Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondverzet, Voorbeeld open ontgraven

Gegevens/onderzoek

 

  • niet mobiele verontreiniging (slakken, kolengruis) met weinig variatie in concentratie;
  • grondwaterstand op NAP -8 m;
  • geen bebouwing nabij de ontgraving;
  • geen ruimtebeperkingen;
  • toekomstige bestemming is woon- bebouwing.

Waarschijnlijk levert het milieutechnisch onderzoek reeds genoeg informatie en zal er geen aanvullend geotechnisch of geohydrologisch onderzoek nodig zijn.

Ontgravingsrand

Er is geen bebouwing in de directe omgeving en er zijn geen ruimtebeperkingen, dus er kan gekozen worden voor een open ontgraving met taluds.
De taludhelling kan op grond van een globale stabiliteitsbeschouwing worden bepaald op bijvoorbeeld 1 : 1,5 in de kleilaag en 1 : 2 in de zandlaag. Bij de 6 m diepe ontgraving bedraagt het ruimtebeslag buiten de saneringslocatie dan 10,50 m.

Grondwater

Het grondwater bevindt zich ruim onder de ontgravingsniveaus, dus de stabiliteit van de putbodem behoeft niet onderzocht te worden en er is geen bemaling nodig.

Ontgraven, transport, aanvullen

De ontgraving kan in den droge worden uitgevoerd. Gezien de aard van de verontreiniging is er geen tussendepot en voorbehandeling nodig.
Het transport vindt plaats over de weg.
De aanvulling kan worden uitgevoerd met gereinigde grond of met zand. Gezien de toekomstige bestemming is verdichting noodzakelijk.