Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Grondwaterzuivering, biologische waterzuivering, milieubelasting

Emissies naar lucht

Alle technieken voor biologische waterzuivering hebben een emissie naar de lucht. De grootte van die emissie bedraagt gemiddeld 0,3% tot 1,5% met een maximum van 10% van de influentwaarde. Indien de emissienormen worden overschreden dient de installatie overkapt te worden en het afgas met een actieve kool- of biofilter gereduceerd te worden.

Emissies naar water

De emissie naar water bestaat uit het restant verontreiniging dat niet verwijderd kon worden en de uitgespoelde en afgestorven biomassa. De biomassa kan worden afgevangen met een zandfilter.

Energieverbruik

Om de biomassa van zuurstof te voorzien, is energie nodig voor de motor van de biorotor of de blowers van bedreactoren. Daarnaast wordt energie verbruikt door de opvoerpompen. Het totale energiegebruik bedraagt circa 0,25 kWh/m3.

Afvalproduktie

Er ontstaat een kleine hoeveelheid biologisch slib dat bij scherpe lozingsnormen voor zwevend stof òf bij nabehandeling met actieve kool wordt afgescheiden en moet worden gestort of verbrand. In andere gevallen wordt het slib met het effluent via het rioleringssysteem afgevoerd. Bij hoge ijzergehalten (> 10 mg/l bij biorotoren en > 25 mg/l bij bedreactoren) is een ontijzeringsstap nodig waarbij ijzerslib ontstaat. Dit slib wordt vanwege de relatief geringe hoeveelheden meestal gestort. Alleen bij verhoogde arseengehalten wordt het ijzerslib als chemisch afval verwerkt. Wanneer afgasreiniging wordt toegepast ontstaat een kleine hoeveelheid niet verontreinigd afval in de vorm van actieve kool of biofiltermateriaal.

Geluid

Bij een goed werkende biologische zuiveringsinstallatie zal de omgeving weinig overlast ondervinden. Normaal zal het door pompen veroorzaakte geluid beneden de hindergrens blijven.

Stank

Bij storingen in de installatie kan een anaërobe situatie ontstaan, waardoor stankoverlast veroorzaakt wordt. Reden te meer om de installatie te overkappen en de vrijkomende lucht met een bio- of actieve koolfilter te behandelen.