Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdichting, toepassingsvoorwaarden

Bij de beoordeling van de toepasbaarheid van isolatietechnieken spelen naast de technische realiseringsmogelijkheden (het “kunnen” van de techniek onder praktijkomstandigheden) beleidsmatige aspecten een rol, de aspecten waarop de toepasbaarheid van technieken door het bevoegd gezag worden beoordeeld (het “moeten” en “mogen” van technieken). Voor de toepassing van isolatietechnieken in praktijksituaties vormen zij de beleidsmatige toepassingsvoorwaarden. Door middel van het houden van interviews zijn de toepassingsvoorwaarden geïnventariseerd en is op basis daarvan een bandbreedte ten aanzien van de in praktijk gehanteerde waarden opgesteld.

Voor de technieken bovenafdichting met een minerale afdichtingslaag, kunststoffolie of civieltechnische verhardingsmaterialen worden de volgende toepassingsvoorwaarden relevant geacht (met tussen haken de in de praktijk gehanteerde mogelijke numerieke invulling):

  • waterdoorlatendheid [5-10-20-50 mm/jaar];
  • levensduur [10-30-50 jaar];
  • zettingen/zettingsverschillen [5 mm, 15 mm, 25 mm, rek 1:300];
  • uitloging en samenstelling [eisen Besluit bodemkwaliteit].

Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen welke waarde binnen de aangegeven validatierange voor een specifieke situatie vanuit het bodemkwaleitsbelang wordt gehanteerd.

Voor de techniek bovenafdekking met een leeflaagconstructie is de toepassingsvoorwaarde waterdoorlatendheid niet relevant. Vanuit de doelstelling van opheffen van blootstellingsrisico’s en het gebruik van de locatie worden voorwaarden gesteld aan de gekozen opbouw en toe te passen dikten van de verschillende lagen.

Waterdoorlatendheid
Bij de toepassingsvoorwaarde waterdoorlatendheid wordt nagegaan in hoeverre de techniek kan voldoen aan de gestelde eisen ten aanzien van de waterdoorlatendheid, uitgedrukt in een waarde voor het maximaal toelaatbare infiltratiedebiet/jaar.

Levensduur
Onder het begrip levensduur wordt verstaan: de tijdsperiode waarbinnen de functie kan worden vervuld of waarbinnen aan een vooraf geformuleerde doelstelling kan worden voldaan (gebruiksduur of functionele levensduur). Hierbij wordt uitsluitend ingegaan op de levensduur van de techniek; het gehele isolatiesysteem kan een langere levensduur hebben omdat aanvullende maatregelen of technieken de functie van een enkele techniek kunnen overnemen.

Zettingen/zettingsverschillen ten gevolge van bovenbelasting
Door het aanbrengen van een bovenafdichting of bovenafdekking kunnen zettingen optreden als gevolg van de extra bovenbelasting. Door het optreden van zettingen kan het functioneren van de bovenafdichting of bovenafdekking worden aangetast. Hierbij wordt opgemerkt dat hiervoor niet de absolute grootte van de optredende zettingen van doorslaggevend belang is, maar met name de zettingsverschillen.

Uitloging
Vanuit het bodemkwaliteitsbelang kunnen eisen worden gesteld aan de uitloging van toegepaste materialen bij bovenafdichtingen en bovenafdekkingen.

Opbouw
De primaire functie van een bovenafdekking met een leeflaagconstructie is het voorkomen of beperken van directe contactrisico’s. Door het bevoegd gezag worden vanuit deze doelstelling eisen gesteld aan de opbouw en dikte van de verschillende lagen (met name de gebruikslaag) binnen de leeflaagconstructie.