Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Gestimuleerde anaërobe afbraak, uitvoeringsvormen

De anaërobe afbraak van chloorhoudende verbindingen wordt gestimuleerd door substraatinfiltratie (het inbrengen van een electronendonor in de vorm van een koolstofbron) en het zonodig het toedienen van nutriënten (N en P) en bacteriën. Daarbij wordt gebruik gemaakt van standaard technieken voor het spoelen van de bodem met water of van technieken, waarbij directe injectie van substraat via de waterfase of via de gasfase plaatsvindt.

Anaërobe stimulatie kan onder bepaalde omstandigheden ook plaats vinden door gebruik te maken van op de locatie aanwezige nevenverontreinigingen, men spreekt dan van combi-remediatie. Een voorbeeld van combi-remediatie is een saneringslocatie waarbij grondwater met BTEX en PER verontreinigd is. De BTEX-verbindingen kunnen dienen als substraat voor de bacteriën die PER onder anaërobe omstandigheden afbreken.

Omdat de anaërobe omzetting van chloorethenen met weinig chlooratomen trager verloopt kan ook gebruik gemaakt worden van sequentiële afbraak. Sequentiële afbraak kan worden toegepast in situaties waar een volledige afbraak van PER en TRI niet wordt bereikt met een anaëroob systeem of te veel tijd kost. De afbraakproducten kunnen dan in een aërobe stap verwijderd worden, waarbij de afbraak van CIS co-metabool plaats vindt. Omdat onder de juiste omstandigheden de volledige omzetting van de chloorkoolwaterstoffen uiteindelijk toch kan plaatsvinden wordt in de praktijk weinig gebruik gemaakt van deze strategie.

Verontreinigingen als aromaten (BTEXN) zijn ook afbreekbaar onder anaërober condities. Dit gebeurt echter via oxidatieve processen met nitraat of sulfaat als elektronenacceptor. Dit wordt verder toegelicht bij trends en ontwikkelingen