Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

In situ sanering, combinaties van technieken

In de praktijk worden vaak combinaties van technieken gebruikt, waarmee de gewenste doelstelling gehaald kan worden. Elke techniek heeft zijn eigen prestatiekenmerken en -bereik die afhankelijk zijn van bodemtype, verontreinigende stoffen (begin- en eindconcentraties), diepte en overige locatiespecifieke randvoorwaarden.

Voor alle in situ technieken geldt dat het verwijderen van drijflagen of zaklagen de effectiviteit van een in situ sanering in grote mate doen toenemen. Dit kan worden bewerkstelligd door een in situ drijflaagverwijdering, maar vooral door het afgraven van sterk verontreinigde zones of sterk adsorberende lagen en ook door in situ chemische oxidatie of door bodemverwarming.

Voor combinaties van technieken kan aan de volgende situaties worden gedacht:

  • het vergroten van de onverzadigde zone door het onttrekken van grondwater ten behoeve van een grotere invloedszone van de bodemluchtextractie;
  • combinatie van bodemluchtextractie en in situ biorestauratie (bioventing). Door bodemluchtextractie worden vluchtige componenten afgevoerd en zuurstof toegevoerd voor het stimuleren van de biologische activiteit;
  • combinatie van persluchtinjectie en bodemluchtextractie. Vluchtige componenten worden via persluchtinjectie uit het grondwater gestript en afgevangen met behulp van een afzuigsysteem in de onverzadigde zone;
  • persluchtinjectie in combinatie met bodemluchtextractie en biorestauratie;
  • het vergroten van de beschikbaarheid van de verontreinigende stoffen via in situ extractie en verwijdering middels biorestauratie of electroreclamatie;
  • het verwijderen van hot-spots door afgraven (makkelijk te ontgraven grond met moeilijk in situ te saneren stoffen), gevolgd door in situ aanpak voor de resterende verontreiniging;
  • het verwijderen van drijflagen (en eventueel zaklagen) met een in situ techniek in een aparte fase voorafgaand aan de ‘gewone’ sanering;
  • een intermitterende onttrekking/injectie ((pers)lucht, grondwater), na een eerste meer intensieve fase;
  • het bevorderen van de grondwatersanering door stimulering van de biorestauratie. Stimulatie kan zowel plaatsvinden in de gehele pluim als nabij de onttrekkingsfilters. Stimulatie nabij onttrekkingsfilters heeft als doel de concentratie in het opgepompte water zodanig te reduceren dat nageschakelde zuivering niet meer noodzakelijk is.