Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdichting met kunststoffolie, het vooronderzoek en de voorbereiding en aanbrengen

Vooronderzoek
Er moet worden vastgesteld aan welke eisen de folies moeten voldoen. Uit produktinformatie kan een goede indruk worden verkregen van de specificaties van het materiaal. De beschikbare folies moeten worden beoordeeld op bestendigheid voor aantasting door chemische, fysische (u.v., temperatuur), mechanische en biologische invloeden. Sterkte-eigenschappen zijn belangrijk met het oog op spanningen tengevolge van verschil in zettingen. In een vooronderzoek moet worden vastgesteld of zettingen kunnen worden verwacht.

Voorbereiding
Ondergrond egaliseren, verwijderen vegetatie en (zeker scherpe) obstakels, eventueel onderlaag aanbrengen.

Voor het werken met folies zijn beoordelingsrichtlijnen opgesteld (o.a. BRL 1149). Dit document, in combinatie met (literatuurverwijzing 12) geeft aan hoe de voorbereiding en uitvoering gedaan moeten worden.

Aanbrengen van de folielagen
De (folie)banen worden uitgelegd en vervolgens met elkaar verbonden. Daarna worden de verbindingen tussen de foliebanen gecontroleerd. Aan de breedte van de banen worden minimum- en maximum-eisen gesteld. Minimum-eisen dienen ter beperking van het aantal lasverbindingen. Bij grote rolbreedtes behoeft er minder te worden gelast. Veelal wordt een minimale breedte van 5 m voor de rollen folie aangehouden. Maximumeisen dienen ertoe te voorkomen dat met onhandelbare foliebanen wordt gewerkt. In verband met hanteerbaarheid wordt een bovengrens van 10 m gesteld. Bij het uitrollen dienen slagen en knikken te worden voorkomen. Uitgerolde foliebanen mogen niet langdurig aan het zonlicht worden blootgesteld. De folies moeten direct na het uitrollen en het maken van verbindingen worden geballast.

Verbindingstechnieken
Het verbinden van de foliebanen is een secuur werk dat op een gestandaardiseerde wijze moet worden uitgevoerd. Controle op de sterkte en de dichtheid van de las is van groot belang. Vervolgens moeten de folies na controle van de lassen worden afgedekt met een laag drainerend materiaal om mechanische beschadiging te voorkomen.
Verbindingen tussen foliebanen kunnen zowel in de fabriek als in het veld worden gemaakt. De verbindingstechnieken vormen de zwakke schakel in de folie-technologie. Omdat in de fabriek onder optimale condities kan worden gewerkt zijn de daar vervaardigde verbindingen in het algemeen van betere kwaliteit dan van in het veld gemaakte verbindingen. Er moet dan ook naar worden gestreefd, om het aantal in het veld te vervaardigen verbindingen tot een minimum te beperken.
Verbindingen van kunststoffolies zijn in het veld niet te vermijden. Ze dienen zorgvuldig te worden gemaakt door deskundig personeel, en daarna goed te worden gecontroleerd op dichtheid en zo mogelijk op sterkte. Verbindingen kunnen tot stand komen door lijmen en lassen. Lassen is niet toegestaan bij lage temperaturen (< 0 °C) en hoge windsnelheden (> 6 Beaufort).

Afwerking
De bovenafdichting wordt afgewerkt door op de afdichtende laag de overige lagen, zoals drainagelaag en gebruikslaag aan te brengen.
Folies moeten tegen beschadiging door scherpe voorwerpen (waaronder grindkorrels) worden beschermd. Hiertoe kunnen geotextielen boven en onder het folie worden aangebracht. Ook kunnen met betrekking tot dit probleem eisen aan de in de drainagelaag toe te passen materialen worden gesteld.
Te grote zettingsverschillen kunnen niet door folies worden opgenomen. Versterkende tussenlagen zijn dan noodzakelijk. Folies kunnen alleen op een vlakke ondergrond met voldoende draagvermogen worden gelegd (zoals bijvoorbeeld een zand-bentonietlaag).

Voor het aanleggen van de folies dient gebruik te worden gemaakt van beoordelingsrichtlijnen die daarvoor zijn opgesteld.