Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Beleidsblad Aanpak waterbodems Wet bodembescherming

Titel:
Aanpak waterbodems onder de Wet bodembescherming (Wbb)

Status:
Met de inwerkingtreding van de Waterwet is de waterbodemparagraaf uit de Wet bodembescherming komen te vervallen en daarmee de ook Circulaire sanering waterbodems 2008. Waterbodems worden in de basis niet meer aangepakt vanuit een gevalssystematiek zoals dat het uitgangspunt is bij de aanpak van landbodems in het kader van de Wet bodembescherming. Waterkwaliteit op gebiedsniveau is de basis voor de beoordeling van de (diffuse) waterbodemkwaliteit. Verwezen wordt naar beleidsblad Waterbodems onder de Waterwet (Wtw).

Er zijn echter gevallen waarbij de Wet bodembescherming (alsnog) van toepassing is bij de aanpak van waterbodemverontreiniging. Alleen speelt of kan dit spelen bij de zogeheten samenloopgevallen, overgangsrechtgevallen en nieuwe gevallen. In dit beleidsblad wordt hierop ingegaan.

Overgangsrecht
De Wet bodembescherming blijft van toepassing op gevallen van waterbodemverontreiniging, die voor het inwerkingtreden van de Waterwet zijn aangemerkt als ernstig en spoedeisend. Dit overgangsrecht eindigt op het moment dat het evaluatierapport van de sanering door het bevoegd gezag wordt goedgekeurd. Daarmee komt ook de nazorgverplichting vanuit de Wet bodembescherming te vervallen.

Samenloop
Indien er sprake is van grensoverschrijdende verontreiniging kan het zijn dat de verontreiniging onder de Wet bodembescherming moet worden aangepakt. Er is sprake van grensoverschrijdende gevallen als verontreinigingen vanuit het watersysteem in de landbodem terecht zijn gekomen en andersom. Hierop is dan zowel de Waterwet (voor het deel in de waterbodem) als de Wet bodembescherming (voor het deel in de landbodem) van toepassing. De aanpak van grensoverschrijdende gevallen wordt gekoppeld aan de ligging van de bron van de verontreiniging, op voorwaarde dat er een duidelijke bron te vinden is. Daarbij geldt het volgende principe:

  • Aanpak volgens de Waterwet indien de bron in het watersysteem is gelegen en de beheerder maatregelen treft omdat de verontreiniging een belemmering vormt voor het bereiken van de gebiedskwaliteit, inclusief dat deel van de verontreiniging dat naar de landbodem is verspreid en tot ernstige risico’s leidt (artikel 5.17 Wtw);
  • Aanpak volgens de Wet bodembescherming indien de bron op de landbodem is gelegen en er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging waarvoor spoedige sanering noodzakelijk is, inclusief dat deel van het geval van verontreiniging dat in het watersysteem is gelegen (artikel 63c Wbb).

Overgangsrecht en samenloop geldt voor de zogeheten historische verontreinigingen (verontreiniging ontstaan voor 1 januari 1987).

Nieuwe waterbodemverontreinigingen
Voor nieuwe verontreinigingen geldt de zorgplicht van artikel 6.8 van de Wtw. Deze bepaling sluit nauw aan bij de zorgplichtbepaling van de Wbb (artikel 13 Wbb) en geldt voor verontreinigingen ontstaan na 1 januari 1987. De Waterwet heeft alle zorgplichtverontreinigingen vanaf 1 januari 1987 overgenomen via het overgangsrecht. Er gaat dus geen tweede jaartal gelden door de inwerkingtreding van de Waterwet.

Indien als gevolg van een milieu-incident het oppervlaktewater en / of de waterbodem verontreinigd raakt is de Wtw dus van toepassing, waarin een bevoegdheid voor de waterbeheerder is opgenomen om aanwijzingen te geven over de te nemen maatregelen. Dit geldt voor alle nieuwe waterbodemverontreinigingen en alle “zorgplichtverontreinigingen” die sinds 1987 zijn ontstaan en voorheen onder de zorgplicht van art. 13 Wbb vielen. Dit betekent dat de waterbeheerder (verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en de waterbodem) de afwikkeling op zich neemt. Indien zowel de landbodem als het oppervlaktewater en waterbodem verontreinigd (dreigen te) worden, zullen de betreffende bevoegde gezagen voor bodem en waterbodem goed moeten samenwerken om het milieu-incident adequaat af te wikkelen. In dat geval moet onderling worden afgesproken wie als bevoegd gezag optreedt en welk kader, Waterwet of Wet bodembescherming, van toepassing is.

Alle overige gevallen
In alle andere gevallen is de Wet bodembescherming niet van toepassing. Daarom is het begrip waterbodemsanering in algemene zin niet (meer) aan de orde en wordt waterbodemkwaliteit beoordeeld in het licht van waterkwaliteit. Verwezen wordt naar externe linkBeleidsblad (waterbodems in de) Waterwet.

Meer informatie:
externe linkHandboek Water Inhoud pagina: Verontreiniging bodem en oever