Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Ontgraven met kerende constructie, Betonnen diepwand

De diepwand van beton wordt aangebracht door met een grijper met smalle bek rechthoekige sleuven te graven onder gelijktijdige toevoeging van een bentonietsuspensie. In plaats van een grijper wordt ook wel gebruik gemaakt van een zuigboor of hydrofrees, in het geval van boorpalen van een avegaarboor.
De bentonietsuspensie vormt een afsluitende cake op de sleufwand waardoor de hydrostatische druk in de bentonietsuspensie wordt overgebracht op het korrelskelet. Hierdoor wordt steun gegeven aan de sleufwanden en wordt de ontspanning van de grond ter weerszijden van de sleuf beperkt. Bij beperking van de dwarsafmetingen van de sleufsecties levert boogwerking in het korrelskelet van de grond een extra bijdrage aan de stabiliteit van het gat.
De praktijk heeft geleerd dat het niveau van de bentonietsuspensie minimaal 1,0 m boven de stijghoogte van het grondwater moet liggen.
Nadat de gewenste ontgraving is bereikt wordt de wapeningskorf ingehangen (zie onderstaande figuur). Door middel van een stortkoker die reikt tot op het ontgravingsniveau wordt betonspecie ingebracht die de bentonietsuspensie verdrijft, waardoor een betonnen paneel ontstaat. Ook worden wel prefabpanelen toegepast. Is vervormbaarheid van de wand van belang dan kan gebruik gemaakt worden van plastisch beton.
Ten behoeve van een zo goed mogelijke aansluiting tussen de panelen moet gebruik gemaakt worden van voegmallen op de kopse einden, die na verwijdering eventueel een dichtingsstrip achterlaten. Zelfs met toepassing van een dichtingsstrip tussen de elementen van een diepwand zal echter geen absoluut waterdichte constructie worden verkregen. De aansluiting van het ene paneel op het andere vormt een verticale lekweg. De panelen zijn circa 2 à 2,8 m breed.