Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

B In situ reiniging

In situ reinigingstechnieken zijn bodemsaneringstechnieken die verontreinigingen uit de bodem verwijderen zonder dat grondverzet noodzakelijk is. Het gebruik van deze technieken is daarom met name geschikt voor locaties waar sanering via afgraven problemen met zich mee kan brengen, bijvoorbeeld door aanwezigheid van infrastructuur of bebouwing. Doordat in situ technieken met een beperkte verstoring van de bodem kunnen worden ingezet, blijft de bodemopbouw en structuur behouden.

De in situ technieken kunnen worden onderscheiden in een aantal behandelingsprincipes:

  • verwijdering van verontreinigende stoffen via het grondwater;
  • verwijdering van verontreinigende stoffen via de bodemlucht;
  • verwijdering van verontreinigende stoffen door biologische of chemische omzetting.

In situ sanering kan worden gerealiseerd met een groot aantal (en combinaties van) technieken. De technieken die in de Richtlijn zijn beschreven zijn ingedeeld op basis van de behandelingsprincipes :

Verwijdering door biologische processen

Verwijdering via chemische processen

Verwijdering door fysische processen

Verder worden een aantal saneringsconcepten onderscheiden waarbij het doel centraal staat. Dit zijn :