Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Aardkundige waarden in zandgrond en beekdalen

Het ontstaan van de zandgronden met aardkundige fenomenen

In het Pleistoceen hebben de ijstijden een groot aandeel geleverd aan de zandgronden in Nederland. Het betreft gebieden met dekzanden, rivierduinen en stuifzanden. Binnen de zandgronden onderscheiden we de noordelijke zandgronden ten noorden van de grote rivieren en de zuidelijke zandgronden van Noord-Brabant en Limburg. Het verschil tussen deze zandgronden is dat enkel de noordelijke zandgronden een landijsbedekking meemaakten in de voorlaatste ijstijd, het Saalien (ca. 300.000 tot 130.000 jaar geleden). Het smeltwater zette zand en grind af in de vorm van terrassen en puinwaaiers. In de laatste ijstijd, het Weichselien (ca. 120.000 tot 12.000 jaar geleden), bereikte het landijs Nederland niet, maar heersten er wel poolomstandigheden (zie ook). Er groeide door de droogte en de kou vrijwel niets, waardoor de wind het zand elders afzette als dikke pakketten dekzand. Dit dekzand is de voornaamste grondsoort van zowel de noordelijke als de zuidelijke zandgronden. Als gevolg van verschillende invloeden van de benoemde fysische processen glooit op de ene plaats het dekzand licht terwijl op een andere plaats het dekzand koppen of ruggen heeft gevormd. Zie ook [Aardkundige waarden als gevolg van fysische processen: ijs en poolomstandigheden] en [Aardkundige waarden als gevolg van fysische processen: wind].

Randwal

Het ontstaan van een randwal door de aanwezige vegetatie © www.heerlijckvrijspel.nl

Door het opnieuw verstuiven van reliëfrijke dekzanden, waardoor de aanwezige begroeiing verloren ging (o.a. door afsteken heideplaggen voor potstalbemesting), ontstonden zandverstuivingen. Op sommige plaatsen werd het stuifzand ingevangen in de randbegroeiingen en hoopte het zand op tot meters hoge en honderden meters lange randwallen. Zie het onderstaande figuur voor dit proces. In actieve stuifzandgebieden als het Kootwijkerzand en de Bedafse Bergen (Uden) gebeurt dit nog steeds zo.

Doordat het dekzand makkelijk te bewerken is, werden dekzandgebieden al snel gebruikt als landbouwgebied. Door ophoging met potstalmest ontstonden bolle akkers, bekend onder namen als ‘essen’ en ‘enken’. Op de hoger gelegen gronden bevonden zich de heidegronden, met hier en daar vennen. De vennen ontstonden in uitblazingslaagten in het dekzandgebied, waar neerslag of grondwater stagneerde op de ondiepe leemlagen. Op de lager gelegen gronden bevonden zich langs de beken en rivieren de nattere broek- en hooilanden. Zie onderaan de pagina voor externe links met meer informatie.

Het ontstaan van beekdalen met aardkundige waarden

Vaak is er een directe relatie tussen de morfologie van het dekzand met de loop van een beek. Een beekdal is namelijk een lager gelegen gebied in een dekzandgebied, waardoor een beek stroomt. Het dekzand heeft op de ene plaats een lichte glooiing, terwijl het dekzand op een andere plaats koppen of ruggen vormt. Het zandgebied is rijk aan kleine rivieren en beken. De meeste waterlopen zijn nu rechtgetrokken, maar hier en daar zijn oorspronkelijke slingerende beken/rivieren te vinden, als de Noord-Brabantse Leije en de Overijsselse Dinkel. De actieve rivierprocessen van deze ‘meanderende’ beken leveren mooie landschapselementen op. In de buitenbochten ontstaan door erosie (afslijting) steile oevers, ofwel stootoevers. In de binnenbochten ontstaan de glijoevers, flauwe oevers waarop materiaal wordt afgezet (sedimentatie). Zie ook [B. Aardkundige waarden per landschapstype].

Aardkundige waarden in zandgrond en beekdalen

De zandgronden met beekdalen komen voor ten noorden van de grote rivieren en in de zuidelijke provincies Noord-Brabant en Limburg. Het betreft gebieden met dekzanden, rivierduinen en stuifzanden, vaak gerelateerd aan beekdalen. De meeste beken zijn rechtgetrokken, maar er zijn nog enkele oorspronkelijke meanderende beken te vinden. Deze natuurlijke dekzand(rugg)en, stuifzanden, rivierduinen en meanderende beken worden beschouwd als aardkundige waarden. Evenals de daaraan gerelateerde aardkundige fenomenen als oude, verlande meanders/beekbochten, oeverwallen, glijoevers en stootoevers.

Eén van de meest gave dekzandlandschappen met esdorpen en meanderende beken het nationale landschap en tegelijk nationaal park de Drentse Aa. Door grote delen hiervan stromen vrij meanderende beken van het Drentsche Aa-systeem. Andere voorbeelden van meanderende beken zijn de Noord-Brabantse Leije en de Overijsselse Dinkel in het Lutterzand. Zie de foto hieronder voor een voorbeeld van een meanderende geul in Zuid-Limburg.

Meanderende beek

Meanderende beek bij Epen in de provincie Limburg © www.visitzuidlimburg.nl

Actieve stuifzandgebieden zijn zeldzaam in Noordwest-Europa, maar in Nederland zijn enkele aanwezig. Mooie voorbeelden van actieve stuifzandgebieden zijn te vinden rond de Veluwe, waaronder het Kootwijkerzand. Andere actieve stuifzandgebieden zijn de Bedafse Bergen, Lutterzand, Harskampse Zand, Stroese Zand, Wekeromse Zand, Hulshorsterzand en het Beekhuizerzand. Verder zijn er zandverstuivingen in de nationale parken Loonse- en Drunense Duinen en Drents-Friese Wold, in het Sint Anthonisbos, in de buurt van Rosmalen en bij het Aekingerzand. Zie ook [Aardkundige waarden in de provincie Gelderland], [Aardkundige waarden in de provincie Overijssel], [Aardkundige waarden in de provincie Limburg] en [Aardkundige waarden in de provincie Noord-Brabant].

Door het opwaaien van dekzand zijn met name in Noord-Limburg en in de Alblasserwaard rivierduinen te vinden, ook wel donken genoemd. De hoogste actieve rivierduin in Nederland is te vinden aan de oever van de Waal, in natuurgebied de Millingerwaard. Zie het figuur hieronder voor een foto van deze rivierduin.

Rivierduin

Rivierduin (donk) bij Millingerwaard © Staatsbosbeheer

Op de Basiskaart Aardkundige Waarden (bron: Beusekom E., 2007) zijn de aardkundige waarden op kaart weergegeven. Een vergelijkbare kaart is de externe linkoverzichtskaart van aardkundige waarden van het Rijksdienst van Cultureel Erfgoed. Hierop zijn uitgebreide beschrijvingen te vinden van de eigenschappen en het voorkomen van de aardkundige waarden in Nederland. Beschrijvingen van de verschillende landschappen in Nederland en de aardkundige fenomenen die erin te vinden zijn, staan in het boek Bewogen aarde (bron: Beusekom, E. 2007). Ook het boek Landschappelijk Nederland (Berendsen, H.J.A. 1997) is een waardevol naslagwerk met betrekking tot (het ontstaan van) de landschappen en aardkundige fenomenen in Nederland.

Links

Extern:

externe linkOverzichtskaart van aardkundige waarden

externe linkNationale Parken

externe linkNationaal park de Drentsche Aa

externe linkNationale landschappen Loonse- en Drunense Duinen en Drents-Friese Wold

Literatuur:

Boek: Bewogen aarde – aardkundig erfgoed in Nederland (E. van Beusekom, 2007).

Boek: Landschappelijk Nederland (H.J.A. Berendsen, 1997)

Intern:

[Aardkundige waarden als gevolg van fysische processen: ijs en poolomstandigheden]

[Aardkundige waarden als gevolg van fysische processen: wind]

[B. Aardkundige waarden per landschapstype]

[Aardkundige waarden in de provincie Gelderland]

[Aardkundige waarden in de provincie Overijssel]

[Aardkundige waarden in de provincie Limburg]

[Aardkundige waarden in de provincie Noord-Brabant]