Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Onttrekken grondwater, uitvoeringsvormen, selectief onttrekken van een verontreiniging

Onder selectief onttrekken wordt verstaan het gericht onttrekken van een verontreiniging. Dit kan een drijflaag zijn of een laag verontreinigd grondwater binnen een watervoerend pakket dat niet geheel is verontreinigd. Doel hiervan is het reduceren van het debiet aan verontreinigd grondwater. Dit kan zowel met behulp van verticale filters als met een combinatie van horizontale en verticale filters worden gedaan.

Drijflagen

Voorwaarde voor het separaat kunnen verwijderen van een drijflaag is, dat deze een niet te hoge viscositeit heeft, dus niet te stroperig is. Het gericht afpompen van drijflagen geschiedt door middel van zogenaamde scavengers. Dit zijn pneumatisch aangedreven pompjes die, bevestigd aan een drijflichaam, in een volledig geperforeerd onttrekkingsfilter worden gebracht. Vervolgens wordt met een zeer laag debiet het bovenste deel van de vloeistof afgepompt. Alle onderdelen van deze systemen zijn explosieveilig uitgevoerd.

Scavengersystemen zijn er in verschillende soorten:

Probe Scavenger
De Probe Scavenger (figuur 1) bestaat uit een drijvend pompje, dat met een laag debiet de drijflaag afpompt. De maximale capaciteit bedraagt circa 4.5 m3/uur. De minimale filterdiameter bedraagt 10 - 20 cm.

Figuur 1 Probe scavenger

Dual Scavenger
Het Dual-Scavengersysteem bestaat uit een onderwaterpomp, waar een vaste drijflagenpomp bovenop is bevestigd. De onderwaterpomp zorgt voor verlaging van de grondwaterspiegel en daarmee voor een extra drijvende kracht voor het verplaatsen van de drijflaag naar het filter. De drijflaag wordt door de drijflagenpomp afgepompt. De capaciteit is gelijk aan die van de Probe Scavenger. De minimale filterdiameter bedraagt 20 cm.

Filter Scavenger
Bij het Filter Scavengersysteem (figuur 2) zorgt een onderwaterpomp voor verlaging van de grondwaterspiegel, terwijl een drijvend filter in de pompput de drijflaag opneemt in een reservoir. Wanneer het reservoir vol raakt, dan wordt dit automatisch door middel van een bovengrondse pomp leeggehaald. De capaciteit van dit systeem is circa 0.3 m3/uur. Minimale filterdiameter is 65 cm.

Figuur 2 Filter scavenger

Small Diameter Filter Scavenger
Het Small Filter Scavengersysteem is een combinatie van het Probe- en het Filter Scavengersysteem. Dit type bestaat uit een olie-aantrekkend/ waterafstotend scherm, waarin het produkt wordt opgevangen. Het opgevangen produkt wordt via een flexibele stang in een reservoir gebracht, dat automatisch wordt leeggepompt zodra het vol is. Er is geen onderwaterpomp voor grondwaterstandsverlaging noodzakelijk. De capaciteit van het systeem bedraagt circa 7 m3/uur.

Grondwatersanering/beheersing

Bij het onttrekken uit verticale filters die niet over de gehele dikte van de watervoerende laag zijn geplaatst, zal naast horizontale toestroming naar het filter ook verticale stroming optreden. De verticale invloedssfeer wordt met behulp van een optimale plaatsingsdiepte van de filters zodanig geregeld, dat door de onttrekking een minimale hoeveelheid schoon grondwater van onder of boven de verontreiniging wordt aangetrokken.

In een bestaand verticaal onttrekkingsfilter is selectief onttrekken mogelijk indien de geperforeerde buis boven en onder een slecht doorlatende laag aanwezig is. Voorwaarde is dat ter hoogte van de slecht doorlatende laag gebruik is gemaakt van een blinde buis en klei-afdichting. In dat geval kan de put opgedeeld worden in twee compartimenten. Deze compartimenten kunnen afzonderlijk worden afgepompt. Compartimentering is mogelijk door een binnenbuis in de put te plaatsen en op de gewenste diepte de verbinding tussen binnen- en buitenbuis af te sluiten met pneumatische manchetten (‘packers’).

Materiaal

Voor selectief onttrekken worden dezelfde materialen als bij verticale onttrekking en horizontale onttrekking gebruikt.

Toepassingsgebied

Selectieve onttrekking kan worden toegepast:

  • bij verwijdering van drijflagen;
  • bij verwijderen van verontreinigd grondwater op een specifieke diepte binnen een watervoerend pakket;
  • bij gebruik van een bestaand filter in verschillende watervoerende lagen met blinde buis en klei-afdichting ter hoogte van de slecht doorlatende laag;
  • wanneer op voorhand duidelijk is dat een deel van de verontreiniging snel verwijderd kan worden door de kern van de verontreiniging weg te nemen en dat voor het overige deel van de verontreiniging langdurige sanering of beheersing nodig zal zijn; bijvoorbeeld wanneer er sprake is van nalevering door diffusie uit kleilagen;
  • als combinatie van horizontale en verticale filters bij verontreinigingen in een freatisch watervoerend pakket en een diepere watervoerende laag. Hierbij geldt vaak dat in het freatische pakket geen verticale onttrekking mogelijk is in verband met te geringe doorlatendheid of lokale ontoelaatbare grondwaterstandsdalingen.

Flexibiliteit

Het onttrekkingssysteem is toegesneden op de specifieke verontreinigingssituatie waarbij vrachten gemaximaliseerd en het te onttrekken debiet zoveel mogelijk geminimaliseerd zijn. Dat wil zeggen dat de flexibiliteit voor uitbreiding beperkt is. Uitbreiding is wel mogelijk, maar kan de doelstelling van minimaliseren van het debiet verstoren. De effectiviteit van de rest van het systeem neemt dan af, waardoor mogelijk grotere onttrekkingsdebieten nodig zijn. Uitzetten van bepaalde onttrekkingspunten kan juist een onderdeel zijn van het selectief onttrekken.