Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Beleidsblad Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Status

12 oktober 1995 (Staatsblad 1995, 525), laatst gewijzigd bij Staatsblad 2010, 350

Relatie met overige regelgeving of beleidsstukken

De Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) is de eerst aangewezen wet als het gaat om het vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast blijven de overige voorschriften op grond van de milieuwetgeving (hoofdstuk 9 en 10 [Wet milieubeheer]) gewoon van toepassing.

In de voorschriften in ministeriële regelingen bij de wet zijn ook de internationale voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen:

  • ADR, Internationale regelgeving voor het vervoer over de weg
  • IMDG-code (IMO), Internationale regelgeving voor het vervoer over de zee (voor zover het Nederlandse en buitenlandse (zee)schepen betreft die gevaarlijke stoffen aan boord hebben en die op Nederlandse binnenwateren varen). 
  • ADN, Europese regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het binnenwater.
  • RID, Europese regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor.

Doel en reikwijdte

De Wvgs is een vervoerswetgeving en bevat regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De Wvgs is een integrale kaderwet en heeft als doel het bevorderen van de openbare veiligheid bij het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit betekent het voorkomen van schade, of hinder voor mens, dier en omgeving als gevolg van dit vervoer. Naast het vervoer zelf vallen ook handelingen gerelateerd aan het vervoer onder deze wet.

De Wet vervoer gevaarlijke stoffen is geldig binnen de Nederlandse grenzen. De Wvgs is niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht en over zee. Daar zijn respectievelijk de Luchtvaartwet en de Schepenwet voor.

Inhoud

Kernpunten

De Wvgs geldt uitsluitend voor het vervoeren van gevaarlijke stoffen en handelingen, die daarmee verbonden zijn. Het gaat om de volgende handelingen:

  • beladen van een vervoermiddel met gevaarlijke stoffen en lossen van die stoffen daaruit.
  • vervoer met een vervoermiddel over land, per spoor en over binnenwateren aanbieden en aannemen van gevaarlijke stoffen.
  • vervoeren van gevaarlijke stoffen met een vervoermiddel over land, per spoor en over binnenwateren.
  • laten staan en het laten liggen van vervoermiddelen, waarin of waarop zich gevaarlijke stoffen of resten daarvan bevinden.
  • neerleggen van gevaarlijke stoffen tijdens het vervoer. Hiermee wordt bedoeld een kortstondige opslag van gevaarlijke stoffen in afwachting van aansluitend vervoer. Het begrip "kortstondig" moet zo uitgelegd worden dat vooraf bekend moet zijn, wanneer het vervolgtransport plaatsvindt. Er is geen maximum tijdsduur voor vastgesteld. Wel moet de eindbestemming van het vervolgtransport vaststaan. Deze bestemming mag niet binnen dezelfde onderneming zijn. Verder mag de verpakking tijdens de ‘opslag’ niet onderbroken zijn.

Het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen een onderneming valt eveneens onder de Wvgs.

Ministeriële regelingen

De Wet vervoer gevaarlijke stoffen is algemeen van opzet en biedt ruimte voor nader te stellen regels door middel van een algemene maatregel van bestuur, in dit geval het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen (Bvgs). Het besluit bevat een verdere uitwerking van de regels in de wet. Gedetailleerde (technische) voorschriften per soort vervoer zijn opgenomen in ministeriële regelingen en worden periodiek bijgesteld zodat op nieuwe ontwikkelingen wordt ingespeeld. In de regelingen staan onder andere eisen voor:

  • de stoffen;
  • de verpakking;
  • de bouw en uitrusting van de vervoermiddelen;
  • de opleiding van het personeel.

Vervoer over de weg

De Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (Vlg) bevat specifieke voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Als bijlage 1 bij deze regeling zijn de internationale regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen, afkomstig uit het ADR verdrag.

Vervoer over het spoor

De Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (Vsg) bevat specifieke voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor. Als bijlage 1 bij deze regeling zijn de internationale regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen, afkomstig uit het RID verdrag.

Vervoer over de binnenwateren

De Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (Vbg) bevat specifieke voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per schip. Als bijlage 1 bij deze regeling zijn de internationale regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het binnenwater, afkomstig uit het ADN verdrag. Als bijlage 2 bij deze regeling is de ministeriële regeling (RVGZ) met regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen met zeeschepen opgenomen, waarmee de code (IMDG) van toepassing is gemaakt op Nederlandse en buitenlandse schepen die gevaarlijke stoffen aan boord hebben en die op Nederlandse binnenwateren varen waaronder de Westerschelde. 

Routering

Het transport van alle gevaarlijke stoffen rust op een belangrijk basisprincipe: diegene die met een voertuig via de weg gevaarlijke stoffen vervoert is, op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs), verplicht als zodanig de bebouwde kommen van gemeenten te vermijden. Als het vervoer binnen de bebouwde kom noodzakelijk is ten behoeve van het laden en lossen of omdat er redelijkerwijs geen route buiten de bebouwde kom beschikbaar is, mag de chauffeur van dit basisprincipe afwijken. In aanvulling op het basisprincipe kan de gemeente, in het belang van de openbare veiligheid, wegen of weggedeelten aanwijzen voor het vervoer van bepaalde gevaarlijke, -routeplichtige- stoffen. De chauffeur mag dan alleen van deze weg afwijken indien hij bij diezelfde gemeente een ontheffing heeft aangevraagd. Bovenstaande staat verwoordt in de artikelen 11 en 12 Wvgs.

Niet alle gevaarlijke stoffen zijn routeplichtig. In de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (Vlg) die op basis van de WVGS is vastgesteld, is een lijst opgenomen met daarin de lijst voor routeplichtige stoffen. De meest voorkomende routeplichtige stoffen zijn: brandbare gassen, zoals LPG en propaan, giftige en bijtende stoffen, zoals chloor en ammoniak en ontploffingsgevaarlijke stoffen zoals vuurwerk.

Routering over de weg komt het meest voor. Dit wordt aangegeven door de bekende oranje borden met de punt en de zwarte pijl.

De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft op 1 augustus 1997 het Rijkswegennet aangewezen voor het routeren van gevaarlijke stoffen. De provinciale overheid stelt uitsluitend op een provinciaal wegennet vast. Ook de gemeentelijke routes moeten aansluiten op het landelijke en provinciale netwerk. Niet alle gemeenten hebben een route vastgesteld. Ze zijn niet verplicht dit te doen.

Meldplicht

Wanneer er een incident plaatsvindt dat gevaar oplevert voor de openbare veiligheid, moet dit gemeld worden. De vervoerder is verplicht om alle informatie te verstrekken, die nodig is om het ongeval of voorval te analyseren. Voor het melden van incidenten is een speciaal inlichtingenformulier beschikbaar. Bij ernstige ongevallen, waar de IVW-dV aanwezig is, vult deze het formulier samen met de betrokken vervoerder direct in. Bij voorvallen van minder ernstige aard kan het formulier achteraf gestuurd worden aan de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV). Deze dienst houdt zich bezig met registratie van incidenten. In veel APV’s (Algemene Plaatselijke Verordeningen) is ook een meldplicht met betrekking tot incidenten met gevaarlijke stoffen opgenomen.

Uitzonderingen

Het Bvgs kent een aantal uitzonderingen op de wettelijke vereisten bij het vervoer van gevaarlijke stoffen:

  • Een particulier, die gevaarlijke stoffen voor eigen gebruik vervoert, hoeft niet aan de eisen van de wet te voldoen. Zonder deze uitzonderingen zou men ook bij het meenemen van een flesje campinggas aan de regels van de wet moet voldoen. Ook vuurwerk (niet meer dan twee kilo) mag in de auto worden meegenomen.
  • Een andere uitzondering betreft landbouwbestrijdingsmiddelen. Deze mogen tussen het bedrijf en de daarbij behorende landbouwgronden worden vervoerd.

Naast de algemene uitzonderingen biedt de Wvgs de mogelijkheid om een ontheffing of vrijstelling van de voorschriften te vragen, wanneer deze niet kunnen worden nageleefd. Voorwaarden voor het toestaan van deze afwijkingen zijn dat het om bijzondere gevallen moet gaan en dat de openbare veiligheid er niet door in gevaar komt. Deze ontheffingen worden, wat de spoorwegen en de rijks(vaar)wegen betreft, formeel verleend door de Minister van I&M. Ontheffingen moeten worden aangevraagd bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) te Den Haag.

Handhaving

De Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Vervoer (IVW-dV) is belast met handhaving van de Wvgs. De Minister van I&M is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen.

Informatiebronnen