Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondwaterzuivering, zware metalen

Cadmium, nikkel, zink, lood en arseen worden met enige regelmaat in het grondwater aangetroffen. Kwik-, chroom- en koperverontreinigingen in het grondwater komen minder voor.

Voor de verwijdering van metalen kunnen wordt in de praktijk altijd precipitatie/coagulatie/flocculatie toegepast. Andere technieken zijn minder bedrijfszeker en zijn in de regel duurder.

Precipitatie/coagulatie/flocculatie is een reeks van neerslag- en vlokvormingsreacties die met diverse chemicaliën kunnen worden uitgevoerd. Daarmee is een range van effluentgehalten haalbaar. Met sulfideprecipitatie kunnen voor cadmium, zink en lood theoretisch zeer lage gehaltes worden bereikt (5-100 µg/l). Daarbij is het van belang dat de gevormde vlokken goed kunnen worden afgevangen. Dat laatste is met name voor sulfideprecipitatie een probleem. In de praktijk zijn concentraties rond de 100 µg/l haalbaar.

De uiteindelijk te halen effluentgehalten worden eveneens bepaald door de wijze van afscheiding van de deeltjes, bezinking, flotatie of filtratie. Membraantechnieken, zoals microfiltratie en ultrafiltratie geven betere resultaten dan zandfiltratie, maar zijn nog nauwelijks in de praktijk toegepast.

Arseen wordt verwijderd door adsorptie aan ijzerhydroxide. Deze ijzerneerslag kan van nature in grondwater voorkomen of dient als ijzerchloride of ijzersulfaat te worden toegevoegd. Flocculatie/coagulatie van arseen met een ijzerzout gevolgd door zandfiltratie wordt gezien als de meest effectieve techniek.