Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Verwerken van grond, logistiek

(zie literatuurverwijzing 4)
De inzameling van de te be-/verwerken grond wordt meestal niet verricht door de grondreinigingsbedrijven. De grond wordt (via een bestek) aangeboden aan de grondreinigingsbedrijven via de volgende kanalen:

  • de binnenlandse markt;
  • de buitenlandse markt.

Het aanvoeren van grond vindt plaats volgens de daarvoor geldende wettelijke vereisten. Sinds 1 januari 2005 gelden nieuwe landelijke regels voor het beheer van afvalstoffen het “Besluit melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen”. Deze zogenaamde AmvB Melden houdt in dat alle bedrijfs- en gevaarlijke afvalstoffen geregistreerd en gemeld moeten worden bij het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA). Hiermee zijn de uiteenlopende provinciale regelingen komen te vervallen. Wanneer een partij verontreinigde grond wordt aangemeld bij een verwerker, dan dient de ontdoener voorafgaande aan de afgifte van de verontreinigde grond, informatie over de aard en de eigenschappen hiervan te verstrekken. Op basis van deze gegevens wordt door de verwerker een afvalstroomnummer toegekend. Voor het afgeven van afvalstroomnummers vraagt de verwerker voor zichzelf (eenmalig) bij het LMA een verwerkersnummer aan. Daarnaast vraagt de verwerker bedrijfsnummers aan voor de betrokken partijen en zichzelf.

Bij de levering van de verontreinigde grond wordt de verwerke door de transporteur gevraagd om de bij het transport behorende begeleidingsbrief te tekenen en om hier het gewogen gewicht op te zetten. Dit heeft de transporteur nodig voor zijn eigen administratie.

De verwerker meldt vervolgens, binnen 2 weken na afloop van de kalendermaand, de ontvangt van de verontreinigde grond aan het centrale meldsysteem. Om te voorkomen dat afvalstroomnummers worden verstrekt die vervolgens niet worden gebruikt, stuurt de verwerker de eerste ontvangsmelding pas in nadat hij de eerste vracht heeft ontvangen.

De eerste ontvangstmelding bevat een aantal gegevens van de verontreinigde grond en de partijen de betrokken zijn bij het transport ervan. Deze gegevens moeten bij een eerste ontvangst van de verontreinigde grond worden gemeld. Vervolgmeldingen hebben betrekking op de totale hoeveelheid ontvangen grond en het aantal vrachten, op basis van een afvalstroomnummer.

Als de verontreinigde grond wordt doorgestuurd naar een andere verwerker, kan een afgiftemelding noodzakelijk zijn. Een afgiftemelding bevat een aantal gegevens over de verontreinigde grond, de locatie van herkomst, de ontvanger en de vervoerder. Het centrale meldsysteem (Amice) is digitaal en sterk vereenvoudigd ten opzichte van de voorgaande systemen.

Bij aankomst op het terrein van het reinigingsbedrijf worden bij verdenking (opnieuw) monsters genomen teneinde de feitelijke lading te kunnen controleren door deze te vergelijken met de informatie op het omschrijvingsformulier en het geleidebiljet.

Controle hoeveelheid
Meestal worden de partijen grond aangevoerd via wegtransport (vrachtwagens). Alternatieven zijn railtransport of over water (zie C5). Ook dan is er vaak sprake van natransport met vrachtwagens naar het grondreinigingsbedrijf. De vrachtwagencombinaties met de aangevoerde verontreinigde grond worden voor of na aankomst gewogen op een weegbrug. Na lossing worden de transportcombinaties opnieuw gewogen voor het vaststellen van de netto-aangevoerde vracht. Eventueel worden de vrachtwagens, na te zijn gewassen, geladen met gereinigd product en gewogen (retourvracht).

Samenstelling
Bij aanlevering van de verontreinigde grond dienen analyseresultaten van de belangrijkste parameters te worden overgelegd. Daarnaast moet de achtergrond van de aangeboden partij bekend zijn.
Op basis van deze gegevens wordt in eerste instantie besloten (door de verwerker/ontdoener) tot al of niet verwerking van de betreffende partij. Daarnaast worden de volgende controles uitgevoerd:

  • een visuele controle vóór lossing;
  • monstername en analyse van elke partij na lossing (bij verdenking).

Na aankomst wordt van de partij één (of meer) samengestelde monster(s) gemaakt, die worden geanalyseerd op relevante parameters. Analyse van de chemische en fysische samenstelling wordt veelal uitbesteed aan een extern laboratorium met een Sterlab-certificaat. De hoofdparameters waarop wordt geanalyseerd zijn de meest voorkomende zware metalen (chroom, nikkel, koper, zink, arseen, cadmium, kwik, lood), minerale olie, aromatische verbindingen, cyaniden, PAK, gehalogeneerde koolwaterstoffen, asbest, korrelgrootteverdeling, gloeiverlies, CaCO3 en pH. Indien blijkt dat de samenstelling afwijkt van hetgeen vóóraf door de leverancier is aangegeven dan wordt de betreffende partij alsnog -eventueel tegen een gewijzigd tarief- verwerkt dan wel afgekeurd; in dit laatste geval wordt deze partij afgevoerd naar een erkende verwerkingsinrichting (bijvoorbeeld een hergebruikslocatie of stortplaats).

Bedrijfsmatige opslagplaats
Binnen de inrichting van het grondreinigingsbedrijf is veelal een terrein aanwezig voor de opslag van korrelvormige materialen. Het betreft hier zowel:

  • verontreinigde grond, in afwachting van verwerking in de grondreinigingsinstallatie;
  • gereinigd product, in afwachting van afvoer ten behoeve van hergebruik;
  • opslag van residumateriaal in afwachting van definitieve verwerking.

Alle aangevoerde partijen worden batchgewijs en naar categorie gescheiden opgeslagen. Door deze gescheiden opslag wordt vermenging van de partijen voorkomen.

Hemelwater en percolaat van het opslagterrein worden gereinigd in een waterzuiveringsinstallatie. Ter voorkoming van (andere) emissies worden de volgende maatregelen genomen:

  • indien de totale hoeveelheid van een partij is binnengebracht, wordt deze afgedekt. Hiermee wordt verwaaiing van stof, vorming van percolaatwater uit regenwater en emissie van (gasvormige) verontreinigingen beperkt;
  • ter voorkoming van verwaaiing van stof wordt het gehele terrein (c.q. die gedeelten waar zich transportmiddelen zoals de shovel(s) en de vrachtwagencombinaties kunnen bevinden) geveegd en gedurende droge perioden bevochtigd.

Voorbewerking
Voordat de verontreinigde grond wordt ingevoerd in een grondreinigingsinstallatie worden door middel van zeving de zeer grove delen verwijderd. Een bijkomend effect hiervan is, dat de grond deels wordt gehomogeniseerd; de (soms grote) variaties in vochtgehalte en verontreinigingsgraad van het materiaal worden hierdoor verminderd. Hierdoor is het besturen van de installatie gemakkelijker. Boven een of meerdere van de transportbanden van de voorbehandelingsinstallatie is een magneet gemonteerd. Hiermee worden de aanwezige ferro-materialen verwijderd.