Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondverzet, Trends en ontwikkelingen

Tijdens een evaluatie van praktijksaneringen zijn de volgende, algemene trends en ontwikkelingen waargenomen:

  • De in de evaluatie voorkomende conventionele saneringen zijn veelal saneringen waarbij ontgraven is gecombineerd met onttrekking van grondwater met als doel het schoonspoelen van de bodem. Uit praktische overwegingen wordt vaak besloten geringe restconcentraties achter te laten in de bodem. Dit blijkt vaak tot stagnerende grondwatersaneringen te leiden en kan daarom niet meer worden aangemerkt als multifunctionele variant.
  • De verwachting is dat in de toekomst ontgraving minder vaak zal worden toegepast. De toegenomen ruimte in het beleid (zie literatuurverwijzing 9) functiegericht saneren, en de techniekontwikkelingen op het gebied van de in situ reiniging leiden ertoe dat ontgraven van verontreinigde grond vooral zal worden toegepast in een aantal specifieke situaties:
    • in het kader van een functiegerichte sanering wordt de niet-mobiele verontreiniging verwijderd en vervangen door een leeflaag;
    • voor hot-spot verwijdering ofwel het verwijderen van een bron met puur product;
    • die gevallen waar als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen of acute risico's geen tijd is, of wordt genomen voor een langduriger in situ aanpak;
    • verontreinigende stoffen die niet of nauwelijks afbreekbaar zijn en waarvoor geen geschikte in situ saneringstechniek beschikbaar is, bijvoorbeeld enkele (mobiele) zware metalen zoals zink, nikkel en arseen (arseniet).
  • Ontgraven in den natte wordt niet vaak toegepast. Het vertrouwen in de nauwkeurigheid van de techniek is beperkt en de resultaten van uitgevoerde saneringen zijn vaak tegenvallend.