Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, algemene aspecten, toepassingsgebied, algemene ervaringen en conclusies

Algemeen
De bij isolatietechnieken gehanteerde toepassingsvoorwaarden gelden op middelniveau. Met name bij de aanpak van historische verontreinigingen in eigen beheer is er een verschuiving waar te nemen, dat wanneer het bevoegd gezag alleen de rol vervult van beschikkingverlener (toetser), beoordeling van plannen gaat plaats vinden op doelniveau, indien de voorgestelde technieken zich in de praktijk bewezen hebben. Indien het bevoegd gezag de rol vervult van initiatiefnemer, dan vindt vanuit deze rol ook beoordeling op middelniveau plaats. De beoordeling op doelniveau van het functioneren van een isolatievariant is met name gericht op het aspect of met de getroffen isolatiemaatregelen een beheersbare situatie kan worden verkregen en op de lange termijn kan worden gegarandeerd. Terwijl in de ontwerpfase wel op techniekniveau eisen/toepassingsvoorwaarden worden gesteld aan toe te passen isolatietechnieken, vindt de totale beoordeling plaats vanuit de totale isolatievariant, de combinatie van toegepaste isolatietechnieken. In de nazorgfase is dan ook de flexibiliteit van de totale isolatievariant cruciaal; in hoeverre is het mogelijk met de aangebrachte isolatietechnieken, ook onder wisselende omstandigheden, steeds een beheersbare situatie te creëren. Vanuit dit perspectief is het van belang om vanuit het bodemkwaliteitsbelang reeds in de ontwerpfase aandacht te besteden aan de flexibiliteit van de totale variant op basis van uit te voeren faalanalyses.

Uit een vergelijking van de resultaten van de uitgevoerde projectevaluaties tussen de drie beschouwde methoden (horizontale afdichting, verticale afdichting en geohydrologische isolatie) kan worden geconcludeerd dat voor het functioneren van de horizontale en verticale afdichtingstechnieken de uitvoeringsfase cruciaal is; het functioneren van de afdichting wordt in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van de uitvoering en de mogelijkheden om tijdens de uitvoeringsfase onvolkomendheden te herstellen. Ook in de planfase dient derhalve nadrukkelijk aandacht te worden besteed aan de uitvoeringswijze.

Voor de geohydrologische isolatietechnieken geldt dat een goed ontwerp, gebaseerd op voldoende informatie over de bodemopbouw en geohydrologische situatie (met name heterogeniteiten), essentieel is voor het functioneren van het ontworpen systeem. De uitvoeringsfase is met name cruciaal indien onttrekkingsmiddelen worden aangebracht in heterogene bodems, waarbij op korte afstand sprake is van verschillende diepteligging van de verschillende bodemlagen. Tevens is beheer/nazorg essentieel, omdat het functioneren van een onttrekkingssysteem kan worden aangetast door diverse oorzaken (met name verstoppingsproblematiek).

Ontwerpfase
Uit de uitgevoerde projectevaluaties blijkt dat de verschillende toe te passen technieken nog teveel als losse componenten worden ontworpen. Wanneer de totale variant wordt beschouwd, kunnen ten opzichte van het ontwerp forse afwijkingen optreden, maar deze leiden in het algemeen niet tot een onbeheersbare situatie. Hierbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan het stellen van een eis aan de doorlaatfactor van de verticale afdichting. Als gevolg van onvolkomenheden (naadlek, aansluitingslek op onderafdichting) is de werkelijke doorlatendheid vaak vele malen hoger (tot factor 50) dan de doorlatendheid van de afzonderlijke elementen. Ook door onvolkomenheden in de onderafdichting is het werkelijk benodigde beheersdebiet vaak hoger dan het ontwerpdebiet (factor 3 à 5, schaaleffect). Ondanks deze afwijkingen blijft het isolatiesysteem in het algemeen beheersbaar. Het onttrekkingssysteem en de zuivering dienen dan wel op grotere onttrekkingsdebieten te worden aangepast.

Voor het ontwerp van bodembeschermende voorzieningen dient gebruik gemaakt te worden van (LITERATUURVERWJZING 11) en (LITERATUURVERWIJZING 15). Door hiervan gebruik te maken worden structurele eisen gesteld aan een goed ontwerpproces.

Uitvoeringsfase
Ondanks de grote hoeveelheid onderzoek die gedaan is naar de geschiktheid van materialen (met name bovenafdichtingsmaterialen), blijft de kwaliteit van de isolatievoorziening sterk afhankelijk van de kwaliteit van de uitvoering. ‘Bloopers’ hebben dan ook vaak betrekking op de kwaliteit van de uitvoering en de controle daarop. Juist de uitvoeringsfase is essentieel omdat tijdens deze fase er nog mogelijkheden aanwezig zijn om bij te sturen, indien sprake is van een andere uitgangssituatie (bodemopbouw) of onvolkomenheden in de uitvoering. Om de kwaliteit van de uitvoering te vergroten kan worden gedacht aan de volgende mogelijkheden, waarbij onderscheid wordt gemaakt afhankelijk van het type bestek.

Voor gangbare materialen zijn beoordelingsrichtlijnen en protocollen voor de aanleg opgesteld. Dit geldt voor zand-bentonietafdichtingen, voor bentonietmatten, voor bentonietpolymeergel (LITERATUURVERWIJZING 17) en voor kunststoffolies.

Prestatiebestek

  • Het nauwkeurig formuleren van de eisen in het bestek.
  • Een zorgvuldigde beoordeling van eventueel ingediende alternatieven aan de hand van de gestelde eisen.
  • Een goede kwaliteitsborging tijdens de uitvoering, zodat eventuele problemen kunnen worden geconstateerd en adequate maatregelen kunnen worden getroffen.
  • Een adequaat toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden, met name op kritieke momenten en op kwetsbare plekken, is onontbeerlijk.

Resultaatsbestek

  • Uitvoerende partijen krijgen een verantwoordelijkheid in het eindresultaat, zodat in de inregelfase onder verantwoordelijkheid van de uitvoerenden tot bijstelling kan worden gekomen. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat het resultaat kan worden waargemaakt (vooraf reëel in te schatten risico’s) en kan worden gecontroleerd (aantoonbare gebreken).

Nazorgfase
Na de uitvoeringsfase worden de aan de toegepaste isolatietechnieken gestelde eisen/toepassingsvoorwaarden minder opportuun geacht, omdat er nauwelijks of geen herstelmogelijkheden meer aanwezig zijn tegen beperkte inspanningen en kosten. De gegevens die in de nazorgfase worden verzameld zijn dan ook vaak gericht op het beoordelen of met de getroffen isolatiemaatregelen een beheersbare situatie is verkregen. Hiertoe worden in het algemeen grondwaterstanden en verontreinigingsparameters gemonitoord. De in de nazorgfase verzamelde gegevens zijn vaak te beperkt om het functioneren de toegepaste isolatietechnieken te kunnen analyseren, mede als gevolg van het feit dat de nazorgperiode vaak nog maar kort loopt. Bij toepassing van geohydrologische isolatietechnieken is in een bijsturing vaak goed mogelijk.

Voor de nazorg wordt een beoordelingsrichtlijn opgesteld die moet waarborgen dat nazorg op een juiste wijze wordt uitgevoerd. Goede nazorg regelt:

  • Dat de techniek (isolatie, verspreiding van verontreiniging, onderhoud, inspectie),
  • Dat de financien,
  • Dat de organisatie voor de uitvoering van nazorg, goed zijn geregeld.