Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

In situ chemische oxidatie, uitvoeringsvormen

De toepassing van in situ oxidatie (meestal Fenton's) groeit in Nederland snel; het aantal saneringen waarin het wordt toegepast groeit en ook het aantal aanbieders. Praktijkervaring is echter nog niet goed gedocumenteerd.

In een recente toepassing van Fenton's reagens wordt de activerende werking van metalen in het grondwater onderdrukt door een stabilisator (hiervoor wordt een fosfaat of fosfonaat gebruikt) en wordt geprobeerd de activiteit van ijzer te reguleren door ijzer toe te dienen in de vorm van een ijzer(II)-oplossing of gecomplexeerd ijzer. Hierdoor is steeds een lage concentratie ijzer beschikbaar. In de regel bestaat een ISCO-sanering met Fenton’s reagens uit een tweetal injectieronden, waarbij na de eerste injectieronde een periode van 2 a 3 weken rust wordt gehouden.

Bij de toepassing van klassieke Fenton’s worden het oxidatiemiddel en de hulpstoffen tegelijkertijd maar gescheiden van elkaar geinjecteerd. Menging vindt plaats in de bodem op de injectiediepte waar de beide stoffen met elkaar in contact komen. Vaak is de bodem dan al via een aparte injectieronde op de gewenste pH gebracht. Bij modified Fenton’s wordt vaak eerst wordt het peroxide in de bodem gebracht beschermd door de stabilisator en daarna het tweewaardig gecomplexeerde ijzer De stabilisator verliest zijn werking en de reactie tussen ijzer en peroxyde komt op gang bij een gereguleerde ijzerconcentratie. Bij beide uitvoeringsvormen van Fenton’s reagens wordt gewerkt met peroxideoplossingen tussen de 5 en 15 %,