Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Natte reiniging grond, toepassingsgebied en validatie

5 TOEPASSINGSGEBIED EN VALIDATIE

5.1 Gevalideerd toepassingsgebied

Het toepassingsgebied voor natte reiniging is vrij scherp aan te geven vanwege het grote aantal partijen (tonnen grond) dat een natte reiniging heeft ondergaan en de jarenlange ervaring ermee.

Aangezien bij natte reiniging sprake is van een verwijderingsrendement (in concentraties), wordt de kwaliteit na reinigen van een partij grond vrijwel volledig bepaald door de rendementen voor die verontreinigende stoffen. Het toepassingsgebied van natte reiniging wordt daarom bepaald door de hergebruikswaarden voor de verontreinigende stoffen (achtergrondwaarden, maximale waarden bodemfunctieklassen industrie) in combinatie met die rendementen. Daarnaast geldt een doelmatigheidscriterium voor de maximale hoeveelheid niet verwerkbare reststoffen (residu: humus, fijne fractie minerale delen, fijn afval 2-32 mm). In de kolom ‘goed toepasbaar’ zijn deze grenzen aangegeven, waarbij de rendementen zijn aangehouden die voor 98 tot 99% van de partijen gelden. Afhankelijk van de verschijningsvorm van de verontreinigende stoffen zijn soms hogere rendementen haalbaar. Anderzijds zijn soms de reinigingskosten (inclusief kosten storten niet-verwerkbare reststoffen) lager dan de kosten van het storten van de gehele partij. Reinigen is dan aantrekkelijker dan storten. In de kolom ‘mogelijk toepasbaar’ is daarmee rekening gehouden.

De navolgende tabellen betreffen de volgende uitvoeringsvormen en kwaliteiten na reinigen:
- geavanceerd leidend tot ‘schone grond’ (tabel D3.2);
- geavanceerd leidend tot ‘herbruikbare grond’ (tabel D3.3);
- eenvoudig leidend tot ‘herbruikbare grond’ (tabel D3.4).

De onderkant van de range bij natte reiniging geldt voor eenvoudige installaties. De bovenkant geldt voor geavanceerdeinstallaties (die gebruik (kunnen) maken van geavanceerde scheidingstechnieken als flotatie en/ of jigs en/ of spiralen en/ of extractie en/ of magneetscheiding).

De in de tabel aangegeven grenzen zijn gebaseerd op kennis van Bodem+ en de NVPG, opgedaan met de beoordeling van de reinigbaarheid van 8900 partijen (ruim 38 mln ton) en de evaluatie van de reiniging van circa 400 partijen (0,8 mln ton). De grenzen worden bepaald door een combinatie van een doelmatigheidscriterium, hergebruikswaarden en technologische mogelijkheden.

In de tabellen is het toepassingsgebied uitgedrukt in factoren maal de betreffende normen:
- in de tabel leidend tot ‘schone grond’: de achtergrondwaarde;
- in de tabellen leidend tot ‘herbruikbare grond’: de maximale waarden bodemfunctieklasse industrie, uitgezonderd voor cyanide. Aangezien bij cyanidegehalten boven de streefwaarde vrijwel zonder uitzondering de uitloging wordt overschreden, is voor cyanide de achtergrondwaarde aangehouden.
De factoren zijn afgeleid van de haalbare verwijderingsrendementen.

Indien de tabellen worden gebruikt voor de toetsing van een specifieke partij grond, dan geldt dat de slechtst scorende parameter aangeeft in hoeverre die uitvoeringsvorm toepasbaar is.

Tabel D3.1 Toepassingsgebied natte reiniging leidend tot herbruikbare grond (invoer)

Fysische samenstelling

 

Goed

 

Mogelijk

 

Niet

Humusgehalte

[%d.s.]

<20

 

20-45

 

>45

Lutum- + siltgehalte

[%<32 à 63 µm v.d. d.s.]

Afvalgehalte 2-32 mm

[%d.s.]

 

vervolg

 

Chemische samenstelling

 

Goed

 

Mogelijk

 

Niet

 

Opmerking

 

[mg/kg d.s.]

Ni, As

 

 

<2*GL0H0

 

2à5*GL0H0

 

>5*GL0H0

Co, Mo, Ba, Hg

 

 

<5*GL0H0

 

5à10*GL0H0

 

>10*GL0H0

Cu, Zn, Pb, Cr

 

 

<10*GL0H0

 

10à20*GL0H0

 

>20*GL0H0

Cd

 

 

<20*GL0H0

 

20à40*GL0H0

 

>40*GL0H0

CN

 

 

<5*SL0H0

 

5à20*SL0H0

 

>20*SL0H0

BTEX

 

 

<5*GL0H0

 

5à20*GL0H0

 

>20*GL0H0

PAK

 

 

<5*GL0H0

 

5à20*GL0H0

 

>20*GL0H0

Som PCB's

 

 

<5*GL0H0

 

5à10*GL0H0

 

>10*GL0H0

VOX

 

 

<10*GL0H0

 

10à30*GL0H0

 

>30*GL0H0

Minerale olie

 

 

<10*GL0H0

 

10à100*GL0H0

 

>100*GL0H0

Overig organisch

 

 

<5*GL0H0

 

5à20*GL0H0

 

>20*GL0H0

Asbest

 

 

<20*R

 

20à100*R

 

>100*R

 

vervolg

 

Aandachtspunten

 

Goed

 

Mogelijk

 

Niet

pH

 

 

>5

 

<5

 

 

Vochtgehalte

[%m/m]

: kostenfactor.

Afvalgehalte >32 mm

[%d.s.]

: kostenfactor, te reduceren door af te zeven.

Puingehalte 2-32 mm

[%d.s.]

: kostenfactor, te reduceren door af te zeven.

Puingehalte >32 mm

[%d.s.]

: kostenfactor, te reduceren door af te zeven.

Legenda:

H : Humusgehalte [%d.s.]; L : Lutumgehalte [% van de minerale delen];

SL0H0: Achtergrondwaarde (bij 0%Lutum en 0% Humus); GL0H0: Grenswaarde: maximale waarden bodemfunctieklassen industrie (bij 0%Lutum en 0% Humus);

R : Restconcentratienorm

5.2 Toelichting groen/oranje/rood-tabellen

5.2.1 Fysische samenstelling
Alle fysische parameters (behalve puin/ afval >32 mm) zijn kritisch vanwege residu-vorming en het daardoor geldende doelmatigheidscriterium van 20%.
Daarnaast geldt dat zowel het humusgehalte als de fractie <63 μm de kosten vrij sterk beïnvloeden. Zowel de toename van de residufractie als de afname van de ontwateringsmogelijkheden bij toenemend humusgehalte spelen daarbij een rol (verminderde doorzet, (stort)kosten).

Zeer lage gehalten humus en en een geringe fractie <63 μm zijn kritisch als ‘schone grond’ als eindkwaliteit is vereist. Er is een minimum aan residu nodig; de verontreinigende stoffen zitten anders vrijwel zeker gebonden aan de zandfractie.
Voor partijen met een hoog gehalte aan CaCO3 geldt dat aanzuren (wellicht noodzakelijk om bepaalde zware metalen of cyanide te verwijderen) een kostbare aangelegenheid wordt!

5.2.2 Chemische samenstelling
Verontreinigende stoffen
Voor alle verontreinigende stoffen is er sprake van een verwijderingsrendement (<100%) van reiniging. Zodoende is de te behalen eindkwaliteit afhankelijk van de ingangsconcentraties.

Asbest
Bij reiniging van asbesthoudende grond dienen aanvullende arbeidshygiënische voorwaarden in acht genomen te worden. In de periode 1998 – 2003 hebben diverse bedrijven geïnvesteerd in onderzoek naar de mogelijkheid tot reiniging van asbesthoudende grond, het nemen van aanvullende arbeidshygiënische maatregelen en aanpassing van vergunningen.

Dit heeft erin geresulteerd dat een toenemend aantal bedrijven asbesthoudende grond kan en mag accepteren en reinigen. Momenteel wordt op 8 vaste reinigingslocaties asbesthoudende grond ingenomen en nat gereinigd. De hoeveelheid asbesthoudende grond die nat wordt gereinigd is nog gering ten opzichte van de totale hoeveelheid nat gereinigde grond, maar vertoont een stijgend verloop. In 2001 werd ca. 100.000 ton asbesthoudende grond nat gereinigd, in 2002 was dit al ca. 200.000 ton, de laatste jaren ligt dat rond de 150.000 ton.

pH
Een pH kleiner dan 5 kan kritisch zijn vanwege een verhoogde kans op uitloging van metalen.

5.3 Civieltechnische eigenschappen van het gereinigde product

Zie ook: Toepassingsgebied en validatie - Algemene aspecten verwerken van grond.