Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdichting met zand-bentoniet, het vooronderzoek en de voorbereiding

Vooronderzoek
In het vooronderzoek dient onder andere de relatie tussen vochtgehalte (bij aanleg) en dichtheid met de Proctortest te worden vastgesteld. De dichtheid die bij de aanleg vereist is moet met doorlatendheidsproeven met de te gebruiken mengsels worden aangetoond. Dit kan plaatsvinden door van mengsels met oplopend bentonietgehalte (stappen van 1% bentoniet) de filtersnelheid te meten. Door verhoging van het bentonietgehalte met 1 à 2% kan wat extra zekerheid worden ingebouwd. Het is verstandig om een proefvak onderdeel van het vooronderzoek te doen uitmaken (voor meer informatie zoek ook op onderzoek voor de aanleg van de bovenafdichting, praktijkproeven).

Het vooronderzoek is niet noodzakelijk voor afdichtingconstructies zoals bentonietmatten of prefab-afdichtingsmaterialen. Deze materialen zijn bij de fabricage gecontroleerd. Visuele inspectie in het veld alvorens de materialen toe te passen is altijd noodzakelijk!

Voorbereiding
De ondergrond moet voldoende draagkrachtig zijn en goed verdicht. Een goede verdichting van de zand-bentonietlaag (deze bedraagt circa 95% bij horizontale afdichtingen) is alleen mogelijk als de ondergrond geëgaliseerd is en niet te sterk vervormt. Als dit met de van nature aanwezige bodem niet mogelijk is, moet ‘grondverbetering’ worden toegepast door aanbrengen van een geschikte steunlaag en/of verdichting. Voordat de zand-bentonietlaag kan worden aangebracht, moet een eventuele onderliggende steunlaag/gasdrainagelaag gereed zijn.