Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

In situ extractie, uitvoeringsvormen, spoelen met oplosmiddelen

Een verbeterd transport van slecht in water oplosbare verontreinigingen kan worden verkregen door de bodem te spoelen met een oplossing waar verontreinigingen wel goed in oplossen.

Voor slecht oplosbare organische verontreiniging komen organische oplosmiddelen hiervoor in principe in aanmerking. Wanneer organische oplosmiddelen worden gebruikt die vluchtig, relatief goed oplosbaar in water en goed biologisch afbreekbaar zijn, wordt de kans vergroot dat het oplosmiddel volledig uit de bodem is te verwijderen. Te denken valt aan organische oplosmiddelen als alkylamines, alcoholen of ketonen [Noort]. Concentraties van meer dan 20 gewichtsprocent zijn benodigd voor een kwantitatieve verbetering van de oplosbaarheid van de verontreinigingen [Palmer]. Het nadeel van het gebruik van de stoffen is, dat ze bij deze concentratie in meer of mindere mate toxische eigenschappen hebben waardoor een nieuwe verontreiniging in de bodem wordt geïntroduceerd.

Daar de spoelvloeistof met oplosmiddelen een andere dichtheid en viscositeit kan hebben dan het grondwater is het stroomgedrag moeilijk te voorspellen en daardoor ook moeilijker in de hand te houden. Daarnaast kan het gebruik van de spoelvloeistof interactie vertonen met de bodemmatrix waardoor de doorlatendheid kan toe- of afnemen. Zo bleek bijvoorbeeld bij het gebruik van methanol als spoelvloeistof dat in de bodem voorkeursstroombanen ontstonden waardoor de bodem niet meer homogeen kon worden doorspoeld [Palmer]. Biologische afbreekbaarheid van de spoelvloeistof is een van de mogelijkheden om deze snel te kunnen verwijderen. Voor het aëroob afbreken van de relatief grote hoeveelheid oplosmiddel is veel zuurstof nodig, hetgeen de kosten van de sanering doet toenemen.