Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Verwerken van grond, flexibiliteit van de technieken

5.3 Flexibiliteit van de technieken

Om de (verschillen in) flexibiliteit van de verschillende verwerkingstechnieken aan te geven is nagegaan wat de invloed kan zijn van significante afwijkingen (verhogingen) van de (verwachte) fysische en chemische samenstelling van een te verwerken partij grond.

5.3.1 Fysische samenstelling
In de navolgende figuur zijn de gegevens uit tabel D1.5.1.1 per techniek weergegeven in een lutum-silt-zanddriehoek conform NEN 5104.

Uit tabel D1.5.1.1 en de navolgende figuur valt onder andere op te maken dat de thermische techniek een veel groter bereik heeft wat betreft de grondsoorten (fysische samenstelling) dan natte reiniging, biologische reiniging en koude immobilisatie. Het thermische reinigingsproces is dan ook weinig gevoelig voor variaties in de samenstelling. Indien deze er zijn beïnvloeden deze in ieder geval het reinigingsresultaat niet ongunstig.
Natte reiniging, biologische reiniging en koude immobilisatie richten zich op vrijwel hetzelfde gebied van fysische samenstelling, toch hebben afwijkingen voor elke techniek andere gevolgen. Zo zullen hogere gehalten aan humus en/ of de fractie <63 µm voor natte reiniging niet zo snel gevolgen hebben voor het reinigingsresultaat, maar wel voor de residuvorming en daarmee de kosten.
Bij biologische reiniging zal de reinigingstijd waarschijnlijk toenemen of moet extra structuurverbetering plaatsvinden en dus nemen ook daar de kosten toe.
Bij koude immobilisatie zal in deze gevallen mogelijk tot een aanpassing van de receptuur moeten worden overgegaan en/ of wordt mogelijk de kwaliteit van het eindproduct nadelig beïnvloed.
Voor zowel thermische reiniging als biologische reiniging geldt dan wel dat het eindproduct dermate slechtere civieltechnische eigenschappen kan krijgen dat de afzet ervan duurder wordt. Het eindproduct van natte reiniging wordt er niet door beïnvloed.
Thermische immobilisatie richt zich op een totaal afwijkend en vrij beperkt gebied van fysische samenstelling. Afwijkingen hebben dus al snel invloed.

Figuur D1.5.1 Toepassingsgebied verwerkingstechnieken (fysische samenstelling)

5.3.2 Chemische samenstelling
Zware metalen
Aangezien bij thermische en biologische reiniging geen metalen worden verwijderd, zijn deze technieken weinig flexibel ten aanzien van significante verhogingen. Dit geldt met name in het gebied vlak onder de grenswaarden en dan nog het meest voor thermische reiniging. Natte reiniging en koude immobilisatie hebben voor wat betreft de metalen een veel groter bereik.

Cyanide
Thermische reiniging heeft voor cyanide het grootste bereik en is daarmee het meest flexibel. Voor cyanide hebben natte reiniging en koude immobilisatie een vergelijkbaar beperkter bereik. Biologische reiniging is daarvoor ongeschikt en dus inflexibel.

Organische verbindingen
Voor alle overige verontreinigende stoffen zoals aromaten (BTEX), PAK, EOX, VOX en minerale olie geldt dat thermische reiniging (en thermische immobilisatie) veruit het grootste bereik aan ingangsconcentraties heeft, deze stoffen volledig verwijdert en dus het meest flexibel is. Natte reiniging komt met een kleiner bereik op een tweede plaats op afstand gevolgd door biologische reiniging. Daarvoor gelden (anders dan voor thermische en natte reiniging) vrij strikte beperkingen ten aanzien van EOX en VOX, bovendien neemt bij verhoging van gehalten waarschijnlijk ook de reinigingstijd toe en daarmee de kosten. Koude immobilisatie wordt meestal ongunstig beïnvloed door organische verbindingen, heeft het kleinste bereik en is dus vrij inflexibel voor afwijkingen.

In de navolgende tabel is ter illustratie van tabel 1 het bereik van de verwerkingstechnieken aangegeven als factor maal de grenswaarde. Uitgegaan is van de vaak voorkomende situatie dat een partij grond voorafgaand aan de verwerking 3% humus bevat. De grenswaarde voor olie is dan bijvoorbeeld 100 mg/kg d.s. na thermische en natte reiniging (2% humus na reiniging) en 150 mg/kg d.s. na biologische reiniging (3% humus na reiniging). De factor van thermische reiniging bedraagt dan 100 (10.000/100). De factor van biologische reiniging bedraagt dan (2500/150=17) afgerond 20. Uit de tabel is in één oogopslag te zien op welke verontreinigende stoffen de verschillende technieken ingrijpen: de factor is daar >1 (gekleurde achtergrond).

Tabel D1.5.1.2 Begrenzing verwerkingstechnieken: bovengrens ‘goed toepasbaar’ (in een factor maal de grenswaarde) bij 3% humus voorafgaand aan verwerking.


Chemische samenstelling

Thermisch

Nat

Biologisch

Koude immobilisatie

 

 

Eenvoudig

Geavanceerd

 

 

 

[factor * Grenswaarde]

Ni, As

0,97

2 à

5

1

15

Co, Mo, Ba, Hg

0,97

5 à

10

1

25

Cu, Zn, Pb, Cr

0,97

10 à

20

1

25

Cd

0,97

20 à

40

1

25

CN

400

5 à

20

1

20

BTEX

10.000

10 à

140

140

1,2

PAK

250

5 à

30

1

1,2

EOX

185

5 à

20

0,6

1,2

VOX

2.000

10 à

30

1

1,2

Olie (C14-C27)

100

10 à

100

20

1,2

Overig organisch

2.000

5 à

20

1

1,2

Asbest

0,97

20 à

100

1

1,2