodemkwaliteit (grondstromen)] en [Beleidsblad Besluit bodemkwaliteit (baggerspecie)]).
Doelstelling en reikwijdte
Het besluit diende twee hoofdmilieudoelen:
- bescherming van bodem- en oppervlaktewater;
- handhaven van bestaand hergebruik van materialen.
Het Bsb stelde milieuhygiënische eisen aan alle bouwstoffen waarvan het totaalgehalte van silicium, calcium, en/of aluminium (in welke verbinding dan ook) tenminste 10 gewichts-% bedraagt.
Dit betrof dus steenachtige bouwstoffen, zoals ophoogzand, zeefzand, ZOAB, beton, grond, bakstenen, puingranulaten e.d. Het besluit gold voor zowel primaire als secundaire materialen, die buiten werden toegepast zowel bij nieuw aan te leggen werken als grondwerken, wegenbouwkundige werken, waterbouwkundige werken en bij bouwwerken als onderhouds- en verbeteringswerken.
Inhoud
Bouwstoffen
Bouwstoffen werden in drie categorieën ingedeeld:
- Categorie 1-bouwstoffen: dit waren bouwmaterialen die geen van de samenstellings (S)- en immissiewaarden (I) van de verschillende parameters overschrijden. De meeste primaire en secundaire bouwmaterialen vielen in deze categorie;
- Categorie 2-bouwstoffen: dit waren materialen die geen enkele samenstellingswaarde overschrijden en waarbij de immissie met isolerende voorzieningen in de ontvangende bodem onder de maximaal toelaatbare immissie (Imax) bleef. De isolatiemaatregelen dienden plaats te vinden conform bijlage H van de Uitvoeringsregeling Bsb. Wanneer de immissiewaarde, ook als wel isolatiemaatregelen zouden worden getroffen, overschreden werden, dan mocht deze bouwstof niet in deze vorm of toepassing worden gebruikt. Kwantitatief beschouwd was dit een betrekkelijk kleine categorie;
- Bijzonder categorie bouwstoffen: onder deze tijdelijke categorie valt AVI-bodemas:
- Voor de AVI-bodemas die onder de categorie “bijzonder” viel (een deel valt in categorie 2), zijn bijzondere isolatievoorschriften ontwikkeld, opdat dit materiaal toch als bouwstof kon worden gebruikt;
Per categorie bouwstof gold een aantal eisen/verplichtingen, die in onderstaande tabel zijn samengevat.
Tabel 1: Eisen en verplichtingen bouwstoffen volgens het Bsb
|
categorie 1 |
categorie 2 |
bijzondere categorie: AVI-bodemas |
Bodem |
|
|
|
Oppervlaktewater |
|
|
|
NB: in de praktijk kwam de toepassing van categorie 2 en bijzondere categorie bouwstoffen in oppervlaktewater niet of nauwelijks voor.
Grond
Voor grond onderscheidde het Bsb drie klassen:
- Schone grond: wanneer het gehalte van een aantal componenten onder die van de zogenoemde 'samenstellingswaarden voor standaardbodem' lag (in principe de streefwaarde), werd de grond als schoon beschouwd. Gebruik van deze grond was geheel vrij. Het Bsb stelde geen eisen;
- Categorie 1-grond; grond werd tot deze categorie gerekend, als voor organische componenten de samenstellingswaarde en voor anorganische componenten de interventiewaarde niet werden overschreden en, ook als geen isolatiemaatregelen werden getroffen, geen van de in het besluit opgenomen immissiewaarden (voor anorganische parameters) werden overschreden;
- Categorie 2-grond: als voor organische componenten de samenstellingswaarde en voor anorganische componenten de interventiewaarde niet werden overschreden en als, met toepassing van isolatievoorzieningen, geen van de in het besluit opgenomen immissiewaarden (voor anorganische parameters) werden overschreden. De isolatiemaatregelen dienden plaats te vinden conform bijlage H van de Uitvoeringsregeling Bsb
Grond was kwantitatief zeer belangrijk in het kader van het Bsb: ca. 80% van de bouwstoffen waarop het Bsb van toepassing is, betrof grond. Hiervan was ca. 80% te kwalificeren als schone grond.
Voor categorie 1 en categorie 2 grond waren de volgende specifieke eisen en verplichtingen van kracht:
Tabel 2: Eisen en verplichtingen grond volgens het Bsb
|
schone grond |
categorie 1 |
categorie 2 |
Bodem |
geen eisen |
|
|
Oppervlaktewater |
meldingsplicht |
|
|
NB: in de praktijk kwam de toepassing van categorie 2 grond in het oppervlaktewater nauwelijks voor.
Procedurele aspecten Bsb
Nadere informatie over de meer procedurele aspecten was opgenomen in de Handhavings- en Uitvoeringsmethode Bouwstoffenbesluit (HUM-Bouwstoffenbesluit).