Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit

Isolatie, bovenafdichting, uitgangspunten voor ontwerp, de opbouw van de constructie

In onderstaande figuur is een illustratief voorbeeld gegeven van een complete bovenafdichtingsconstructie van een inrichting voor het storten van afvalstoffen. Een vergelijkbare constructie kan ook worden toegepast bij de isolatie van verontreinigde bodems. De functie van de verschillende onderdelen is in onderztaande tabel weergegeven. In een bovenafdichting speelt een afdichtende of slecht doorlatende laag (de laag c in onderstaande figuur) de hoofdrol. De voornaamste functie hiervan is om zoveel mogelijk de infiltratie van het neerslagoverschot te beperken. Sommige voor water slecht doorlatende materialen zijn eveneens slecht doorlatend voor vluchtige verontreinigende stoffen. Als verticale verspreiding van vluchtige verontreinigende stoffen moet worden voorkomen kan de afdichtende laag dus een dubbele functie vervullen.

Boven de afdichtende laag kan een ‘gebruikslaag’ (laag a in onderstaande figuur) worden aangebracht om te voldoen aan vanuit het gebruiksbelang gestelde eisen. Om te voorkomen dat door de gebruikslaag heen infiltrerend regenwater stagneert op de afdichtende laag, zal tussen de gebruikslaag en de afdichtende laag een drainagelaag (laag b in onderstaande figuur) moeten worden aangebracht. Onder sommige omstandigheden (bodemverontreiniging met vluchtige verontreinigende stoffen) kan bovendien worden overwogen om onder de afdichtende laag een gasdrainagelaag (laag d in onderstaande figuur) aan te brengen. Vluchtige verontreinigende stoffen kunnen hierdoor op gecontroleerde wijze uit de bodem ontsnappen.

(zie literatuurverwijzing 5)

De steunlaag (laag e in bovenstaande figuur) vormt de ondergrond van de bovenliggende lagen, scheidt de afdichtende laag van de verontreinigde grond en verdeelt spanningen over de ondergrond. In voorkomende gevallen kan de steunlaag met de gasdrainagelaag worden gecombineerd. Een voldoende dikke en grofkorrelige steunlaag voorkomt dat capillair optrekkend (verontreinigd) vocht de afdichtende laag bereikt en deze aantast. Als voor de steunlaag relatief gasondoorlatend materiaal wordt gebruikt (bijvoorbeeld vormzand of fijn zeefzand) dan kan de gasdrainagelaag eventueel onder de steunlaag worden aangebracht.

Functie en toepassingen van verschillende lagen in een bovenafdichting

Laag

Functie

Toepassing

Gebruikslaag

Bescherming afdichtende laag (bevriezen, uitdrogen, erosie, beschadigen door knaagdieren en wortels)

Vergroting mogelijkheid hergebruik van geïsoleerde locatie

Mogelijkheden tot aanbrengen van leidingen

Reductie neerslagoverschot (beperkt)

Drainage laag

Voorkomen van stagnatie water boven afdichtende laag

 

Afdichtende laag

Voorkomen van infiltratie regenwater in verontreinigde bodem

Voorkomen van (ongecontroleerd) uit treden van damp uit bodem

Voorkomen van infiltratie van verontreinigende stoffen (bijv. vloeistofdichte bestratingen)

Gasdrainagelaag

Gecontroleerde afvoer van vluchtige stoffen uit de verontreinigde bodem

 

Steunlaag

Draagkrachtige ondergrond (bijv. voor te verdichten afdichtende laag)

Eventueel ook als capillair onderbrekende laag

Eventueel ook als gasdrainagelaag

Eventueel ook als scheiding tussen verontreinigde bodem en afdichtende laag

Capillair onderbrekende laag

Voorkomen dat capillair optrekkend (verontreinigde) grondwater de afdichtende laag bereikt

 

Geogrids

Versterkende laag (bijv. i.v.m. opvangen zettingen)

 

Geotextielen

Filter (bijv. om inspoeling van fijne deeltjes uit gebruikslaag in drainage laag te voorkomen)

 

Scheidende lagen

Scheiden van drainagelaag en afdichtende laag om aantasting van laatstge noemde door neerslagen in eerstgenoemde te voorkomen

Scheiden van drainagelaag en afdichtende laag om beschadiging van laatst genoemde door scherpe delen in drainagelaag te voorkomen

 

Of alle hierboven genoemde techniekelementen ook noodzakelijk zijn, zal van de lokale verontreinigingssituatie afhangen. In sommige gevallen kunnen elementen worden gecombineerd. Een voorbeeld is een toepassing bij een tankstation waar een vloeistofdichte bestrating de functie van afdichtende laag én gebruikslaag vervult. Dergelijke combinaties komen ook voor bij andere bedrijfsvloeren en parkeerterreinen.

Constructies waarin één of meerdere van de hiervoor beschreven elementen voorkomen zijn leeflagen (zie literatuurverwijzing 6) en deklaagsystemen (zie literatuurverwijzing 7).

In de constructie van een bovenafdichting kunnen ook zogenaamde tussenlagen worden toegepast voor scheiding of versterking van de genoemde lagen. Hiervoor worden vaak speciaal ontwikkelde kunststoffen gebruikt. In de tabel F2.1 wordt hun functie en toepassing weergegeven. De met betrekking tot kunststoffen in de Engelstalige vakliteratuur gebruikte terminologie kan als volgt worden verklaard:

  • geomembranes : afdichtingslagen;
  • geogrids : kunststoffen met een versterkende functie;
  • geotextiles : kunststoffen met een filterende functie;
  • geonets : kunststoffen met een drainerende functie;
  • geocomposieten : een combinatie van verschillende kunststoflagen.