Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Beleidsblad Activiteitenbesluit

Status

In werking sinds 1 januari 2008 (Staatsblad 2007, 415), wordt regelmatig gewijzigd.

Relatie met overige regelgeving of beleidsstukken

Het Activiteitenbesluit is onder andere gebaseerd de Wet milieubeheer ( Wm), de Waterwet, de externe linkWet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, de externe linkWet algemene bepalingen omgevingsrecht, de externe linkWet bodembescherming en de externe linkMeststoffenwet.

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) bepalen al dan niet in combinatie met een deel van het Activiteitenbesluit of er sprake is van vergunningplicht voor activiteiten binnen inrichtingen.

Voor een aantal activiteiten uit het Activiteitenbesluit hebben bedrijven sinds 1 januari 2011 een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig. Dit is een toestemming van het bevoegd gezag voordat een bedrijf kan starten met deze activiteiten.

Doel en Reikwijdte

Naast het stroomlijnen van de milieuwet- en regelgeving is een belangrijk doel van het Activiteitenbesluit om de administratieve lasten van het bedrijfsleven terug te brengen. Het Activiteitenbesluit bevat algemene milieuregels voor bedrijven en stelt eisen ten aanzien van diverse thema's (bijvoorbeeld de milieuaspecten geluid, lucht en bodem). Het Activiteitenbesluit richt zich ook op de lozingen vanuit een inrichting.

Historie en ontwikkelingen

Na 1 januari 2008 hebben twaalf algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) plaatsgemaakt voor één nieuwe algemene maatregel van bestuur: het Activiteitenbesluit milieubeheer, beter bekend als het Activiteitenbesluit. Het gaat daarbij om bedrijven die behoren tot de metaal- en elektrotechnische industrie en de zeefdrukkerijen. Dit wordt ook wel de eerste fase genoemd.

De tweede fase van het project "Modernisering algemene regels" is onderverdeeld in drie tranches.

  • Eerste tranche: op 1 januari 2010 zijn 7 bedrijfstakken en de inrichtingen voor traditioneel schieten onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit gebracht.
  • Tweede tranche: per 1 januari 2011 is een aantal afvalgerelateerde activiteiten onder het Activiteitenbesluit gebracht. Op basis van de Kaderrichtlijn afvalstoffen is er voor afvalgerelateerde activiteiten als uitgangspunt een vergunningplicht. Hiervan mag in twee gevallen worden afgeweken:
  • bij de verwijdering van eigen, niet gevaarlijke afvalstoffen op de plaats van productie of
  • bij nuttige toepassing van afvalstoffen

Met deze uitgangspunten is vervolgens gekeken welke handelingen met afvalstoffen zich lenen voor algemene regels.

  • Derde tranche: per 1 januari 2013 zijn onder andere rubber- en kunststof-, beton-, en grafische industrie onder de werking van het Activiteitenbesluit ondergebracht, evenals agrarische activiteiten en de Richtlijn industriële emissies (Rie).
  • Vierde tranche: per 1 januari 2015 zijn wijzigingen omtrent energie in werking getreden en per januari 2016 de overige wijzigingen waaronder de gieterijen, hondenkennels en asbestverwijderingsbedrijven die nu ook onder het Activiteitenbesluit vallen.

Categorieën

Het Activiteitenbesluit deelt bedrijven op in 3 categorieën:

  • Type A:
    Bedrijven waarvan de activiteiten weinig (negatieve) invloed hebben op het milieu. Bijvoorbeeld: kantoren, banken en peuterspeelzalen. Type A-bedrijven hoeven bij oprichting of wijziging geen Omgevingsvergunning voor milieu aan te vragen en ook geen melding te doen aan het bevoegd gezag in het kader van het Activiteitenbesluit.
  • Type B:
    Bedrijven uit onder andere de metaalelektro-industrie, tandheelkundige laboratoria, zeefdrukkerijen en een deel van de afvalverwerkende bedrijven. Het gaat tevens om bedrijfstakken waarvoor algemene regels in voormalige branchegerichte besluiten (AMvB’s) waren vastgelegd, zoals voor de horeca. Deze bedrijven hebben ook geen Omgevingsvergunning nodig voor milieu, wel kan een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) noodzakelijk zijn. Voor type B-bedrijven moet bij oprichting, wijziging of uitbreiding van het bedrijf in ieder geval een melding worden gedaan aan het bevoegd gezag in het kader van het Activiteitenbesluit.
  • Type C:
    Bedrijven waarvoor de vergunningplicht blijft gelden, zoals betonmortelcentrales en ziekenhuizen. Daarnaast zijn landbouw- en glastuinbouwbedrijven waarvoor algemene regels gelden, type C-bedrijven. Een agrarische inrichting, die een inrichting type C is onder het Activiteitenbesluit, moet bij oprichting of verandering een melding doen in het kader van het Activiteitenbesluit en kan een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) noodzakelijk zijn.

Typen voorschriften

In het Activiteitenbesluit zijn doelvoorschriften opgenomen. Een doelvoorschrift beschrijft hoeveel een activiteit het milieu mag belasten. Bijvoorbeeld hoeveel olie er maximaal in het afvalwater mag zitten. Bedrijven hebben dan maximale vrijheid om maatregelen te kiezen om aan het doelvoorschrift te voldoen. Dit bevordert het gebruik van innovatieve technieken.

In de Activiteitenregeling zijn middelvoorschriften opgenomen. Hierin staan de (technische) middelen beschreven waarmee een bedrijf aan doelvoorschriften in het Activiteitenbesluit kan voldoen. Dit geeft meer duidelijkheid aan ondernemers over de maatregelen om aan de milieunormen te voldoen.

Nadere informatie

De externe linkActiviteitenbesluit Internet Module (AIM) is een ICT-systeem dat tot doel heeft het Activiteitenbesluit te ontsluiten voor bedrijven en het bevoegd gezag. Met de AIM kunnen gebruikers drie dingen doen:

  1. Achterhalen om welk type bedrijf het gaat (A, B of C) en of een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) nodig is. 
  2. Bepalen welke artikelen uit het Besluit en de Ministeriële regeling voor een specifiek bedrijf van toepassing zijn.
  3. Bedrijven kunnen de melding elektronisch (of op papier) bij de gemeente of provincie indienen.

Het systeem bestaat uit twee hoofdmodules:

  • Vraag/antwoordmodule (kennisboom)
    Met de vraag/antwoord module kan de gebruiker van het ICT-systeem door het beantwoorden van een aantal vragen voor een specifieke situatie te weten komen:
    • of de inrichting meldingsplichtig of vergunningplichtig is (ofwel of het om een inrichting type A, B of C gaat);
    • of de melding naar een waterbeheerder gestuurd moet worden en
    • of er een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig is.
      Ook genereert de module een overzicht van de geldende voorschriften, maatregelen en toelichtingen ingevolge het Activiteitenbesluit, die van toepassing zijn op de betreffende inrichting (voorschriften pakket "op maat").
  • Meldingsmodule (formulier)
    Met de meldingsmodule kan de gebruiker van het ICT-systeem de feitelijke melding gericht aan het bevoegd gezag opstellen en deze langs elektronische weg versturen. Daarnaast kan de melding ook worden afgedrukt of opgeslagen om per post te versturen. Ook geeft de meldingsmodule de mogelijkheid om eventueel gevraagde bijlagen digitaal mee te sturen.

Informatiebronnen