Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Actualisatie 2016

In 2016 heeft Rijkswaterstaat/Bodem+ aan Sweco opdracht gegeven voor het uitvoeren van een actualisatie van het onderdeel onderzoekstechnieken. Hieronder staat de verantwoordingsrapportage van deze opdracht. Dat houdt in dat het doorlopen proces, de gemaakte keuzen, betrokken derden en resultaten worden beschreven. Het doel hiervan is om bij mogelijke latere vragen over de inhoud van de Bodemrichtlijn, nieuwe aanvullingen of aanpassingen aan de inhoud hierop te kunnen terugvallen. De motivatie voor acties op individuele technieken is gegeven in de voorstudie externe linkInventarisatie t.b.v. actualisatie Bodemonderzoekstechnieken Richtlijn Herstel en Beheer (water)bodemkwaliteit Zaaknummer 31067929 (Sweco, 15 december 2015).

Uitgevoerde werkzaamheden
De verschillende achtereenvolgend uitgevoerde werkzaamheden zijn:

  1. Naamgeving technieken op de site conform NPR 5741
  2. Aanvullen kleine +/- tabel met technieken uit NPR 5741
  3. Updaten van 7 bestaande technieksheets
  4. Opstellen 12 nieuwe technieksheets
  5. Algemene actualisatie [1] technieksheets en [2] grote +/- tabel (database)
  6. Aangeven nieuwe handige ingangen voor het zoekmenu (per techniek categorie aangeven)
  7. Aanpassingen van ‘Praktijkvoorbeelden voor opzet en uitvoering nader onderzoek’
  8. Validatieproces nieuwe informatie door extern deskundigen.

Onderstaand zijn ze verder in detail uitgewerkt.

1. Naamgeving technieken op de site conform NPR 5741
Uit een voorverkenning (2015, Sweco) zijn technieknamen uit verschillende bodemstandaarden geïnventariseerd en in één tabel aan elkaar verbonden. Deze is als basis gebruikt voor de volgende activiteiten.

  • Alle technieknamen (voor zover van toepassing) zijn aangepast aan de naam zoals die is gehanteerd in de NPR 5741.
  • Van technieken die in andere bodemstandaarden een andere naam hebben is de naam opgenomen in een aparte kolom in de database. Het betreft de standaarden ISO 18400-102, ISO 22475 en SIKB 0101;
  • Voor zover niet strijdig met bovenstaande punt zijn enkele technieknamen voor zover aan de orde ‘strakker’ omschreven (bijvoorbeeld de elektromagnetische metingen), in meer in overeenstemming gebracht met de doelstelling van de Bodemrichtlijn (bij voorkeur generieke namen in plaats van handelsnamen) of meer generiek gemaakt (‘datalogger’ in plaats van ‘diver’ welke laatste een merknaam van een specifiek type datalogger is).

2. Aanvullen kleine +/- tabel met technieken uit NPR 5741

  • In de +/- tabellen zijn de volgende technieken op de nog ontbrekende kenmerken beoordeeld: Zuigen (boren), Draadgestuurde steekbus ('Wireline core sampler'), Foliesteekbus, Jenkins-Mudsampler, Macro-core, Ministeekbus, Ministeekbus, Mostap, Spitsmuis boring, Guts, In-situ microcosm (bijv. BACTRAP), Diffusie- en sorptiesystemen. Hiervoor is een analyse van techniekkenmerken (via een internetscan en eventueel telefonische verificatie) en waar nodig een validatie door een externe deskundige uitgevoerd;
  • Controle door het Sweco-projectteam.

Afwijkend van de opdracht is het volgende uitgevoerd:

  • De ‘Puls steektechniek’ is komen te vervallen (het betreft namelijk een combinatie van twee andere technieken);
  • In de +/- tabel “Monsternemingstoestellen grondwater” is nu ‘Diffusie en sorptiesystemen’ opgenomen als techniek en zijn de individuele technieken vervallen;
  • Voor de ‘Tijdgewogen diffusie en sorptie monsterneming’ is een nieuwe +/- tabel opgesteld. Daar waar deze individuele technieken eerst in de +/- tabel “Monsternemingstoestellen grondwater” waren opgenomen, zijn ze daar vervallen;
  • De divers zijn nu als een versie van ‘datalogger’ beschreven waarbij de +/- tabel met een groot aantal is uitgebreid.

3. Updaten bestaande technieksheets

  • Updaten van de informatie van de volgende in het vooronderzoek geselecteerde technieksheets: bioaccumulatie, bodemmicrobiologische processen, DNA-analyse, elektromagnetische metingen – FDEM, elektromagnetische metingen – boorgat, MIP, mobiele GC, stabiele isotopen analyse, troebelheidsmetingen oppervlaktewater, waterstofmeting in het veld en de XRF;
  • Afhankelijk van de bereidheid en beschikbaarheid van techniekspecialisten is hiervoor gebruik gemaakt van de volgende wijzen van aanpak: internetscan, telefonische interviews, opstellen concept-sheet, conceptsheet ter validatie bij extern of interne deskundigen neerleggen. Op deze wijze zijn 10 technieken aangepakt;
  • Bij de evaluatie van de waterbodemtechnieken is een afweging gemaakt voor het toepassingsgebied. Een aantal technieken is ook toe te passen als ‘off shore’ techniek en staat daarmee in een andere context dan het oorspronkelijk toepassingsgebied ‘waterbodem’. Daarmee is een heel nieuw hoofdstuk van technieken aan de orde waarbij de scheidslijn niet altijd even duidelijk is. Deze ‘off shore insteek’ is – net als in de eerste versie van dit onderdeel van de Richtlijn – vooralsnog niet opgepakt.

4. Opstellen 12 nieuwe technieksheets

  • Voor de volgende technieken is een nieuwe sheet opgesteld: FID/PID, gamma-ray sensor, canister luchtmonstername, tijdgewogen diffusie en sorptie monsterneming, drone, GeoFlo, HPT-sondering met MPT-minipomproef en de sondering – seismisch. De keuze voor deze technieken is uitgebreid besproken met RWS.
  • Opgemerkt wordt dat voor de ‘tijdgewogen diffusie en sorptie monsterneming’ een andere strategie is gevolgd: in plaats van de technieksheets van individuele technieken is er nu een opgesteld voor de groep als geheel en is een +/- tabel opgesteld voor alle varianten (bijv. de Sorbisense). E.e.a. heeft in goed overleg met RWS plaatsgevonden.
  • De techniek ‘drone’ is strikt genomen geen techniek maar een platform waarop bijvoorbeeld sensoren kunnen worden gemonteerd voor het verrichten van metingen. Er is toch gekozen om deze als techniek op te nemen omdat er de komende tijd veel toepassingen voor worden verwacht.
  • Voor de HPT-sondering is ervoor gekozen om deze samen met de MPT-minipompproef te beschrijven omdat deze in de praktijk altijd gelijktijdig worden uitgevoerd.
  • Het vermelden waard is de ‘Asbestmeter’. Deze is aangemeld in de eerdere werkveldraadpleging maar bleek na uitgebreid naar zoeken en navragen ‘slechts’ nog in het ontwikkelstadium te zijn. Aangeraden werd deze (nog) niet op te nemen. Ter aanvulling hierop wordt verwezen naar de ontwikkelingen met de XRF, die wél geschikt lijkt voor asbest.

5. Algemene actualisatie [1] technieksheets en [2] grote +/- tabel (database)

  • Alle technieksheets en de database zijn gecontroleerd voornamelijk op niet-technische punten. Hierbij is aandacht besteed aan niet technische techniekkenmerken als (letterlijke kopjes uit de grote tabel): praktische inzetbaarheid, ontwikkelfase, beschikbaarheid, vaak toegepast, doorverwijzingen, hyperlinks, foto’s, literatuur (van internet of techniekleverancier), kosten.
  • Individuele + of – scores op technische punten zijn aangepast.
  • Daarnaast worden alle technieksheets in de redactionele controle van de nieuwe of aangepaste technieksheets meegenomen. Zo kan uniformiteit in de techniekbeschrijvingen worden geborgd.
  • Voor deze algemene actualisatie zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: beoordeling door techniek/ervaringsdeskundige op benodigde aanpassingen (hiervoor maken we gebruik van een aantal intern deskundigen), internetscan, bodemstandaarden en naamgeving, doorvoeren eventuele aanpassingen in de technieksheets en de grote tabel, validatie door een extern deskundige (met breed overzicht over onderzoekstechnieken).

6. Aangeven nieuwe handige ingangen voor het zoekmenu (per techniek categorie aangeven)

  • Om de zoekmodule beter te laten aansluiten aan de gebruikersbehoeften zijn enkele nieuwe ingangen voor het zoekmenu (koppen in de database) voorgesteld aan RWS en in overleg is een selectie hiervan doorgevoerd. Deze zijn:
    • Aard techniek: geofysisch, i.c.m. sondering, probe / sensor. Alle drie als extra aanduiding.
    • Plaats: on-site, aan maaiveld, boven maaiveld / in de lucht, off site. Alle vier als nadere specificatie van de eerdere aanduiding ‘ex-situ’.

7. Aanpassingen van ‘Praktijkvoorbeelden voor opzet en uitvoering nader onderzoek’

  • De vijf praktijkvoorbeelden met een nader onderzoeksopzet zijn uitgebreid met ‘varianten’ waarmee mogelijke inzet van een breder pallet van onderzoekstechnieken wordt gedemonstreerd.
  • We merken op dat de opzet en detailuitwerking van de praktijkcases het erg lastig maakte om de case geheel open te gooien voor veel andere technieken. Desondanks introduceren de nieuwe aanvullingen niet alleen de nodige technieken, maar ook de afwegingen waarom tot de keuze voor deze technieken is gekomen.
  • De tekstuele aanvullingen zijn beperkt tot een afgebakend aantal tekstblokken in kaders (of geel gemarkeerd) en als zodanig eenvoudig in de bestaande pagina’s van de digitale Richtlijn op te nemen.

8. Validatieproces nieuwe informatie door extern deskundigen

  • In het voortraject is voor een aantal technieken al intensief samengewerkt met een aantal extern deskundigen. De resultaten van deze afstemming heeft mede geresulteerd in de aanpassing van de techniekbeschrijvingen. In het laatste validatieproces zijn alle beschrijvingen aan ca. 50 deskundigen voorgelegd voor commentaar.
  • Als werkproces is gekozen voor een Sharepoint-pagina via Sweco waarop de techniekinformatie is aangeboden. De lijst met te raadplegen specialisten is aan RWS voorgelegd.
  • Inhoudelijke feedback is gegeven via email, meestal via bijgehouden aanpassingen in de word-documenten van de techniekbeschrijvingen. Het commentaar is door het projectteam van Sweco verwerkt. Inhoudelijk is het commentaar zo goed als allemaal verwerkt zonder dat hierbij naar de inschatting van het projectteam nog aanleiding van verder afstemming nodig was.
  • Voor 17 technieksheets is inhoudelijk commentaar binnen gekomen van 8 externe specialisten. Ook reacties buiten de reactietermijn zijn nog verwerkt in de eindversies van de techniekbeschrijvingen.
  • Eventuele aanpassingen in technieksheets die gevolg hebben voor de score in de database zijn in deze laatste verwerkt.
  • Tot slot zijn alle technieksheets door het Sweco projectteam nog één maal integraal op uniformiteit, taal en layout gescreend.