Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Beleidsblad Wijzigingsbesluit Bodemenergie (Wbbe)

Status
Het besluit tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) in verband met regels inzake bodemenergiesystemen is op 25 maart 2013 in het Staatsblad (2013, nr 112) gepubliceerd en op 1 juli 2013 in werking getreden. Met het Wbbe worden zeven AMvB’s gewijzigd, te weten:

  • Activiteitenbesluit milieubeheer (Barim);
  • Besluit bodemkwaliteit (Bbk);
  • Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi);
  • Besluit lozing afvalwater huishoudens (Blah);
  • Besluit omgevingsrecht (Bor);
  • Waterbesluit;
  • Besluit hernieuwbare energie (geen inhoudelijke gevolgen voor bodemenergiesystemen).

Doel en reikwijdte
Met dit besluit wordt ruimte gegeven aan bodemenergie en wordt beoogd de toepassing van bodemenergiesystemen te stimuleren. Het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen kent de volgende specifieke doelstellingen:

  1. het creëren van een gelijk speelveld voor open en gesloten bodemenergiesystemen, door regels te stellen voor de momenteel nog niet geregelde gesloten systemen;
  2. verkorten van de huidige in de Waterwet voor vergunningverlening voor open bodemenergiesystemen voorgeschreven uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), door van toepassing verklaring van de reguliere procedure;
  3. uniformeren van de nu nog uiteenlopende provinciale voorschriften voor open bodemener-giesystemen, door invoering van een in heel Nederland geldend algemeen niveau van bodembescherming;
  4. invoeren van gebiedsgericht beleid in drukke gebieden of gebieden met een grote energiebehoefte;
  5. voorkomen van interferentie tussen bodemenergiesystemen buiten interferentiegebieden;
  6. invoeren van een erkenningsregeling voor (het ontwerpen en installeren van) bodemenergiesystemen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit.

Meldingsplicht
gesloten systemen Gesloten systemen die na 1 juli 2013 worden geïnstalleerd zijn meldingsplichtig op grond van het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen. Afhankelijk van het (bodemzijdig) vermogen van een gesloten systeem kan het zijn dat naast de melding ook een OBM (omgevingsvergunning beperkte milieutoets) is vereist. Dit is een vergunning op grond van de Wabo, waaraan geen voorschriften kunnen worden verbonden. Deze vergunning kan worden verleend of geweigerd (ja/nee toets). Weigeringsgronden zijn interferentie en ondoelmatig gebruik van bodemenergie.

Naast de meldingsplicht gelden er ook algemene regels die gelden voor bodemenergiesystemen die na 1 juli 2013 zijn geïnstalleerd. Met deze algemene regels wordt een algemeen beschermingsniveau bewerkstelligd. Dit houdt in dat het pakket aan algemene regels het belang van de bodem beschermen en invulling geven aan doelmatig gebruik van bodemenergie. De algemene regels bieden een algemeen beschermingsniveau voor heel Nederland dat is gericht op de bescherming van bodem en water en de bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie en hebben betrekking op:

  • energiebalans;
  • retourtemperatuur;
  • energie rendement;
  • interferentie;
  • circulatie vloeistoffen/ lekkage;
  • buitengebruikstelling;
  • monitoring;
  • registratie;
  • kwaliteitsborging.

In bijzondere situaties (retourtemperatuur en energiebalans) wordt de mogelijkheid geboden om maatwerkvoorschriften te stellen (aangevraagd of ambtshalve) om het algemene beschermingsniveau aan te passen aan de individuele situatie. Hiermee kan worden afgeweken van de standaardbepalingen van het Activiteitenbesluit (Barim) en het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi) als het bevoegd gezag daarmee heeft ingestemd.

Vergunningen open bodemenergiesystemen (WKO)
Voor open bodemenergie systemen die grondwater onttrekken is altijd een vergunning nodig in het kader van de Waterwet. De watervergunning voor de onttrekking op basis van de Waterwet wordt verleend door de provincie. Voor het verkrijgen van een vergunning worden de potentiële milieuhygiënische en hydraulische gevolgen van het open systeem onderzocht en waar mogelijk beperkt of voorkomen.

Met de komst van het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen worden er middels instructieregels voorschriften aan de vergunning. Deze instructieregels zijn vergelijkbaar met de algemene regels voor gesloten systemen. Ze hebben betrekking op de retourtemperatuur (maximaal 250 C) en de energiebalans (geen warmteoverschot). Provincies kunnen hiervan afwijken indien dit in het belang is van doelmatig gebruik van bodemenergie en het belang van bescherming van de bodem zich hiertegen niet verzet. De vergunning vervult daarmee een belangrijke rol in de borging van de kwaliteit van bodem en grondwater.

Interferentie
Bodemenergiesystemen kunnen elkaar negatief beïnvloeden (interferentie) wanneer de thermische invloedsgebieden van verschillende bodemenergiesystemen overlappen. Hierdoor kunnen energierendementen teruglopen. De gemeente (en in bijzondere gevallen de provincie) kan een of meerdere gebieden aanwijzen waarin ordening van bodemenergiesystemen wenselijk is: de interferentiegebieden. In de praktijk gaat het meestal om stedelijk gebied of kassengebied.

Het (rechts)gevolg van het aanwijzen van een interferentiegebied is dat kleine gesloten systemen een vergunningplicht krijgen. Gemeenten en provincies kunnen beleidsregels vaststellen waarmee een gericht en sturend beleid ten aanzien van bodemenergie kan worden gevoerd, met name in interferentiegebieden maar ook daarbuiten.

Lozen bij aanleg en onderhoud bodemenergiesystemen
Bij de aanleg en het onderhoud van bodemenergiesystemen komt afvalwater vrij. Bij lozingen van dit afvalwater wordt onderscheid gemaakt in twee typen afvalwater. Door de specifieke kenmerken van deze afvalwaterstromen geldt er een voorkeursvolgorde voor de lozingsroute.

  • afvalwater dat vrijkomt bij het boren van de gaten in de bodem voor de aanleg van bodemenergiesystemen (zowel open als gesloten systemen) met als voorkeursvolgorde: 1. vuilwaterriool, 2. op de bodem, 3. overige routes;
  • afvalwater dat vrijkomt bij het ontwikkelen en het beheer van open bodemenergiesystemen met als voorkeursvolgorde 1. in de bodem, 2. oppervlaktewater, 3. schoonwaterriool, 4. vuilwaterriool, 5. externe verwerker.

In de externe linkHandreiking lozingen bij aanleg en onderhoud van bodemenergiesystemen worden de voorkeursvolgorde van de lozingsroutes verder uitgelicht.

Kwaliteitsborging
Voor alle bodemenergiesystemen (open of gesloten, binnen of buiten inrichtingen) gelden op grond van hoofdstuk 2 van het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) regels met betrekking tot de uitvoering van bepaalde werkzaamheden, zoals boringen. Deze regels hebben tot doel de uitvoeringskwaliteit van werkzaamheden in het bodembeheer te bevorderen. Op grond van het Bbk dienen bodemintermediairs te beschikken over een erkenning en moeten zij de werkzaamheden uitvoeren conform de vastgestelde richtlijnen en protocollen.

De erkenningsplicht voor SIKB-BRL 11000 en BRL-KvINL 6000-21 is per 1 oktober 2013 toegevoegd aan bijlage C van de Regeling bodemkwaliteit. De regeling voorziet in een overgangstermijn, waardoor de intermediairs sinds 1 oktober 2014 daadwerkelijk over de erkenning moeten beschikken.

Tools voor vergunningverlening en handhaving
In de externe linkHandreiking besluiten bodemenergiesystemen (BUM Bodemenergie) en de Handhavings Uitvoerings Methode Bodemenergie (HUM Bodemenergie)zijn voorschriften uit het Wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen en de Provinciale Milieuverordening verder uitgewerkt in een leidraad voor het beoordelen van vergunningaanvragen en voor de toetsing en handhaving van zowel de vergunningen als de algemene regels. Hierin zijn ook specifieke onderwerpen als energiebalans, interferentie en monitoring geoperationaliseerd. In een aparte bijlage II bij de BUM en HUM is de toetsmethode op interferentie tussen kleine gesloten systemen opgenomen.

Informatiebronnen