Canister luchtmonstername
TECHNIEKSHEET Onderzoekstechniek: Canister luchtmonstername |
Versie: November 2016 |
|||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
Samenvattende omschrijving techniek (gebaseerd op praktijkervaring van onafhankelijk techniekexpert) |
||||||||||||||||||||||||||
Met een vacuüm gezogen inert vat wordt lucht aangezogen. Het zo gevulde vat wordt voor analyse van de lucht aan een laboratorium aangeboden. |
||||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||
Algemene informatie (gebaseerd op informatie van techniekaanbieder) |
||||||||||||||||||||||||||
Naam |
Canister luchtmonstername. |
|||||||||||||||||||||||||
Meeteenheid en parameter |
De canister is een monstername techniek waarbij de meting van gehalten zelf in een laboratorium plaatsvindt. Parameters: afhankelijk van de analysemogelijkheden van het laboratorium (typisch: vluchtige organische koolwaterstoffen in lucht en bulkgassen). |
|||||||||||||||||||||||||
Bodemfase |
Grond |
Grondwater |
Poriënwater |
Puur product |
Bodemlucht |
|||||||||||||||||||||
Aard techniek |
Fysisch |
Geofysisch |
Chemisch |
Biologisch |
I.c.m. Sondering |
Probe/ Sensor |
Overig |
|||||||||||||||||||
Plaats van toepassing |
In situ |
On site |
Aan maaiveld |
Boven maaiveld/in de lucht |
Off site |
|||||||||||||||||||||
Detectiewijze |
Boren/ steken |
Verdringing/ sonderen |
Tomografie |
Off site meting |
Meting op maaiveld/ waterbodem |
Meting aan oppervlakte open water |
||||||||||||||||||||
Toepasbaar in afzonderlijke lagen |
Nee |
ja |
Minimale dikte laag: 15 cm |
|||||||||||||||||||||||
Bodemtypen waarvoor techniek geschikt is |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
|||||||||||||||||||||
Landbodem/waterbodem |
Landbodem |
Waterbodem |
||||||||||||||||||||||||
Stap in keten van dataverzamelen |
a- Aanloop |
b- Boren / penetreren / instr.plaatsing |
c- Monstername |
d- Meten |
e- Dataverzamelen en evalueren |
f- Bodem informatie |
||||||||||||||||||||
Moment van beschikbaarheid resultaten |
In het veld zijn meetresultaten beschikbaar |
Nabewerking / interpretatie off site nodig |
||||||||||||||||||||||||
Ontwikkelingsfase techniek |
Demonstratiefase |
Verbredingsfase |
Routinematig toegepast |
|||||||||||||||||||||||
Wijze van inkopen |
Als dienst |
Als product |
Als apparaat |
|||||||||||||||||||||||
Algemene omschrijving uitvoeringswijze |
Een vacuüm gezogen vat (canister) vult zich gedurende een ingeregelde tijdsduur met lucht als de afsluiter wordt opengedraaid. De techniek is toepasbaar voor bodem-, binnen- en omgevingslucht. Doordat de canister vacuüm wordt aangeleverd, is geen (gekalibreerde) pomp nodig om lucht aan te zuigen. Afhankelijk van de locatie van luchtmonstername kan de lucht al dan niet met een specifiek hulpstuk (slang, filter, sonde) worden aangezogen uit de binnenlucht van een specifiek vertrek of de bodemlucht van een specifieke bodemlaag. Na monstername wordt de canister naar het laboratorium gestuurd voor analyse van de bemonsterde lucht. |
|||||||||||||||||||||||||
Werkingsprincipe |
Door een drukverschil wordt lucht onder afgeregelde condities de canister in gezogen. De binnenkant is elektrolytisch gepolijst en chemisch gedeactiveerd, waardoor het oppervlak chemisch inert is. De inhoud van de canister wordt in het laboratorium geanalyseerd. |
|||||||||||||||||||||||||
Punt / lijnmeting / volumemeting |
Puntmeting |
Lijnmeting (verticaal) |
Lijnmeting (horizontaal) |
Oppervlaktemeting |
Volumemeting |
|||||||||||||||||||||
Technische specificaties (w.o. nauwkeurigheid) |
Diverse afmetingen van canisters zijn beschikbaar in veel voorkomende volumes van 1 tot 20 liter. Verbindingen met een kookpunt tot ca. 220 °C kunnen worden gemeten. |
|||||||||||||||||||||||||
Typisch dieptebereik |
N.v.t. |
Gevoeligheid onafhankelijk van de diepte |
Gevoeligheid verandert met de diepte |
|||||||||||||||||||||||
Tijdeigenschappen |
Meetduur is voorafgaand aan de meting flexibel in te stellen. Het bereik van de metingen bedraagt enkele seconden (momentane meting) tot ca. 2 weken (tijdgemiddelde meting over deze periode). Het type ventiel dat op de canister is bevestigd is, bepaalt de snelheid van de monstername als het ventiel is geopend. |
|||||||||||||||||||||||||
Meetsnelheid |
Er vindt geen meting plaats maar monstername. De monstername zelf duurt enkele seconden tot ca. 2 weken, afhankelijk van de instelling van het ventiel op de canister. Monstername gedurende 4 uur is gebruikelijk bij bodemlucht. Monsternames gedurende 48 uur of 7 dagen zijn gebruikelijk bij binnenlucht. |
|||||||||||||||||||||||||
Presentatie resultaten |
De beoogde resultaten (concentratie van bepaalde gassen in de lucht) zijn beschikbaar nadat laboratoriumonderzoek van het luchtmonster heeft plaatsgevonden. |
|||||||||||||||||||||||||
Kosten |
Afhankelijk van het type canister liggen de huurprijzen rond de 100 euro per canister (monster). De prijs is afhankelijk van de meetduur (kan canister gelijk worden meegenomen of moet hiervoor worden teruggekomen). Bijkomende kosten als analyses zijn niet inbegrepen. |
|||||||||||||||||||||||||
Trends en ontwikkelingen |
- |
|||||||||||||||||||||||||
Illustratie |
[Figuur] |
|||||||||||||||||||||||||
Gebruikersinformatie (gebaseerd op praktijkervaring van onafhankelijk techniekexpert) |
||||||||||||||||||||||||||
Beschikbaarheid |
alleen in buitenland beschikbaar |
techniek in ontwikkeling |
één of enkele aanbieders in NL |
groot aantal aanbieders |
||||||||||||||||||||||
Wordt techniek vaak toegepast? |
Incidenteel |
Af en toe |
Zeer geregeld |
|||||||||||||||||||||||
Onderzoeksfase waarin techniek toepasbaar is |
(Verkennen) |
Uitkarteren |
Variantkeuze |
Ontwerp |
(Realisatie) |
Controle |
Monitoring |
Nazorg |
||||||||||||||||||
Verificatiemetingen / ijkmetingen |
worden veelal toegepast |
worden veelal niet toegepast |
n.v.t. of afhankelijk van onderzoeksdoel |
|||||||||||||||||||||||
Veel gebruikte toepassing in praktijk |
- Analyse van bodem-, binnen- en buitenlucht op vluchtige organische koolwaterstoffen. - Ondersteuning bij de analyse van de risico’s op uitdamping naar binnenruimten. - Monstername op één bepaald moment of over een langere periode waarmee een gemiddelde luchtkwaliteit over een langere tijd kan worden bepaald. |
|||||||||||||||||||||||||
Geschiktheid |
- Monitoren van vluchtige verontreinigingen. - Controle op mogelijke lekkage van vluchtige verontreinigende stoffen uit ondergrondse opslagtanks. - Langdurige opslag van monsters is mogelijk zonder belangrijk verlies van betrouwbaarheid van de samenstelling van het monster. |
|||||||||||||||||||||||||
Praktijkervaringen in Nederland |
Deze methode wordt door de nodige techniekaanbieders routinematig toegepast voor bodem-, binnen- en buitenlucht. Monstername van restverontreinigingen in lucht in leeggemaakte ondergrondse opslagtanks. |
|||||||||||||||||||||||||
“Do's“ |
Beëindiging van de luchtmonstername net voordat de canister op atmosferische druk komt, geeft het laboratorium de mogelijkheid de canister te controleren op resterende onderdruk. Hiermee kan de integriteit van het monster worden gewaarborgd. De aanzuigsnelheid van de canister neemt af als de druk in de canister de druk van de buitenlucht nadert. Als een luchtmonster wordt genomen waarbij een tijdgemiddelde over meerdere dagen wordt genomen door het ventiel periodiek te openen en te sluiten dient met dit effect rekening te worden gehouden. Voor bodem- en binnenluchtmetingen worden canisters met een inhoud gebruikt van meestal 6 liter. Canisters met een inhoud kleiner dan 1 liter worden alleen voor kortdurende (persoonlijke) metingen (ARBO) gebruikt. |
|||||||||||||||||||||||||
“Don'ts “ |
Aanzuigen van ‘valse’ lucht; zorg dat alleen lucht wordt aangezogen die bemonsterd moet worden. Bij bodemluchtonderzoek niet gebruiken in de bron van verontreiniging omdat de kans bestaat dat de bemonsterde concentraties dusdanig hoog zijn dat dit kan leiden tot verontreiniging van de analyseapparatuur op het lab. |
|||||||||||||||||||||||||
Ook geschikt voor |
Monstername van bulkgassen als O2, N2, H2, CO, CO2, CH4 en NH3. |
|||||||||||||||||||||||||
Achtergrondinformatie / Links |
||||||||||||||||||||||||||
Bodemstandaard |
- |
|||||||||||||||||||||||||
Literatuur |
EPA Compendium Method TO-15 RIVM briefrapport 607711013/2013 |
|||||||||||||||||||||||||
Hyperlinks (internet) |
Compendium of Methods for the Determination of Toxic Organic Compounds in Ambient Air Groundwater, soil, soil gas and indoor air characterization Soil-gas monitoring: soil-gas well designs and soil-gas sampling techniques |