Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Transport en overslag, Milieubelasting bij wegtransport

Milieubelasting door verspreiding van verontreinigde stoffen
Transport over de weg is redelijk veilig. De grond wordt na het laden in waterdichte bakken afgedekt om verspreiding van de verontreinigende stoffen door mors of verwaaiing tijdens het transport tegen te gaan. Indien de grond vluchtige verontreinigende stoffen bevat, bestaat de mogelijkheid van verdamping met als gevolg stankoverlast en vermindering van het milieurendement.
Aan de banden en aan de laadbak kan zich verontreinigde grond hechten tijdens het laden en rijden over onverharde bodem van de saneringslocatie, deze grond wordt dan verspreid buiten de locatie. De wagen dient, voordat deze het terrein verlaat, te worden gereinigd op speciaal hiervoor ingerichte borstel- of wasplaatsen.

Milieubelasting door het transportmiddel zelf
Er is sprake van verkeersoverlast (het transport over de weg legt een enorme druk op de infrastructuur, vooral in drukbevolkte gebieden, waar ook juist de meeste verontreinigde locaties te vinden zijn) en geluidsoverlast en uitstoot van verbrandingsgassen door het transportmaterieel.

De geluidproduktie is afhankelijk van het motorvermogen, type motor, de motorbelasting en van de demping. De geluidshinder wordt bepaald door de lengte en de route van het transport alsmede de plaats van de saneringslocatie. Over het algemeen zijn geluidwerende voorzieningen getroffen of in voorbereiding op plaatsen waar snelwegen door woonbebouwing loopt. Door het kiezen van een zo’n gunstig mogelijke route kan de geluidshinder zo laag mogelijk gehouden worden.
De emissie van verbrandingsgassen zijn bij wegtransport hoog, evenals de benodigde brandstof (diesel). Voor het transport van 1 ton grond is 65 gram dieselbrandstof per km nodig.