Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdichting met civieltechnische verhardingsmaterialen, toepassingsgebied algemeen, chemische bestendigheid, bodemgebruik en omgevingsfactoren

Verontreinigingssituatie
Belangrijk voor de chemische resistentie van asfaltmengsels is een relatief hoog bitumenpercentage en een laag holle-ruimte percentage. Asfalt is goed bestand tegen chemische aantasting, met uitzondering van aantasting door minerale, dierlijke en plantaardige oliën en vetten en de meeste oplosmiddelen (zie literatuurverwijzing 22). Ook kan, in geval van toepassing bij stortplaatsen, asfalt worden aangetast door stortpercolaat. Onder invloed van temperatuur, vocht, U.V.-straling en zuurstof kunnen de eigenschappen van bitumen en asfalt veranderen (veroudering). Deze verandering uit zich in een verharding van het bitumen (zie literatuurverwijzing 22).

De directe aantasting van beton door verontreinigende stoffen uit zich met name in scheurvorming en desintegratie van het materiaal zelf. Aantasting kan worden veroorzaakt door (zie literatuurverwijzing 22):

  • zuren.
    Zuren zijn in staat om het cementgel om te zetten in een calciumzout en kiezelzuur. Deze verbindingen vertonen minder samenhang en kunnen eventueel gaan uitlogen.
  • plantaardige oliën en vetten.
    Plantaardige oliën en vetten verzepen door de kalk uit de cementsteen. De gevormde kalkzepen verstoren de samenhang van het beton. Bovendien wordt het aanwezige kalk opgelost (verminderde buffer tegen aantasting). Minerale oliën (zoals benzine, dieselolie, motoroliën en -vetten) tasten het beton niet aan, tenzij ze zuren bevatten zoals in het geval van ruwe stookolie of afgewerkte olie.
  • sulfaten.
    Sulfaten in vloeistoffen kunnen verbindingen aangaan met het calciumaluminaat uit de portlandcementklinker en zo gips en eventueel ettringiet vormen. Deze reactie gaat gepaard met uitzetting en scheurvorming en leidt tot desintegratie van beton. Wanneer sulfaataantasting van beton kan optreden, verdient het aanbeveling een sulfaatbestand cement (hoogovencement, portlandcement) toe te passen;
  • zouten, met name ammoniumzouten en magnesiumzouten. Ammoniumsulfaat, de meest aggressieve van de ammoniumzouten, tast het beton aan door omzetting van vaste bestanddelen en door vorming van expansieve reactieproducten. In minder mate kan wapeningscorrosie optreden. Magnesiumzouten, bijvoorbeeld magnesiumchloride, tasten het beton aan door zowel oplossing als omzetting van de vaste bestanddelen van beton. Ook hierdoor kan indirect wapeningscorrosie optreden.

Bodemgebruik
Bij het gebruik van de locatie na saneren dient rekening te worden gehouden met de aanwezige bovenafdichting. De gebruiksbelasting mag de ontwerpbelasting niet overschrijden, omdat hierdoor het functioneren van de bovenafdichting kan worden aangetast.

Uit de uitgevoerde projectevaluaties blijkt dat het grootste risico op beschadiging vaak de horizontale drains betreffen, die door bouwactiviteiten aansluitend op de sanering worden veroorzaakt. Ondanks dat bekend is dat een bovenafdichting is aangebracht heeft vaak beschadiging door de bouwaktiviteiten plaatsgevonden.

Ook het gebruik na sanering van de locatie heeft veel invloed op het langere termijn functioneren van de isolatietechnieken. Zo is van een locatie, afgedicht met een betonconstructie, bekend dat op een deel van de locatie te zwaar materieel wordt gebruikt hetgeen leidt tot beschadiging van bovenafdichting (scheuren). Op een andere locatie is een tijdelijke afdichtingslaag met asfalt aangebracht, die ook te zwaar wordt belast door zware transportmiddelen.

Omgevingsfactoren
De omgevingsfactoren, die de realiseringsmogelijkheden van een bovenafdichting met natuurlijke materialen kunnen beperken, zijn met name:

  • een gebrek aan ruimte aan de randen ten behoeve van de aansluiting van de bovenafdichting op het maaiveld of andere isolatiemaatregelen;
  • slechte toegankelijkheid van de locatie en gebrek aan opslagruimte voor de te verwerken grondstoffen;
  • obstakels in de ondergrond.