Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondverzet, Doelstelling ontgraven

Voor een ontgraving in het kader van een sanering wordt in het saneringsplan en -bestek een ontgravingsprofiel vastgelegd op basis van de gegevens over de verontreinigingssituatie en technische haalbaarheid. Deze beslissing valt buiten het kader van de Richtlijn Herstel en Beheer (water)bodemkwaliteit. Wel geeft deze Richtlijn informatie over de technische aspecten die van belang kunnen zijn en biedt daarmee een mogelijkheid om het saneringsplan op zijn technische merites te controleren.
Het ontgravingsprofiel stemt niet noodzakelijkerwijs overeen met de Achtergrondwaardecontour. Voor toetsing van de toepasbaarheid van ontgravingstechnieken dient wel het beoogde resultaat vastgesteld te worden, van de uitvoering, maar ook voor de toetsing in het saneringsonderzoek. Hiervoor zou kunnen gelden:

  • De ontgravingstechniek moet het mogelijk maken het beoogde profiel volledig te realiseren.
  • Bemonstering van de putbodem en -wanden moet vervolgens uitwijzen of het doel van de sanering zelf (bijvoorbeeld verwijderen van grond met stofgehalten > X) door uitvoering volgens het bestek is bereikt.
  • Dit kan vervolgens leiden tot aanpassingen in het ontgravingsprofiel.

De laatste twee maatregelen maken geen deel uit van de ontgravingstechniek, maar zijn maatregelen die op variantniveau worden voorzien ter controle op realisatie van het beoogde saneringsresultaat. Deze noodgedwongen iteratieve aanpak leidt tot een voorkeur voor een zo flexibel mogelijke opzet van de ontgraving. Hoe meer onzeker het te ontgraven profiel is, des te meer zal nadruk gelegd worden op de keuze van een flexibele techniek. Aan de flexibiliteit is in de techniekbeschrijvingen in de Richtlijn Herstel en Beheer (water)bodemkwaliteit dan ook steeds aandacht gegeven.
Bemonstering en analyse ter controle van het saneringsresultaat vindt plaats volgens een voorgeschreven protocol, bijvoorbeeld NEN 5740 (onverdacht voor maatgevende parameters). Dit laatste protocol geeft echter geen uitsluitsel over de ruimtelijke schaal en de aanvaarde variatie ten opzichte van een gemiddelde. De gewenste numerieke invulling hiervan is mede afhankelijk van het risico van beïnvloeding van de grondwaterkwaliteit. Ook bemonstering en analyse van zintuigelijk afwijkende bodemlagen verdienen de aandacht. De Richtlijn Herstel en Beheer (water)bodemkwaliteit zal hier niet verder op in gaan.

Andere aspecten die van belang zijn bij ontgravingstechnieken zijn:

  • De veiligheid van uitvoerders en omwonenden dient gewaarborgd te zijn. In het bijzonder dient verspreiding naar de omgeving door verdamping van vluchtige verontreinigende stoffen en door verwaaiing acceptabel en zo beperkt mogelijk te zijn.
  • Met het oog op verdere verwerking van de grond verdient een selectieve ontgraving voorkeur, waar mogelijk dienen deelpartijen (ingedeeld op verontreinigende stoffen en bodemtypen) gescheiden te worden gehouden. Ook dient de ontgraving van schone grond buiten het besteksprofiel beperkt te zijn. Waar nodig wordt schone grond tijdelijk terzijde gezet. Vermenging van schone grond met de verontreinigde grond dient voorkomen te worden. De gewenste selectiviteit in het ontgraven kan leiden tot een voorkeur voor technieken die nauwkeurig de grond kunnen verwijderen. Ook het van tevoren onderkennen en apart verwijderen van verontreinigingskernen (‘hot spots’) is in dit kader van belang.
  • De bemaling (als tijdelijke maatregel) in het kader van de ontgraving dient zodanig uitgevoerd te worden dat geen onaanvaardbare gevolgen voor de omgeving optreden.
  • Ook in verband met de geohydrologie dient de schade door verstoring van bodemprofielen acceptabel te zijn en waar nodig bij aanvullen van de ontgravingsput weer hersteld te worden.
  • Er dienen maatregelen te worden genomen om te handhaven bouwkundige constructies op en nabij het te ontgraven terrein te beschermen.
  • De ontgravingsduur dient acceptabel te zijn.

Zie voor het indelen van een project in partijen: de externe linkwebsite van Bodem+ en/of het programma externe linkK-Soil.