Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdichting met kunststoffolie, toepassingsgebied specifiek, risicofactoren en effectvoorkomende maatregelen

Checklist risicofactoren en mogelijkheden effectvoorkomende of beperkende maatregelen
De doelstelling van het aanbrengen van een bovenafdichting met een kunststoffolie is primair het zoveel mogelijk voorkomen van infiltratie van neerslagwater.

Het falen van een bovenafdichting, waardoor een te grote lekkage ontstaat, kan worden veroorzaakt door:

  1. Ontwerpfouten:
    • de keuze van de folie;
    • toepassing van te geringe dikte. Meestal wordt HDPE 2 mm gebruikt. Een kunststoffolie met een dikte van 1 mm is lastig te lassen en te leggen vanwege het grote risico op beschadigingen. Bij voorkeur minimaal 1,5 mm toepassen;
    • de aan de folie te stellen eisen zijn niet duidelijk in het bestek geformuleerd (leemte in de huidige protocollen). Voor HDPE liggen de te stellen eisen wel goed vast en bestaat een betrouwbaar instrumentarium waarmee de eisen kunnen worden vastgelegd.
  2. Installatiefouten:
    • uitgevoerde grondwerk en egalisatie;
    • lasnaden;
    • slechte weersomstandigheden;
    • lassen ter plaatse van detailconstructies;
    • aansluitingen op andere constructieonderdelen;
  3. Lange termijn falen:
    • mechanische, chemische aantastingen (zoals zettingen, afschuivingen, gasophopingen);
    • negeren gebruiksbeperkingen;
    • calamiteiten zoals overstromingen, aardbevingen, vandalisme.

Gezien de opgedane ervaringen binnen de geëvalueerde projecten is met name de uitvoeringsfase cruciaal. Een goede kwaliteitsborging tijdens de uitvoering wordt daarom van groot belang geacht. Bij de controle van de uitvoering dient aandacht te worden besteed aan:

  • de uitgevoerde materiaaltesten (te leveren door de fabrikant of leverancier);
  • de wijze van verleggen (het legplan);
  • de resultaten van de proeflassen;
  • het uitgevoerde grondwerk en de beoordeling van de ondergrond:
  • de snelheid van het lassen en de vakkundigheid van de lassers:
  • de begeleiding van het werk;
  • het uitvoeren van beproevingen (onder juiste ontwerpomstandigheden en met juiste snelheid):
  • buigproef;
  • trekproef;
  • pelproef.

Door de keuringsinstanties is aangegeven dat de kwaliteit van de geleverde folie in het algemeen geen problemen oplevert (wordt gedekt door certificaten). (zie literatuurverwijzing 61)

Bij niet-gecertificeerde folies moet een ingangscontrole worden uitgevoerd om de kwaliteit van de geleverde folie vast te stellen. Ook de opslag levert weinig problemen op, omdat aan folies stabilisatoren (anti-oxidanten) zijn toegevoegd, die ervoor zorgen dat binnen 3 maanden geen degradatie van de folie door UV-licht kan optreden. Langdurige opslag moet in een loods of iets dergelijks plaatsvinden. Ook voor de opslag van folies zijn protocollen opgesteld.

Het uitvoeren van keuringen kan worden uitgevoerd door externe, onafhankelijke instanties (RTD, KEMA, KIWA, TNO). (zie ook literatuurverwijzing 62). Indien het werk wordt uitgevoerd door een gecertificeerde verlegger/aannemer, dan kan een externe keuring achterwege blijven. Overwogen kan worden om wel een keuring uit te voeren voor de risicovolle onderdelen in een werk (detailconstructies). Detailconstructies zijn: hoekconstructies (hoekstukprofielen) en doorvoeringen. Dergelijke detailconstructies worden met extrusielassen gelast, terwijl de rest van de folie met machinelassen wordt gelast.

Nadat de folie is verlegd dient grond op de folie te worden aangebracht. Kritische punten hierbij zijn:

  • de grond moet gelijkmatig worden aangebracht, bij voorkeur met een hydraulische kraan;
  • plooivorming moet zoveel mogelijk worden voorkomen;
  • ter plaatse van grindkoffers moet de folie worden beschermd met een geotextiel;
  • transportbanen over de folie. Deze moeten minimal 0,5 m dik zijn met rijplaten of 1 m dik zonder rijplaten.

In tabel "Checklist risicofactoren en mogelijkheden effectvoorkomende of - beperkende maatregelen voor de techniek bovenafdichting met kunststoffolie" zijn de belangrijkste risicofactoren aangegeven. Per factor is aangegeven welke maatregelen kunnen worden getroffen om de effecten te voorkomen of te beperken, zowel tijdens de ontwerp- en installatiefase als tijdens de gebruiksfase. In de kolom effect-beperkende maatregelen in de gebruiksfase zijn die maatregelen aangegeven die mogelijk zijn, voordat tot reparatie of vervanging wordt overgegaan.

Checklist risicofactoren en mogelijkheden effectvoorkomende of - beperkende maatregelen voor de techniek bovenafdichting met kunststoffolie

Factoren die van

invloed zijn op de

waterdoorlatendheid

Effectvoorkomende of -beperkende maatregelen in:

 

ontwerpfase

uitvoeringsfase

gebruiksfase

Mechanische factoren

beschadiging

verwijderen grove delen, egalisatie en evt. aanbrengen tussenlaag

beschermen folie met zandlaag

naleven gebruiksbeperkingen

zettingen

ondergrond

toepassen voorbelasting

keuze afdichtingsmateriaal

verticale drainage

opleggen belastingbeperking

wisseling

grondwaterstand

juiste aanleghoogte

verlagen grondwaterstand

verlagen grondwaterstand

afschuiving door

erosie

juiste taluds

ontwerp constructie

voorkomen van erosie

drukhoogte (waterkolom)

drainagesysteem

onderhouden drainagesysteem

Chemische aantasting

infiltratiewater

drainagesysteem ontwerp afdichtingsmateriaal

onderhouden drainagesysteem

vloeibare

verontreinigingen

drainage onder afdichtingslaag

ontwerp afdichtingsmateriaal

onderhouden drainage

gasvormige

verontreinigingen

gasdrainage

ontwerp afdichtingsmateriaal

instandhouden drainage

Humane factoren

gebruik locatie

ontwerp constructie

naleven gebruiksbeperkingen

Calamiteiten

(zoals overstroming, aardbeving, vandalisme etc.)

uitvoeren risico- evaluatie