Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Biologische reiniging grond, kosten

6 KOSTEN

In hoofdstuk D1 zijn de algemene aspecten van de verwerkingsprijs uiteengezet en is de opbouw van de verwerkingsprijs gepresenteerd. In de volgende paragrafen worden de verschillende kostenposten voor biologische grondreiniging besproken.

6.1 Financiële lasten

De investering in de biologische grondreinigingsinstallaties is gemiddeld lager dan die in de overige technieken. Omdat bij biologische reiniging grote verschillen bestaan in de uitvoeringsvormen, van zeer eenvoudige landfarms tot uitgebreide installaties met verwarming en beluchting
zijn de verschillen in de investeringsniveaus groot. Een belangrijke post is die van de terreinhuur, omdat biologische reiniging een relatief groot terreinoppervlak vraagt.

De afschrijving van de installaties wordt grotendeels bepaald door de technische veroudering, waardoor o.a de onder afdichting en de gebouwen na een aantal jaren vervangen moeten worden. De afschrijvingstermijn die op basis van technische veroudering van biologische grondreinigingsinstallaties, vooral landfarms, gehanteerd kan worden is relatief lang. Of dat in de praktijk ook zo is hangt af van de bedrijfsstrategie.

De investeringen in een biologische grondreinigingsinstallatie zijn voor een groot deel lineair met de capaciteit. De financiële lasten per ton capaciteit zijn lager naarmate de capaciteit hoger is, maar dit effect is significant geringer dan bij natte en thermische technieken.

6.2 Onderhoud

Bij biologische grondreinigingsinstallaties is tijdens de daguren personeel aanwezig Het reinigingsproces gaat onafhankelijk van de aanwezigheid van personeel door. Onderhoud vindt in de normale werktijden plaats. Het onderhoudsbudget van biologische grondreinigingsinstallaties is laag.

6.3 Personeel

Het personeelsbestand van de in Nederland operationele intensieve biologische grondreinigingsinstallaties is klein. Wanneer grond aan- of afgevoerd wordt is bemanning van een shovel en zeefinstallatie aanwezig. Voor het overige is enig toezicht op en onderhoud van de installatie noodzakelijk. Meestal wordt de installatie bedreven door 2 personen.
De volgende taken worden toegewezen aan het personeel:
- onderhoud installatie;
- voeding installatie;
- administratie.
In de praktijk zijn voor een biologische grondreinigingsinstallatie tussen 2 en 5 personen nodig.
Het personeelsbestand van extensieve landfarms is zeer gering. De bioreactor staat gekoppeld aan een natte scheidingsinstallatie en vergt geen extra personeel.

6.4 Energie

Het energieverbruik van biologische grondreiniging is sterk afhankelijk van de mate van intensiteit van het proces, en de daarmee verband houdende installatie van verwarming en ventilatoren. Omdat de verschillen relatief groot zijn, kan geen getal gegeven worden. In absolute zin is het bedrag dat aan energie wordt besteed per ton bewerkte grond kleiner dan € 5,-.

6.5 Hulpstoffen

De hoeveelheid hulpstoffen is gering, in de vorm van (vloeibare) meststoffen. Per ton behandelde grond wordt een bedrag van minder dan € 1,- besteed aan hulpstoffen. Er wordt weinig gebruik gemaakt van het enten met specifieke (en dure) bacteriën.

6.6 Afzet

Wanneer grond gereinigd wordt tot waarden waarbij de gereinigde grond zonder beperkingen mag worden toegepast is de hoeveelheid residu van biologische grondreiniging (afgezien van de zeefoverloop) nihil. De met afvoer van residu verband houdende kosten zijn in dat geval dan ook laag.
Bij biologische grondreiniging is het mogelijk bewust te kiezen voor een minder vergaand reinigingsniveau. Wanneer wordt gereinigd tot waarden waarbij afzet zonder beperkingen (voldoet aan de in tabel 1 van bijlage B behorende bij de Regeling bodemkwaliteit opgenomen achtergrondwaarden) niet mogelijk is, dan moet rekening worden gehouden met toenemende afzetkosten. De afzetkosten kunnen variëren van € 2,- tot € 10,- per ton grond, inclusief transport, analyses en keuringskosten.

6.7 Analyses

De kosten voor analyses worden opgebouwd uit de volgende posten:
- kwaliteitscontrole invoer;
- periodieke analyses om het proces te volgen en een beslissing te kunnen nemen over het beëindigen van het reinigingsproces;
- kwaliteitscontrole uitvoer.
De kosten van de kwaliteitscontrole zijn afhankelijk van de partijgrootte en de reinigingsduur van een partij.
De totale analysekosten bedragen € 1,- tot € 3,- per ton invoer.

6.8 Opslag en logistiek

De meeste biologische grondreinigingsbedrijven hebben geen of een kleine bedrijfsmatige opslagplaats. De opslag, zo die al nodig is, wordt als een deel van het reinigingsproces beschouwd. De bewerkingen zoals laden, lossen, wegen, in en uit de landfarm brengen van grond vormen een aanvullende kostenpost die snel meer dan € 5,- per ton invoer bedraagt.

6.9 Totale kosten

De huidige commerciële prijs van de biologisch grondreiniging, inclusief de afzet van het gereinigde product, ligt in Nederland in de bandbreedte van € 20,- tot € 35,- per ton verwerkte grond.
De verwerkingsprijs is afhankelijk van de grondsoort en van de soort verontreiniging. Een combinatie van zanderige grond met 'lichte' olie verontreiniging leidt tot een lage prijs, een combinatie van kleiige grond met 'zware' olieverontreiniging tot een hoge prijs.

6.10 Opbouw van de kosten

In de volgende tabel wordt een gemiddelde kostenopbouw gegeven zoals deze geldt in 1997. Vanzelfsprekend kan deze onderlinge verdeling variëren afhankelijk van de soort grond en/of verontreinigende stoffen (immers capaciteitsbepalend) en de installatie.

Tabel D4.3 Opbouw van de kosten

kostenpost

relatief aandeel

vast/variabel

financiële lasten

30

vast

onderhoud

7

vast

personeel

8

vast

energie

15

variabel

hulpstoffen

5

variabel

afzet residu

nihil*

variabel

analyses

15

variabel

terreinhuur

10

vast

logistiek

10

variabel

totaal

100

55% vast;

45% variabel


* Zie §6.6

In de volgende tabel wordt een gemiddelde kostenopbouw gegeven zoals deze geldt in 1997. Vanzelfsprekend kan deze onderlinge verdeling variëren afhankelijk van de soort grond en/of verontreinigende stoffen (immers capaciteitsbepalend) en de installatie.

Tabel D4.3 Opbouw van de kosten

* Zie §6.6