Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Beleidsblad Uitvoeringskwaliteit bodembeheer (Kwalibo)

Titel:
Besluit en Regeling bodemkwaliteit.

Status:

Besluit van 22 november 2007 (publicatie Staatsblad nr. 469), laatstelijk gewijzigd 2015 (Staatsblad 231/232).
Regeling van 13 december 2007 (publicatie Staatscourant nr. 247), laatstelijk gewijzigd 2015 (Staatscourant 16241).

Het onderdeel Kwalibo in het Besluit bodemkwaliteit was vanaf 2006 geregeld in het Besluit en Regeling uitvoeringskwaliteit bodembeheer. De regels daarin waren van kracht sinds 1 oktober 2006. De regels betreffen onder andere: monsterneming bij partijkeuringen, analyse van bouwstoffen, afgifte van kwaliteitsverklaringen en certificatie van rechtspersonen, aanleg van bodembeschermende voorzieningen en inspectie van vloeistofdichte voorzieningen, veldwerk en analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, bewerking van verontreinigde grond of baggerspecie, milieukundige begeleiding en uitvoering van bodemsaneringen en productie van bouwstoffen, grond of baggerspecie.

Relatie met overige regelgeving of beleidsstukken:
Het Besluit stelt nadere regels over in de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming, de Waterwet en en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

De Regeling is gerelateerd aan de Wet milieubeheer (artikel 11.2 dat kwaliteitsborging regelt) en aan het Besluit bodemkwaliteit [zie Besluit bodemkwaliteit (grondstromen)

Doelstelling:
In 2000 heeft de sector bodemsanering zelf, in samenwerking met de overheid, de activiteiten geïnventariseerd die het meest kritisch zijn voor een goed eindresultaat van onderzoek en/of sanering. Vervolgens heeft men instrumenten ontwikkeld aan de hand waarvan betrokken partijen de gewenste kwaliteit kunnen bereiken. Dit zijn documenten waarin de technische eisen aan de uitvoering of het product zijn vastgelegd, vaak aangevuld met eisen aan de toetsing op een correcte uitvoering. Het vrijwillige karakter van het al dan niet toepassen van deze eisen bleek onvoldoende om een goede kwaliteit van de uitvoering te borgen. De wettelijke regels over uitvoeringskwaliteit bodembeheer zijn opgesteld om de kwaliteit van de meest kritische activiteiten wettelijk te borgen en om de integriteit van de uitvoerders te verbeteren.

Reikwijdte:
Dit onderdeel van het Besluit bepaalt dat instellingen bepaalde activiteiten alleen mogen uitvoeren als zij erkend zijn door de Rijksoverheid. De Regeling geeft aan om welke activiteiten het gaat en op welke private instrumenten men de erkenningen baseert.

Dit onderdeel van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit heeft alleen betrekking op de expliciet in deze documenten beschreven activiteiten.

Inhoud hoofdstuk 2 Besluit:

  1. mandaat ministers om erkenningen te verlenen (art. 9 t/m 13 ) en beschrijving van de procedures rondom erkenning;
  2. verboden en verplichtingen, waaronder: verbod (art. 15 tm/ 22 ) om activiteiten uit te voeren zonder in bezit te zijn van een erkenning en: verbod (art. 17 ) om werkzaamheden uit te voeren op objecten waarbij uitvoerder bepaalde belangen heeft (‘functiescheiding’);
  3. sancties (art 23 t/m 25), de minister kan erkenningen schorsen of intrekken.

Inhoud Regeling:

  1. definities (art. 1.1);
  2. aanwijzing werkzaamheden waarvoor de regelgeving geldt (art. 2.1 );
  3. basis voor erkenning (art. 2.2, instrumenten opgesomd in bijlage C van de Regeling);
  4. mandaat Bodem+ inzake erkenningen en typen instellingen die kunnen worden aangewezen;
  5. verplichting tot persoonsregistratie voor bepaalde activiteiten (art. 2.3);
  6. website voor erkende personen en instellingen (art. 2.4);
  7. onafhankelijkheidseisen (art. 2.5);
  8. formulieren (art. 2.6);
  9. Aanwijziging van normdocumenten (opgesomd per werkzaamheid in bijlage C van de Regeling).

De werkzaamheden die momenteel onder erkenning uitgevoerd moeten worden, zijn hieronder opgesomd. In de toekomst kan het zijn dat ook andere activiteiten aan de erkenningsverplichting worden toegevoegd.

  • aanleg van bodembeschermende voorzieningen;
  • afgeven van kwaliteitsverklaringen op grond van een nationale BRL (door o.a. certificerende instellingen en producten);
  • analyse van bouwstoffen, grond of baggerspecie (door laboratoria);
  • analyse voor milieuhygiënisch bodemonderzoek;
  • bewerking van verontreinigde grond of baggerspecie (de procesmatige ex-situ reiniging van verontreinigde grond of baggerspecie door middel van thermische, extractieve of biologische methoden, of zandscheiding, rijping of landfarming van baggerspecie;
  • certificering van rechtspersonen;
  • inspectie van bodembeschermende voorzieningen;
  • milieukundige begeleiding bij (water)bodemsanering en nazorg;
  • monsterneming bij partijkeuringen;
  • produceren van bouwstoffen, grond of baggerspecie op basis van een nationale beoordelingsrichtlijn (hieronder valt ook het samenvoegen en keuren van verschillende partijen grond);
  • uitvoering van (water)bodemsaneringen;
  • veldwerk (plaatsen van boringen en peilbuizen ten behoeve van het nemen van grond- en grondwatermonsters, het nemen van grondwatermonsters of locatie-inspectie en monsterneming van asbest in de bodem;
  • verwijderen, onklaar maken en installeren van ondergrondse opslagtanks, leidingen en appendages;
  • voorzieningen ondergrondse opslagtaks, leidingen en appendages beoordelen en keuren;
  • inspecteren van de aanleg van een werk met isolerende voorzieningen;
  • aanbrengen van isolerende voorzieningen;
  • controle van de staat van een werk (toepassing IBC bouwstof0;
  • samenvoegen van verschillende partijen grond of baggerspecie;
  • mechanisch boren in de bodem;
  • keuren van mestbassins en afdekkingen;
  • ontwerpen, installeren, beheren en onderhouden van het ondergrondse deel en het bovengrondse deel van bodemenergiesystemen.

Ruimte voor decentraal beleid:
De kwaliteitsregels zijn landelijk van toepassing, de instrumenten waarnaar de regels verwijzen zijn of worden privaat ontwikkeld. De Regeling biedt dan ook niet zozeer ruimte voor decentraal beleid, maar wel ruimte aan belanghebbende partijen om zelf de technische eisen te formuleren.

Instrumenten:
Bij het zorgen voor een goede uitvoeringskwaliteit bodembeheer spelen vanuit de Regeling formeel aangewezen instrumenten een belangrijke rol. Dit zijn normdocumenten die allemaal de technische eisen aan uit te voeren werkzaamheden of aan een product beschrijven, veelal gecombineerd met regels voor de toetsing op een correcte uitvoering. Deze constructie betekent dat de technische eisen buiten de publieke regelgeving blijven en privaat zijn (of kunnen worden) ontwikkeld. De Regeling verwijst (in bijlage C ) naar een groot aantal normdocumenten, in de onderstaande vormen. Welk normdocument van toepassing is hangt van de activiteit af.

  • NEN(-EN-ISO)-normen;
  • ISSO-publicaties;
  • certificatieschema’s, elk bestaande uit een beoordelingsrichtlijn, al dan niet met één of meer protocollen;
  • accreditatieprogramma of accreditatieschema.

Nadere informatie: