Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdichting, uitgangspunten voor het ontwerp, de afdichtende laag

De belangrijkste functie van een afdichtende laag in de bovenafdichting is het beperken van de infiltratie van het neerslagoverschot. Dit neerslagoverschot bedraagt in ons land circa 300 – 400 mm per jaar. De drainagelaag en gebruikslaag vlakken het debiet dat de afdichtende laag bereikt af.

Normen ten aanzien van de dichtheid van afdichtende lagen in de bovenafdichting zijn tot nu toe door het Ministerie van VROM nog niet getalsmatig ingevuld. Bij het werken volgens ‘best uitvoerbare techniek’ dient de best haalbare afdichting te worden aangebracht. Hierbij spelen een lage doorlatendheid en hoge levensduur een rol. De afdichtende laag moet ook ongelijke zettingen kunnen opvangen als deze worden verwacht. De optredende bovenbelastingen moeten kunnen worden verwerkt zonder schade aan de constructie. Zettingen kunnen zeker verwacht worden bij oude stortinrichtingen en daar waar na verwijdering van een deel van de bovengrond de bodem met losse grond is aangevuld. Een zeker zelfherstellend vermogen zoals zand-bentoniet dat heeft, biedt in situaties waarin spanningen niet te vermijden zijn een voordeel. (Bentoniet is een bewerkte natuurlijke Na- of Ca-montmorilloniet-klei met mogelijkheid tot sterke zwelling, voor meer informatie zoek ook op klei en leemlaag of zand-bentoniet). Als de afdichtende laag zelf geen spanningen kan weerstaan, kan van een versterkende tussenlaag (bijvoorbeeld een ‘geogrid’ ) gebruik worden gemaakt.

In paragraaf 3.9 van de Regeling bodemkwaliteit zijn voorschriften voor de isolerende voorzieningen voor een IBC-bouwstof opgenomen. Het ontwerp van een IBC-bouwstof toepassing moet vooraf door een Kwalibo-gecertificeerde instantie zijn goedgekeurd. Daarbij horen ook de beheer- en controlemaatregelen die nodig zijn tijdens de periode dat de IBC-bouwstof is toegepast.

Op basis van de huidige ervaringen wordt aangenomen dat de doorlatendheid van een afdichtende laag van kunststoffolie op korte termijn (gedurende de eerste 30-40 jaar) minder dan 5 mm/jaar is. De doorlatenheid vcan een afdichting van zand-bentoniet-polymeer wordt geschat op minder dan 5 mm/jaar. De doorlatendheid van een afdichting van zand-bentoniet wordt op 5 tot 10 mm/jaar geschat.

Ongecontroleerde verticale verspreiding van vluchtige verontreinigende stoffen en/of gassen vanuit de verontreinigde bodem kan worden voorkomen door de combinatie van een afdichtende laag met een gasdrainagelaag.

De levensduur van afdichtingsconstructies kan wel meer dan 100 jaar bedragen. Dit is uiteraard afhankelijk van de aard van de gebruikte materialen, de wijze van aanleg en de gebruiksomstandigheden (literatuurverwijzing 9).