Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondverzet: Ontgraven, transport, aanvullen

Hieronder wordt ingegaan op de activiteiten die nodig zijn om, nadat alle daarvoor benodigde maatregelen zijn getroffen, de grond daadwerkelijk te kunnen verwijderen, te transporteren en de ontgravingsput weer aan te vullen.

Bij de ontgravingstechnieken wordt onderscheid gemaakt tussen civieltechnische en milieutechnische elementen. De benodigde gegevens volgen met name uit het verontreinigings- en het geotechnisch/ geohydrologisch onderzoek.

Na eventuele korte tijdelijke opslag in een tussendepot op of nabij de locatie en eventuele voorbehandeling wordt de grond getransporteerd naar een inrichting voor de procesmatige verwerking van de grond, (tijdelijke) opslag, of het (definitief) storten.

De wijze van aanvullen van de ontgraven locatie wordt bepaald door eisen in verband met het toekomstig gebruik. Eventueel benodigde isolerende maatregelen volgen uit de geohydrologische situatie en de mogelijke belendende verontreinigende stoffen.