Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondwaterzuivering, actieve koolfiltratie, benodigde gegevens voor het vooronderzoek

Het is aan te bevelen vooronderzoek uit te voeren voor toepassing van actieve koolfiltratie, waarbij gekeken wordt naar de volgende punten:

  • Onopgeloste deeltjes; het is raadzaam zwevende deeltjes voor koolfiltratie te verwijderen om dat ze een snelle verstopping van het koolfilter kunnen veroorzaken.
  • IJzergehalte van het grondwater; zonodig dient vooraf te worden ontijzerd omdat door uitvlokking verstopping kan optreden.
  • Kalk kan als gevolg van wijzigingen in temperatuur of zuurgraad een neerslag veroorzaken
  • Olieachtige stoffen en humuszuren (drijflagen); deze stoffen kunnen de actieve kool vergiftigen (deactiveren).
  • Nevenverontreinigingen die tevens sterk aan kool adsorberen en mogelijk de te saneren hoofdverontreiniging kunnen verdringen van het oppervlak van de actieve kool. Hierbij moet met name gedacht worden aan binnen de CZV voorkomende organische stoffen.
  • Zuurgraad; de pH-waarde kan de adsorptie van ioniseerbare verontreinigingen beïnvloeden.
  • Mate van verdringing van voorkomende: bijvoorbeeld een stof als vinylchloride is slecht afvangbaar en wordt snel verdrongen.