Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondverzet algemeen

Aan de hand van locatie- en verontreinigingsgegevens kan worden bepaald of er ruimte genoeg is om onder talud te kunnen ontgraven.
Is dit het geval, dan kunnen de taludstabiliteit en de invloed van de ontgraving op de belendingen worden vastgesteld aan de hand van de resultaten van het geotechnisch/geohydrologisch onderzoek en de eisen en randvoorwaarden met betrekking tot de bebouwing. Voor aanvullende informatie zoek ook op ontgraven (onder en / of naast bebouwing). Tijdens de uitvoering kan het nodig zijn om controlemetingen te verrichten aan de belendingen.

In alle andere gevallen zullen voorzieningen nodig zijn in de vorm van grond- of waterkerende constructies. Kerende voorzieningen zijn nodig als er onvoldoende ruimte is en/of men de te ontgraven grondhoeveelheden zoveel mogelijk wil beperken. Hierbij accepteert men het nadeel van een vooraf bepaalde ontgravingsgrens. Kerende voorzieningen kunnen ook nodig zijn bij ontgravingen vlak naast bebouwing.
Afhankelijk van de omstandigheden kan vervolgens een keus worden gemaakt voor het type kerende constructie. Tijdens de uitvoering kunnen metingen nodig zijn aan de kerende constructie en de belendingen.