Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Bodemluchtextractie, uitvoeringsvormen, onttrekkingssystemen

Er zijn voor de uitvoering van een bodemluchtextractie verschillende onttrekkingssystemen beschikbaar:

  • verticale filters;
  • horizontale filters;
  • horizontale geulen.

Verticale filters worden het meest toegepast, zij zijn echter minder geschikt bij een hoge grondwaterstand. Een verticaal filter wordt geplaatst door het boren van een gat, waarin een PVC-buis wordt geplaatst met filter, de overblijvende ruimte in het gat wordt opgevuld met goed doorlatend materiaal, grof zand of grind. Boven het filter wordt het boorgat opgevuld met bentoniet, zie onderstaande figuur 1.

Figuur 1 Verticale onttrekking

Bij een hoge grondwaterstand worden horizontale filters of geulen gebruikt (zie figuur 2). Horizontale onttrekkingen minimaliseren de verhoging van de grondwaterstand en bestrijken een groter oppervlak dan verticale onttrekkingen. Horizontale drains of geulen kunnen eenvoudig aangebracht worden als er geen bebouwing op de betreffende locatie aanwezig is. Indien de bodemluchtonttrekking onder bebouwing plaats moet vinden, dan kunnen afhankelijk van de grondwaterstand en de bodemopbouw, horizontale filters aangebracht worden door middel van een gestuurde horizontale boring. Dit kan tot een afstand van meer dan 100 meter. In de praktijk blijkt dat in heterogene bodems de toestroming van bodemlucht moeilijk voorspelbaar is in lange horizontale drains en lucht alleen via bepaalde delen van het filter wordt aangezogen. Monitoring van de afzuiging van langere filters verdient daarom aanbeveling.

Figuur 2 Horizontale onttrekking