Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondverzet, Funderingsonderzoek

Het funderingsonderzoek, dat het onderzoek naar de feitelijke toestand van de funderingen beschrijft, is van toepassing op een situatie met bebouwing en andere constructies op en naast de locatie en is van belang bij ontgraven naast en onder bebouwing en bij mogelijke zetting door tijdelijke of permanente grondwaterstandsverlaging.

Indirect onderzoek
Bij indirect onderzoek wordt beschreven hoe op basis van bestaande en zichtbare gegevens de aard en de staat van de fundering kunnen worden vastgelegd.
Vaak kan hiermee een redelijk beeld worden verkregen, zodat verder onderzoek achterwege kan blijven.
De benodigde gegevens zijn locatiegegevens, verontreinigingsgegevens in verband met eventuele aanwezige aantasting van de fundering, resultaten van het geotechnisch/geohydrologisch onderzoek, de invloedssfeer van de ontgravingsbemaling en de invloedssfeer van de grondwatersanering. De toe te passen onderzoeksmethoden zijn het raadplegen van archieven, visuele beoordeling en metingen.
Indien er toch te veel vraagtekens overblijven (bij het indirect onderzoek) en met name als er twijfels zijn over aantasting (bijvoorbeeld bij houten paalfunderingen), moet er overgegaan worden tot direct onderzoek.

Direct onderzoek
Dit komt neer op het uitvoeren van metingen en het verrichten van ontgravingen, waarbij de fundering voldoende zichtbaar wordt om zowel visueel als door middel van proeven de aard van de fundering en een eventuele aantasting nader te kunnen vaststellen.
Voor het vaststellen van de omvang en de aard van dit directe onderzoek zijn dezelfde gegevens nodig als genoemd bij het indirect onderzoek.

Resultaat
Het resultaat van het funderingsonderzoek is een classificatie van de bebouwing en de daarbij horende eisen en randvoorwaarden ten aanzien van toelaatbare zettingen, horizontale vervormingen, etc.

Zie ook [Schema III - Funderingsonderzoek].