Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, algemene aspecten, toepassingsvoorwaarden, nummerieke invulling van voorwaarden per methode

Bovenafdichting/bovenafdekking
De evaluatie van de methode bovenafdichting heeft plaatsgevonden op de volgende toepassingsvoorwaarden:

  • Waterdoorlatendheid [5-10-20-50 mm/jaar].
  • Levensduur [10-30-50 jaar].
  • Zettingen/zettingsverschillen [5mm, 15 mm, rek 1:300].
  • Uitloging [voormalige Bouwstoffenbesluit].

Voor de technieken bovenafdekking met een leeflaagconstructie is de toepassingsvoorwaarde waterdoorlatendheid minder relevant, maar is geëvalueerd op de toepassingsvoorwaarde opbouw van de leeflaagconstructie.

Verticale afdichting
De evaluatie van de methode verticale afdichting heeft plaatsgevonden op de volgende toepassingsvoorwaarden:

  • Waterdoorlatendheid/hydraulische weerstand [100-500-1.000 dagen].
  • Levensduur [30-50-100 jaar].
  • Verstoring afdichtende bodemlagen [niet toegestaan].
  • Trillingen [civieltechnische eisen].
  • Uitloging [toetsingswaarden, eisen voormalige Bouwstoffenbesluit].
  • Emissies vanuit constructie [toetsingswaarden, eisen voormalige Bouwstoffenbesluit].

Geohydrologische isolatie
De evaluatie van de methode geohydrologische isolatie heeft plaatsgevonden op de volgende toepassingsvoorwaarden:

  • Levensduur [10-30-50 jaar].
  • Onttrekkingsdebiet en -duur [eisen/grenzen Grondwaterwet].
  • Beheersniveau door verlaging stijghoogte [0,05-0,25-0,50 m].
  • Herinfiltratie proceswater [0-50%-75%-100%].
  • Effecten op omgeving [grondwaterstandsverlagingen].
  • Verandering stromingsrichting [niet toegestaan, tenzij].
  • Zettingen/zettingsverschillen [5mm, 15 mm, rek 1:300].
  • Verstoring afdichtende bodemlagen [niet toegestaan].

De voor de toepassing van geohydrologische isolatie geldende toepassingsvoorwaarden zijn vaak sterk locatie-afhankelijk en kunnen daardoor vaak niet in algemene zin worden ingevuld.