Grondwaterzuivering, luchtstrippen, milieubelasting
Emissies naar water
Het effluent zal in de regel nagenoeg geen restconcentraties bevatten en kan zodoende zonder verdere bijzonderheden geloosd worden op riolering of op een andere wijze .
Emissies naar lucht
De vluchtige contaminanten worden door het strippen overgebracht van de water- naar de luchtfase. Door naschakeling van een actieve koolfilter of biofilter (in geval van biologisch afbreekbare verontreinigingen) is meer dan 90 procent van de emissies te voorkomen. In veel gevallen wordt echter zonder behandeling van de lucht voldaan aan de NER (Nederlandse emissierichtlijn).
Afvalstoffen
Bij toepassing van actieve kool voor nazuivering van de lucht raakt het kool verontreinigd met de verwijderde vluchtige verbinding. De actieve kool moet worden verbrand of geregenereerd. Door regeneratie van actief kool kan de afvalproduktie aanzienlijk verminderen. Bij toepassing van biofiltratie zal incidentele vervanging van het filter een niet-verontreinigde reststroom geven. Wanneer veel ijzer in het grondwater aanwezig is, worden luchtstrippers periodiek gespoeld met zuur om verstopping te voorkomen, dit brengt een zure afvalwaterstroom en ijzerslib met zich mee.
Energieverbruik
Er is energie nodig voor het oppompen van het grondwater naar de stripper(s), de aandrijving van de blower om een lucht/water-verhouding van 20 tot 120 te creëren en eventueel voor verwarming van de uitstromende verontreinigde lucht om waterverzadiging van het koolfilter te voorkomen. Dit laatste is niet nodig bij gebruik van een compostfilter. Gemiddeld is het energieverbruik circa 0,5 tot 2 kWh/m3 behandeld grondwater.
Geluid
Het toepassen van luchtstrippen brengt enige geluidproduktie met zich mee. Door met name de blower in een geïsoleerde ruimte onder te brengen kan de geluidsbelasting naar de omgeving aanzienlijk worden verminderd.
Stank
De afgewerkte striplucht kan stankcomponenten bevatten. Een voldoende groot gedimensioneerd biofilter kan emissie van deze stoffen voorkomen.