Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Open ontgraven, Verwijderen verontreinigde grond

In het algemeen zal bij landbodems worden gekozen voor ontgraving in den droge. Hierbij kan de sanering goed gecontroleerd verlopen en is goed in te spelen op de zich in de grond bevindende obstakels.
Er zal slechts gekozen worden voor ontgraving in den natte van landbodems als er sprake is van uitvoerings- en kostentechnisch negatief uitvallende grondwateraspecten bij ontgraving in den droge, zoals:

  • grotere onttrekkingen dan toegestaan;
  • grotere lozingen dan toegestaan;
  • beperkingen in verband met zuiveringscapaciteit;
  • te grote negatieve invloed in de omgeving.

Daarnaast en/of in samenhang hiermee kunnen kostenoverwegingen en verwachte stankoverlast een rol spelen. Indien ontgraving in den droge niet mogelijk is kan ook worden gekozen voor ontgraving door gebruikmaking van speciale boortechnieken.
De wijze van ontgraven en de risicoklasse moeten globaal worden vastgesteld bij de systeemkeuze in het Saneringsonderzoek, nader uitgewerkt in het Saneringsplan (wat, waar, onder welke voorwaarden) en in het Bestek worden voorgeschreven.
De aannemer werkt de methode civieltechnisch nader uit op basis van in het Bestek vermelde eisen en randvoorwaarden.