Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondverzet, Vuistregels/toepassingsgebied

In algemene zin wordt de toepasbaarheid van het verwijderen van verontreinigde grond aangegeven in onderstaande rood/oranje/groen-tabel die een kwalitatieve weergave van het toepassingsgebied geeft.

De rood/oranje/groen tabellen zijn gebaseerd op een evaluatie van uitgevoerde saneringen, interviews met mensen uit de praktijk en op het “expert-judgement” van de samenstellers.

Laagtype/bodem

herstel

puur product verwijdering

 

 

drijflaag

zaklaag

goed doorlatend, zonder afsluitende laag op geringe diepte (<10m)

 
 
 

goed doorlatend met aaneengesloten afsluitende laag op minder dan 10 m

 
 
 

klei/veen/leem

 
 
 

Toelichting:

 

toepasbaar

 

mogelijk toepasbaar

 

(nog) niet toepasbaar

In de tabellen is aangegeven wanneer een bepaalde techniek gebruikt kan worden indien geen fysieke obstakels aanwezig zijn. Afhankelijk van de locatiespecifieke situatie is de verontreinigde grond soms niet bereikbaar, bijvoorbeeld door bovenliggende bebouwing die in stand moet worden gehouden.

In het algemeen kan worden opgemerkt dat volledig ontgraven in principe altijd mogelijk is, afgezien van die locaties waar dichtheidsstroming is opgetreden en/of waar een zaklaag aanwezig is. Als gevolg van financiële en locatiespecifieke omstandigheden wordt meestal een meer pragmatische keuze gemaakt.
Ontgravingen worden vaak onvoldoende ver doorgevoerd waardoor een restverontreiniging in de grond achterblijft. Dit achterlaten van restconcentraties in de grond is enerzijds het gevolg van aanwezige infrastructuur en bebouwing en anderzijds van zettingsgevaar waardoor verder graven niet mogelijk is. Het achterlaten van restconcentraties in de grond blijkt vaak te leiden tot stagnatie van de grondwatersanering.

Ontgravingen in heterogene bodems blijken vaker tot een minder goed resultaat te leiden dan ontgravingen in meer homogene bodems of bodems met een slechte doorlatendheid. Zelfs in ogenschijnlijk homogene zandpakketten is in een aantal gevallen verspreiding van verontreinigende stof in dunne zandbanen volgens een “vingerpatroon” vastgesteld.