Bioaccumulatie
TECHNIEKSHEET Onderzoekstechniek: Bioaccumulatie |
Versie: November 2016 |
||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Samenvattende omschrijving techniek (gebaseerd op praktijkervaring van onafhankelijk techniekexpert) |
|||||||||||||||||||||
Met deze techniek worden gehalten van verontreinigingen in organismen gemeten. Hiervoor worden organismen verzameld die leven in de bodem, waterbodem / slib. Voor landbodems worden in de bodem levende kleinere organismen en planten gebruikt. Voor de waterbodem zijn dit veelal wormen, vissen en mosselen. De gehalten in de organismen worden door middel van chemisch laboratoriumonderzoek gemeten. Met de resultaten kan het risico op doorvergiftiging van hogere organismen zoals vogels en zoogdieren worden bepaald; bijvoorbeeld met behulp van modelberekeningen. |
|||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||
Algemene informatie (gebaseerd op informatie van techniekaanbieder) |
|||||||||||||||||||||
Naam |
Bioaccumulatie |
||||||||||||||||||||
Meeteenheid en parameter |
Mg/kg droge stof (meestal), mg/kg vet (organische stoffen), dimensieloos (mg/kg organisme per mg/kg substraat, BCF: bioconcentratiefactor) |
||||||||||||||||||||
Bodemfase |
Grond |
Grondwater |
Poriënwater |
Puur product |
Bodemlucht |
||||||||||||||||
Aard techniek |
Fysisch |
Geofysisch |
Chemisch |
Biologisch |
I.c.m. Sondering |
Probe/ Sensor |
Overig |
||||||||||||||
Plaats van toepassing |
In situ |
On site |
Aan maaiveld |
Boven maaiveld/in de lucht |
Off site |
||||||||||||||||
Detectiewijze |
Boren / steken |
Verdringing / sonderen |
Tomografie |
Off site meting |
Meting op maaiveld / waterbodem |
Meting aan oppervlakte open water |
|||||||||||||||
Toepasbaar in afzonderlijke lagen |
nee |
ja |
Minimale dikte laag: n.v.t. |
||||||||||||||||||
Bodemtypen waarvoor techniek geschikt is |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
||||||||||||||||
Landbodem/waterbodem |
Landbodem |
Waterbodem |
|||||||||||||||||||
Stap in keten van dataverzamelen |
a- Aanloop |
b- Boren / penetreren / instr.plaatsing |
c- Monstername |
d- Meten |
e- Dataverzamelen en evalueren |
f- Bodeminformatie |
|||||||||||||||
Moment van beschikbaarheid resultaten |
In het veld zijn meetresultaten beschikbaar |
Nabewerking / interpretatie off site nodig |
|||||||||||||||||||
Ontwikkelingsfase techniek |
Demonstratiefase |
Verbredingsfase |
Routinematig toegepast |
||||||||||||||||||
Wijze van inkopen |
Als dienst |
Als product |
Als apparaat |
||||||||||||||||||
Algemene omschrijving uitvoeringswijze |
Organismen worden verzameld in het veld of zijn afkomstig uit een [bioassay]. In deze organismen wordt het gehalte aan stoffen (metalen, PAK’s, PCB’s, bestrijdingsmiddelen, TBT enzovoorts) gemeten. |
||||||||||||||||||||
Werkingsprincipe |
Organismen nemen gedurende hun leven stoffen op, hetzij uit de bodem, hetzij met hun voedsel. Wanneer het organisme wordt gegeten door organismen hoger in de voedselketen, zoals vogels of zoogdieren, worden de stoffen doorgegeven. Dit verschijnsel heet doorvergiftiging. Deze organismen hoger in de voedselketen kunnen hiervan schade ondervinden. Het risico op doorvergiftiging kan worden berekend met behulp van diverse modellen waarbij rekening wordt gehouden met de karakteristieken en voedselinname van de vogels of zoogdieren. |
||||||||||||||||||||
Punt / lijnmeting / volumemeting |
Puntmeting |
Lijnmeting (verticaal) |
Lijnmeting (horizontaal) |
Oppervlaktemeting |
Volumemeting |
||||||||||||||||
Technische specificaties (w.o. nauwkeurigheid) |
De technische specificaties zijn afhankelijk van de stof en het organisme. In overleg met het beoogde laboratorium wordt bepaald hoeveel monster materiaal (biomassa) nodig is. Dit kan variëren van enkel grammen tot meerdere honderden grammen per monster. |
||||||||||||||||||||
Typisch dieptebereik |
0,20 m maar is afhankelijk van de te bemonsteren soort |
Gevoeligheid onafhankelijk van de diepte |
Gevoeligheid verandert met de diepte |
||||||||||||||||||
Tijdeigenschappen |
De opname van stoffen (tot een stabiele evenwichtsconcentratie) duurt weken tot jaren en is mede afhankelijk van andere factoren zoals leeftijd en ontwikkelingsfase van het organisme. De gebruikte monsters zijn eenmalig inzetbaar. Met de resultaten wordt de opname van stoffen door het organisme bepaald waaraan het organisme gedurende zijn leven is blootgesteld. |
||||||||||||||||||||
Meetsnelheid |
De resultaten zijn veelal in ongeveer vier weken beschikbaar. |
||||||||||||||||||||
Presentatie resultaten |
De resultaten worden veelal in de vorm van een analyselijst met gehalten gepresenteerd. Ook is het mogelijk dat de resultaten verder worden uitgewerkt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld vergelijking met referentiegehalten, berekening van bioconcentratiefactoren (gehalte in organisme / gehalte in bodem) en/of modelberekeningen van het risico op doorvergiftiging in de voedselketen (risico voor vogels of zoogdieren/mens). |
||||||||||||||||||||
Kosten |
Verzamelen organismen in het veld: afhankelijk van onderzoeksopzet Analyse: € 200,- tot €1.000,- afhankelijk van de stofkeuze. Verdere interpretatie en uitwerking afhankelijk van omvang, vormt meestal een onderdeel van een groter onderzoek. |
||||||||||||||||||||
Trends en ontwikkelingen |
In de wetenschap wordt gewerkt aan gebruik van ‘kunstwormen’ voor de vaststelling van opname van organische verontreinigingen uit de bodem. |
||||||||||||||||||||
Illustratie |
|||||||||||||||||||||
Gebruikersinformatie (gebaseerd op praktijkervaring van onafhankelijk techniekexpert) |
|||||||||||||||||||||
Beschikbaarheid |
alleen in buitenland beschikbaar |
techniek in ontwikkeling |
één of enkele aanbieders in NL |
groot aantal aanbieders |
|||||||||||||||||
Wordt techniek vaak toegepast? |
Incidenteel |
Af en toe |
Zeer geregeld |
||||||||||||||||||
Onderzoeksfase waarin techniek toepasbaar is |
(Verkennen) |
Uitkarteren |
Variantkeuze |
Ontwerp |
(Realisatie) |
Controle |
Monitoring |
Nazorg |
|||||||||||||
Verificatiemetingen / ijkmetingen |
worden veelal toegepast |
Worden veelal niet toegepast |
n.v.t. of afhankelijk van onderzoeksdoel |
||||||||||||||||||
Veel gebruikte toepassing in praktijk |
Binnen Triade onderzoeken (ecologische risicobeoordeling). BodemBiologische Indicator en Referenties Biologische bodemkwaliteit (RIVM). In langlopende monitoring van trend en toestand van het milieu. |
||||||||||||||||||||
Geschiktheid |
Stoffen met een doorvergiftigingsrisico betreffen zware metalen en organische stoffen. De bodemeigenschappen en het bodemgebruik bepalen de aanwezigheid en het belang van een organisme binnen een bodemecosysteem. Daarmee bepalen ze ook de keuze voor het organisme voor bioaccumulatieonderzoek. Metingen aan organismen uit het veld geven de meest realistische inschatting van de bioaccumulatie en het doorvergiftigingsrisico. |
||||||||||||||||||||
Praktijkervaringen in Nederland |
uitgevoerd binnen Triade onderzoeken van zowel land- als waterbodem. In het landelijk meetnet van rijkswateren (MWTL) worden metingen aan aal (en driehoeksmosselen) uitgevoerd. |
||||||||||||||||||||
“Do's“ |
|
||||||||||||||||||||
“Don'ts “ |
Onderzoek met gewervelde dieren is gebonden aan wetgeving. Toestemming van een Dierexperimentencommissie is hiervoor nodig. Deze techniek is daardoor ook deels afhankelijk van aangeleverde, in de natuur overleden dieren, maar hiervan kan niet altijd het foerageergebied worden vastgesteld. |
||||||||||||||||||||
Ook geschikt voor |
- |
||||||||||||||||||||
Achtergrondinformatie / Links |
|||||||||||||||||||||
Bodemstandaard |
- |
||||||||||||||||||||
Literatuur |
SKB cahier Bodemecologie Bijlage 5 uit: Vergelijking MTR-bodem en ER-bodem op basis van doorvergiftiging uit: Landelijke referentiewaarden ter onderbouwing van maximale waarden in het bodembeleid (RIVM-rapport 711701053/2007) |
||||||||||||||||||||
Hyperlinks (internet) |
- |