Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Ontgraven onder/naast bebouwing, Consequenties ontgraven onder op palen gefundeerde bebouwing

Ontgravingen onder op palen gefundeerde bebouwing kunnen enerzijds leiden tot een afname van het draagvermogen van de funderingen en anderzijds tot extra belastingen op de funderingen.

Het draagvermogen van een paalfundering bestaat uit puntweerstand en schachtwrijving. De puntweerstand wordt doorgaans berekend met de methode van Koppejan, waarbij de relevante parameters worden bepaald door de dimensies van de paal, de wijze van inbrengen en vervaardiging en de conusweerstanden van de grondlaag waarin het draagvermogen wordt ontwikkeld. De schachtwrijving wordt meestal berekend als percentage van de conusweerstand en is van dezelfde factoren afhankelijk als de puntweerstand.
Ontgravingen leiden tot een afname van de korrelspanningen in de ondergrond, als gevolg waarvan de conusweerstand afneemt. Een conservatieve aanname is dat de conusweerstand en daarmee het draagvermogen, rechtevenredig afneemt met de verticale korrelspanning.

Naast een afname in grondmechanisch draagvermogen, kan bij ontgravingen onder op palen gefundeerde constructies, de stabiliteit van de fundering in gevaar komen. Ter plaatse van de ontgraving wordt de paal niet meer horizontaal gesteund, als gevolg waarvan de paal kan uitknikken. De knikstabiliteit wordt bepaald door de diameter van de paal in relatie tot de horizontaal niet-gesteunde lengte van de paal, en door de mate van inklemming van de paal aan bovenzijde in de constructie en aan onderzijde in de grond. Al bij beperkte ontgravingen kan de knikstabiliteit maatgevend worden, dit geldt met name voor slanke houten taps toelopende palen.

Ontgravingen die asymmetrisch ten opzichte van de paal worden uitgevoerd, resulteren in horizontale drukken op de paal, die van nadelige invloed zijn op het draagvermogen. Ook moet rekening gehouden worden met eventuele horizontale belastingen veroorzaakt door materieel dat in aanraking komt met de palen en eventueel de bovenbouw.
Een gunstig effect van ontgraving is dat de eventueel in de bovenste grondlagen aanwezige negatieve kleef afneemt.

Bij ontgraving onder op palen gefundeerde gebouwen, moeten het resterende draagvermogen van en de resulterende belastingen óp de fundering zodanig zijn dat er geen te grote vervormingen in de constructie optreden.
Zou het draagvermogen van de aanwezige fundering tijdens de uitvoering te gering zijn, dan kan gekozen worden voor sloop, een nieuwe dieper reikende fundering of voor tijdelijke maatregelen ter ondersteuning.

Bij grondwaterstandsverlagingen moet er voor gezorgd worden dat funderingshout niet langdurig droogvalt. Om rot te voorkomen mag funderingshout niet langer dan 1 à 2 maanden droogvallen.
Om rot van drooggevallen funderingshout te voorkomen kunnen eventueel conserverende maatregelen worden getroffen (zie literatuurverwijzing 1, 2).