Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdichting met zand-bentoniet, de doorlatendheid en chemische resistentie

In de ‘Handleiding voor ontwerp en constructie van eindafdekkingen van afval- en reststofbergingen’ (zie (zie literatuurverwijzing 12) wordt uitgegaan van een beperking van de infiltratie(-flux) van regenwater door de afdichtende laag van minder 20 mm/jaar. Er kan van worden uitgegaan dat onder praktijkomstandigheden met zand-bentoniet-mengsels een doorlatendheid (materiaaleigenschap) van 2 à 5 x 10-10 m/s haalbaar is. Dit betekent onder de Nederlandse klimaatomstandigheden over een 0,25 meter dikke laag bij een stijghoogteverschil van 1 meter (extreme situatie met slecht werkende drainage) een lekkage van circa 20 - 45 mm/jaar. Bij een zeer goede uitvoering kan een gemiddelde doorlatendheid lager dan 5 x 10-10 m/s worden gerealiseerd.

De chemische resistentie is over het algemeen goed. Bij hoge zoutconcentraties en in contact met zuren en organische pure produkten kan echter, onder meer ten gevolge van diffusie, ionenuitwisseling plaatsvinden waardoor de afdichtende werking wordt verminderd. Dit aspect is in bovenafdichtingen voornamelijk relevant voor de teenconstructie. Omdat Ca ionen door hun hogere positieve lading in principe minder snel uitwisselen tegen andere ionen dan Na-ionen heeft Ca-bentoniet een geringere neiging tot ionen-uitwisseling en is daarom meer resistent tegen in de bodem aanwezige verontreinigingen. Voor het proces van kationenuitwisseling wordt verwezen naar literatuurverwijzing 9).

Een plan met betrekking tot de kwaliteitszorg moet onderdeel van het saneringsplan uitmaken.Voor meer informatie zoek ook op monitoring of controle en monitoring . In de gebruiksfase kan met de beproeving van in situ gestoken monsters de kwaliteit worden gecontroleerd. Door Boels c.s.(literatuurverwijzing 12) zijn ook kwaliteitsaspecten behandeld.